kerstmormels

Het is nog geen tien graden buiten en ik zweet me een ongeluk. Met gloeiend voorhoofd draaf ik door de winkelstraat voor mijn jaarlijkse dosis kerstcadeaus. Bijna vertrappel ik een kleuter die dreint om een Furby: een pluche speelgoedbeestje met een niet kinderachtige vanafprijs van 70 keiharde euri. Zijn moeder zucht. Ik haal mijn schouders op. Ze zoekt het maar uit met Furby en het kinderchagrijn: ik heb haast. Ik moet scoren. Bijna over de hoofden van andere mensen hol ik door de stad. Bij de parfumerie staan wachtrijen tot aan de ijssalon op de hoek. De Bijenkorf lijkt meer een discotheek vol knipperende lampjes en is afgeladen vol armen die als propellers rondmaaien om in de rekken te kunnen graaien. In de speelgoedwinkel wil ik niet eens kijken. Oei, wat een recessie toch.
Hebben, hebben, hebben, lijkt het credo. Brachten de koningen Caspar, Balthazar en Melchior nog braaf al hun kostbaarheden vrijwillig; tegenwoordig worden geschenken verwacht. Groot graag. En veel. Met een zelfgebreide rendiertrui of een parfummetje van Kruidvat kun je echt niet meer aankomen. Kerstmis is tegenwoordig het feest van de incasso. Natuurlijk draag je nieuwe kleren. En uiteraard heb je alle recht om te mopperen als je werkgever je geen kerspakket geeft. Een eindejaarsbonus is toch verplicht? Geen dertiende maand? Wat een droeftoeter van een baas. Zelf ren ik door de warmgestookte winkels en stort me op de herenafdeling van een warenhuis. Alsof het warme broodjes zijn, pakt de caissière designertruien van tweehonderd euro in. Beteuterd kijk ik naar het paar sokken in mijn handen. Zal ik er maar twee kopen dan?
De simpele kerststol voor mijn sportmaatje kostte bij de bakker al veertien euro. Dat is gewoon dertig gulden, want omrekenen naar de tijd van Caspar, Balthasar en Melchior doe ik nog wel. En waar is Huub eigenlijk nog blij mee tegenwoordig? Op welk bedrag rekent Corien? Kan ik bij mijn zus nog wel aankomen met een fashioncheque van een tientje?
De keer dat ik werkelijk mijn best deed en al in november begon met zoeken, werd me ook niet in dank afgenomen. Het met zorg uitgekozen kookboek gaf te weinig uitleg. Het veel te dure maar o zo mooie topje was inderdaad prachtig, maar niet in het goede kleurenschema.
Midden in de mensenmassa sta ik stil. Twee tieners met armen vol plastic tassen botsen tegen me op. "Stom wijf," hoor ik. Ze hebben helemaal gelijk. Wat een idioot ben ik ook. Ik stop met de ratrace. Ik koop voor iedereen een mooie fles wijn of een doosje Leonidas en schrijf er een persoonlijke kaart bij. Zeikerig? Zal best. Maar het scheelt me wel mooi twee dagen winkelen en een halve maand huur.
En nog even over dat Furbybeestje van zeventig euro. Heb jij er geen gehad? Of baal je misschien van die zilvergrijze sjaal omdat je volgens de kleurstalen een 'zomertype' bent die een goudkleurige had moeten krijgen?
Geen nood. Vanaf morgen kun je weer alles vinden. Supergoedkoop zelfs. Marktplaats staat er vol mee.