Carlo Piemol en de automutilatie
Buiten is het donker.
Het zijn de dagen voor Kerstmis.
Carlo Piemol zit in de woonkamer.
Lekker knus bij de tv.
Een biertje voor Carlo Piemol.
Met een kerstkransje.
Er brandt een kaars.
En de lampjes in de kerstboom zijn aan.
"Wat is dat?" zegt Carlo Piemol.
"Wie belt er aan mijn deur?"
Carlo Piemol doet open.
Op de stoep staat Neef Noga.
Hij heeft roodomrande ogen.
Carlo Piemol zucht.
"Het is die halfzachte Neef Noga weer," denkt hij.
Maar hij zegt het niet.
"Kom binnen, Neef Noga.
Hier binnen is het warm en gezellig."
Neef Noga gaat zitten.
"Pak een kerstkransje," zegt Carlo Piemol.
Neef Noga doet het.
Carlo Piemol kijkt naar de arm van Neef Noga.
Wat is dat nou?
Carlo Piemol ziet krassen op de polsen van Neef Noga.
"Zeg, Neef Noga," vraagt Carlo Piemol,
"wat is er met jou?
Je kijkt of je het niet meer ziet zitten.
En wat doen die krassen op je polsen?"
Neef Noga moet huilen.
"Vertel op, Neef Noga," zegt Carlo Piemol,
"maak van je hart geen moordkuil.
Vooruit met de geit!"
Neef Noga vertelt snikkend:
"Ik zie het niet meer zitten.
School is kut.
Het leven is kut.
Alles is kut.
Ik ben alleen.
Niemand wil mij.
Geen enkel meisje wil iets met mij doen
in ruil voor een breezer.
Breezers zijn ook zo duur!
Ik wil er een eind aan maken.
Vandaar dat ik met een mes oefen.
Op mijn polsen.
En ik doe ook aan brandwonden.
Met de soldeerbout van Opa Poepchinees.
Maar dan niet op mijn polsen."
"Waar dan wel?"
"Op mijn billen."
Neef Noga gaat nu heel hard huilen.
"Hou op, Neef Noga!" troost Carlo Piemol.
"Je hebt toch nog zoveel moois?
Het hele leven ligt nog voor je.
Je hebt fijne ouders en een leuke oom.
Het is donker, maar het wordt ook wel weer licht.
En wat een mooie piercing heb je toch!"
Neef Noga stopt met snikken.
"Meent u dat, oom Carlo Piemol?"
"Tuurlijk, mijn jongen.
Ik vind het moedig van je dat je erover praat."
Zowaar, Neef Noga glimlacht even.
"Heb je al hulp gezocht?" vraagt Carlo Piemol.
"Niemand kan mij helpen," zegt Neef Noga.
"Alles is kut."
"Dat weet ik nou wel," denkt Carlo Piemol.
Maar dat zegt hij niet. Hij zegt:
"Er zijn instanties die jou kunnen helpen.
Het Riagg of hoe heet dat tegenwoordig?"
"Ik weet niet of ik dat wil," zegt Neef Noga.
"Naar een psychiater of zo.
Ik schaam me."
"Joh, dat hoeft niet," zegt Carlo Piemol.
"Tegenwoordig zit iedereen in therapie!
Ken jij één iemand
die niet bij een psych in behandeling is?"
"U ook, dan?" vraagt Neef Noga.
"Nee, ik niet," zegt Carlo Piemol.
"Maar ik ben dan ook Carlo Piemol!"
"Weet u zeker dat het kan helpen?" vraagt Neef Noga.
"Tuurlijk," weet Carlo Piemol zeker.
Neef Noga is gerustgesteld.
"Ik ga morgen naar het Riagg," zegt hij.
Of hoe heet dat tegenwoordig?"
"Neem nog een kerstkransje," zegt Carlo Piemol.
"Wil je ook een biertje?"
"Nou graag, oom Carlo Piemol."
Neef Noga glimlacht alweer.
"Zie je wel dat het meevalt?" zegt Carlo Piemol.
Hij heeft een flesje bier voor Neef Noga.
"Dat het leven best leuk is?"
Neef Noga knikt.
"Hier, we doen nog een kaarsje aan.
Gezellig, niet?"
Neef Noga steekt zijn arm in de vlam.
Oeps. Macht der gewoonte.
Dag Neef Noga! Dag Carlo Piemol!
En alvast een fijn kerstfeest!
Apeldoorn, december 2008
Dit is deeltje 8 uit de Carlo Piemol-serie. Meerdere deeltjes zijn in voorbereiding