allemaal opstickeren!
De dag dat ik in mijn huis trok, nu al weer jaren geleden, zag ik op de brievenbus een sticker. ‘Nee-Nee’ stond erop: geen ongeadresseerde reclame en ook geen plaatselijke sufferdjes. Gedachteloos probeerde ik bij het pimpen en poetsen van mijn nieuwe kasteeltje de plakrand los te peuteren, maar het ging zo moeizaam dat ik het tot nader order uitstelde.
Eerst was het nog even lastig. Verfblikken stonden braaf op reststukken behang in plaats van op de Kruidvat-folder. Ramen werden bij gebrek aan mintgroene bloemenslips uit de Zeeman-krant afgeplakt met De Telegraaf van mijn moeder. De badkamer kreeg nieuwe kit en voegsel met dank aan duct-tape en opengeknipte nieuwe vuilniszakken. Er was simpelweg geen enkel Xenos-blaadje of Hema-boekje voorhanden. Maar alles went, en de sticker zit nog op de voordeur.
Om er zeker van te zijn dat ik werkelijk niets mis van alle pret, neem ik af en toe uit de supermarkt het plaatselijke koeriertje mee. In het rekje naast kassa 1 lonkt het gemeentelogo vrolijk naar me, alsof het me probeert te verleiden. Mijn dorps-chauvinisme laat me dan zwichten en ik buig. Eenmaal thuis, met een kopje thee naast me, ploeter ik eerst moedig door alle zwart-witfoto’s van de zoveelste diamanten bruiloft. Een taartetende burgervader lacht als een boer met kiespijn tussen de letterlijk grijze besjes. Daarna komen de interviews met jeugdige prijswinnaars van de kleurwedstrijd van zonweringleverancier, vogelvereniging of supermarkt. Op de volgende pagina een eufemistische recensie van de toneeluitvoering van de damesclub. Aansluitend dieptegesprekken met de gemeenteraad over het nieuwe zebrapad. Na de oproepjes ter overname van een seniorenbed of ‘zo goed als nieuwe’ rollator weet ik het wel weer. Hier mis ik niets aan: de sticker blijft zitten.
Toch weten ze me te vinden, dwars door mijn brievenbus. Lokale winkeliersverenigingen met hun braderie, de wijkagent die inbraakpreventietips voor me heeft, vlijtige buurtvrouwen die afvalpillen willen slijten… Twee woorden achter elkaar lezen is voor sommigen nog iets te moeilijk.
En dat is slechts het topje van de ongewenste-reclame-ijsberg. Ik word bedolven onder spam in mijn e-mailbox. Opdringerige sms'jes bliepen op mijn telefoon. Als ik mijn e-mail lees, kruipen banners als een olievlek over brieven. Invasies geadresseerde maar niet te stoppen Postcode Loterij-brieven. Garages die mij vertellen dat mijn auto gekeurd moet worden. Gelukkig hebben zij een megagoeie deal voor me in hun showroom. Zelfs als ik werk floepen er ineens precies dezelfde producten op mijn scherm als die ik de dag ervoor als potentiële aankoop bekeek. ‘Ben je mij nog niet vergeten?’ lijken ze te roepen. ‘Joehoe! Koop mij!’
Het meest idiote staaltje van opdringeritis trof ik deze week onder de ruitenwisser van mijn auto. Door de aanhoudende regen plakte het fotopapier waarop de tekst gedrukt was tegen de voorruit. Met veel moeite en gepruts pulkte ik het foldertje er met mijn nagels af. Het resultaat was een grote, witte vlek op mijn prachtige autoraam. Lijmresten van het glossy drukseltje bevlekten oneerbiedig mijn allerliefste blikje. Mijn ogen schoten vuur toen ik het doorweekte en gescheurde vodje las. Het was een werving van een autowasserette.