Hof veroordeelt Samir A. tot 4 jaar cel
Volgens het gerechtshof beschikte A. over diverse spullen die erop duidden dat hij een aanslag wilde plegen op overheidsgebouwen. De politie vond bij een inval in zijn woning enkele jaren terug materiaal om een bom te vervaardigen en plattegronden van het Binnenhof, Schiphol, de kerncentrale Borssele en het gebouw van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Verder had de verdachte ten minste één patroonhouder, een geluiddemper, een kogelwerend vest en een nachtkijker in huis.
Het Amsterdamse gerechtshof oordeelde dat de bezittingen van A. in hun onderlinge samenhang een ''voorbereidend en misdadig karakter'' hebben. Het hof hield in het oordeel ook rekening met de sympathie die de verdachte in het verleden heeft geuit voor geweld en de radicale islam.
De straf die A. nu heeft gekregen betreft een oude zaak. Het gerechtshof in Den Haag sprak hem in november 2005 van deze feiten vrij, omdat het de voorbereidingshandelingen van A. te onbeholpen vond om er een reële dreiging uit te kunnen afleiden. Het OM stelde daarop cassatie in bij de Hoge Raad. Het hoogste rechtscollege vond dat het Haagse hof een onjuiste uitleg heeft gegeven van het juridische begrip voorbereidingshandelingen en verwees de zaak naar Amsterdam
A. zit al een gevangenisstraf van 8 jaar uit voor een andere, soortgelijke zaak. De 4 jaar van vandaag komen hier boven op. Overigens heeft A. tegen die 8 jaar nog hoger beroep aangetekend.