Scheiden

Ik heb een nieuwe werkplek. Het huwelijk is geven en nemen. Het leven is kut.
Drie zekerheden, waarover ik al wel vaker schreef. Waar zal ik 's beginnen?

Ik heb een nieuwe werkplek. Het leuke van de nieuwe werkplek is dat ik niet meer in die stinkende streekbus hoef, maar er op de fiets naartoe kan. Eergisteren reed ik van de nieuwe werkplek naar huis. Ik was bijna aangekomen bij de straat waarin ik woon. Eerst nog even het winkelcentrum passeren. Naast het winkelcentrum staat een dikke rij containers. Jaja, Apeldoorn is milieubewust. Eén voor oud papier, een voor lege flessen, een voor blik, een voor drankenkartons en hé, wat stond er nu dan ineens voor nieuws? Een knaloranje bak! 'Plastic', stond erop.

Die morgen moest ik vroeg op. Om mijn zoon de deur uit te werken en om zelf ook op tijd op de nieuwe werkplek te zijn. Maar ook om eerst nog een belangrijke klus te doen. Iedere zoveelste dinsdag van de maand wordt in de buurt het oud papier opgehaald. Je kunt het in de container bij het winkelcentrum deponeren, maar dat het opgehaald wordt is natuurlijk veel makkelijker. En nog gratis ook.
Terwijl de koffiesenseomachine liep, stond ik in alle vroegte én in het donker te blauwbekken onder mijn carpoort. Ik was al een maand of wat vergeten om op de zoveelste dinsdag van de maand het papier aan de straat te zetten, dus onder de carpoort stond een fikse stapel dozen, tot aan de rand gevuld met oud papier. Driftig begon ik te sjouwen. Volledig volgens de arboregels ging ik eens flink door de knieën om een doos op te tillen. Ik sjouwde alle dozen van de afgelopen weken en maanden door de deur van ons plaatsje naar de straat en zette ze tegen de schuurmuur onder de brievenbus.
Ik stond al zo'n anderhalve minuut te klussen, toen ik vanuit een oorhoek – bestaat zoiets? Als je kijkt , kun je iets vanuit een ooghoek waarnemen, maar kun je dat ook zeggen bij horen? Dat je wel vaag iets hoort, en ook zeker weet dát je het hoort, maar je niet volledig bewust bent en pas later beseft dat je het ook daadwerkelijk hebt gehoord en alleen niet meer kunt herinneren wanneer precies? – vanuit een oorhoek dus, een zacht rinkelend geluid hoorde. Of het ook precies op dat moment was, weet ik niet, maar in mijn onbewuste hoorde ik het. Het kan net zo goed veel later of eerder zijn gebeurd.

Een mens krijgt wat papier gevraagd of ongevraagd door de brievenbus heen geflikkerd. Ikzelf lees alleen de krant en het enige tijdschrift waarop ik ben geabonneerd. Vrouwlief opent alle post. Ik heb daar een te zwak gestel voor. Mijn kwetsbare hart kan niet teveel schokkende berichten tegelijk aan. Dus dat we weer eens enorme bedragen rood staan, dat de glazenwasser volgende week komt of dat we in het nieuwe jaar veel meer moeten gaan betalen voor gas, licht en water, daar wil ik liever niet zelf op brute wijze achter komen. Het is beter dat Vrouwlief mij tactvol informeert.
En dan heb ik het nog niet eens over de stapels goedbedoelde reclamerommel die dagelijks mijn brievenbus vult. Het liefst zou ik zo'n "nee-nee"-sticker op mijn bus plakken, maar Vrouwlief amuseert zich kostelijk met het doorspitten van de wekelijkse aanbiedingen. Om vervolgens een dag later naar een supermarkt aan de andere kant van de stad te crossen, omdat het brood daar deze week twee cent goedkoper is. Ze heeft ooit eens een tijd lang van een bijstandsuitkering moeten rondkomen, en zuinigheid zit sindsdien tussen haar oren. Aan de andere kant koopt ze om de dag een nieuwe handtas.
"Kijk, ik heb een nieuwe handtas gekocht."
"Maar je hebt eergisteren toch ook al een nieuwe handtas gekocht?"
"Ja, maar die is te klein. Deze is wat groter en past beter bij die turquoise blouse."
Gék word ik ervan.

Nu is een nieuwe handtas niet echt iets om ruzie over te maken. Nee, veel erger zijn de andere zaken. Hoe verkeerd ze de afwas stapelt, bijvoorbeeld. (Nóóit de borden stapelen, want dan moet je de achterkanten ook afwassen!) Of kroonkurken op het aanrecht, terwijl de afvalbak nog geen halve meter verwijderd is. Dat ze mijn verse homp kaas fout snijdt en dus verruïneert. De rol toiletpapier verkeerdom aan de houder. (Ik moet het eerste velletje zó kunnen pakken!) En als ik bij het aansteken van het gas ontdek dat ze gebruikte lucifers heeft teruggestopt in het doosje, is het voor haar maar goed dat ik niet in het bezit ben van een grote bijl! (Ik weet ook niet waarom ik hier nou ineens zo zit te schreeuwen.)

Zo, het oud papier stond op zijn plaats en ik was klaar om naar mijn nieuwe werkplek te gaan. Ik hoefde niet naar die stinkende streekbus, maar mocht op de fiets. Een half uur kost het me om er te komen.
Met dat ik mijn jas en mijn handschoenen uittrok, viel mijn blik op de pink van mijn linkerhand. Vreemd, wat zag die er kaal uit. Er miste iets. Plots wist ik het: mijn trouwring!
Die trouwring heeft al eerder voor commotie gezorgd. Hij zat altijd aan mijn linkerringvinger, maar sinds enige tijd had ik hem verplaatst naar mijn pink. Ik kreeg dikke poten! Hoe confronterend het ook is: drank maakt meer kapot dan je lief is, vooral dat perfecte postuur. Weg is de slanke lijn; wat ervoor in de plaats kwam is een vadsige vettigheid die ik nooit eerder kende. De ring aan mijn pink zat nogal losjes. Ik was hem al een paar keer eerder kwijtgeraakt en toen vond Vrouwlief hem terug in de echtelijke sponde.
Maar waar was hij nu? Plotseling was ik mij helemaal bewust van het rinkelende geluid van vallend metaal dat ik die ochtend vroeg had gehoord. Het was mijn ring die op de stenen viel! Maar waar en wanneer was het precies?

Ik had vlees uit de diepvries gehaald en draaide nu het metalen stripje van het zakje af. Het vlees legde ik te rusten op een snijplank. Ik opende de afvalbak en wilde het zakje en stripje erin gooien.
"Ho!" riep Vrouwlief vanaf de keukentafel! "Dat moet tegenwoordig anders!"
"Hoe bedoel je?"
"We hebben een plasticcontainer in de buurt."
"Ja, die heb ik gezien. Wat is daarmee?"
"Daar moet alle plastic verpakking in."
"Gek word je van de reclame op televisie en in bushokjes. Overal vage foto's van een oranje vlek die ons sommeert iets te doen. Nu pas weet ik waarover het gaat!"
Vrouwlief ging verder. "Zie je die plastic tas op het aanrecht? Daar doen we voortaan het plastic in. Het metalen stripje kan dan wél in de normale afvalbak."
"Jezus, hoe ver gaan we?" siste ik. "Nóg meer rotzooi op het aanrecht." Ik wees op de berg lege drinkpakken en blikken. Iets verderop stond de papieren zak waarin we het groenteafval verzamelen.
"Kleine moeite toch allemaal?" zei Vrouwlief.
"Ik heb me trouwens vanmorgen nogal mileu-onbewust gedragen," begon ik voorzichtig.
"Huh? Wat bedoel je?"
"Nou, ik ben mijn trouwring kwijt. En ik heb geen flauw idee waar ik hem ben verloren. Ik ben bang dat hij gewoon ergens op straat ligt."
"Da's mooi stom," zei ze. "Heb je echt alles nagelopen?"
"Ik heb ergens vanuit mijn oorhoek gehoord dat hij viel."
"Oorhoek?"
"Ja, maar ik kan me absoluut niet herinneren waar en wanneer het was. Ik heb hier in en om huis overal gekeken, maar ben hem niet tegengekomen."
"Stuntel."
"Maar goed. Waar hadden we het ook weer over?" vroeg ik.
"We gaan scheiden," zei Vrouwlief. Ze stond op van tafel en liep weg.
Ik bleef verbijsterd achter. Wat bedoelde ze dáár nou weer mee?

Drie zekerheden. Ik heb een nieuwe werkplek. Het leven is kut. En potdomme, het lijkt erop dat dat pokkenmilieu me mijn huwelijk kost!


Apeldoorn, maart 2009