column
Akelig stil
De volgende dag kwam hij ook niet opdagen. Die maandagmiddag was ik vrij en ik liep steeds grotere cirkels rond het huis en in de buurt. Nergens een spoor van onze katerkanjer.
Die dinsdag was Eline thuis en ook zij ging zoeken. Toen ik 's avonds thuiskwam en vernam dat Mo nog altijd niet gevonden was, moest ik doen wat ik liever niet deed. Ik belde de dierenambulance en vroeg of er de afgelopen dagen een zwarte kater was gevonden met een roodbruine gloed over zijn vacht.
De mevrouw aan de andere kant van de lijn vroeg waar ik woonde en ging in wat papieren op zoek.
"Ja hoor," zei ze. "Die is hier. Hij is vrijdagavond om half acht aangereden bij u in de buurt."
"Ik wil wel zeker weten dat hij het is. Kan ik hem zien?"
Dat kon. Maar niet binnen een uur, want ze moesten hem nog klaarmaken. Onmiddellijk kreeg ik gekke gedachten.
Drie kwartier later stonden we in het mortuarium van het dierenasiel.
"Ziet hij er nog wel een beetje mooi uit?" vroeg ik aan de dienstdoende medewerker. "Ik heb mijn zoon ook bij me en ik weet niet hoe die reageert als onze kat nogal toegetakeld is."
"Hij ziet er mooi uit," zei de man en hij nam ons mee naar een kamertje. Op een altaartje stonden twee vaasjes met bloemen met daartussenin iets dat was afgedekt door een doek. De man sloeg het doek weg.
"Ja. Het is Mo."
"Dan laat ik u nu even alleen." De man ging weg.
Stilletjes stonden we te kijken.
"Nou Luc," zei ik, "aai hem nog maar één keer over z'n koppie."
Luc deed het.
"Hij is helemaal koud!" zei hij.
Ik streek met een hand over Mo's vacht. Hij was niet alleen heel koud, maar ook volledig bevroren. Luc had inmiddels een paar passen achteruit gezet en stond nu met zijn rug naar een soort lage kast. Hij leunde ertegen achterover en zijn hand vond iets dat op een slotje leek. Onwillekeurig begon hij ermee te spelen. Het slotje ging makkelijk open.
"Luc, afblijven!" siste ik. Het was een grote diepvrieskist. Wie weet hoeveel platgereden honden, katten, eenden en egels erin lagen?
Na enige minuten legde ik het doek weer over Mo heen. We liepen naar het kantoortje waar de medewerker zat.
"Wat wilt u dat er met uw kat gebeurt? Er zijn drie mogelijkheden. Of u neemt hem mee naar huis. Óf u laat hem achter; dan zorgen wij dat hij wordt opgehaald door het destructiebedrijf. Óf wij zorgen ervoor dat hij naar het dierencrematorium in Lelystad gaat."
"We nemen hem niet mee," antwoordde ik. "En hij hoeft ook niet door Martin Gaus verbrand te worden."
"Oké," zei de man. "Ik moet u echter wel vertellen dat er kosten aan verbonden zijn."
"Natuurlijk."
"Voor het ophalen rekenen we twintig euro."
"Kan ik pinnen?"
"Nee, helaas niet."
Ik haalde het bedrag uit mijn broekzak.
De weken erna klopte er iets niet in huis. Er klopte iets helemáál niet in huis. Er lagen ineens geen pluizen met kattenharen meer overal in de kamer. Bepaalde snuisterijen bleven ineens gewoon in de vensterbank staan. We konden 's nachts gewoon dóórslapen zonder dat we er in het donker uithoefden om de achterdeur open te doen. De verf van mijn kozijn bij het achterdeurraam werd niet verder afgekrabd. Als ik boodschappen had gedaan, kon ik de pakjes met vlees en vleeswaren gewoon even op tafel laten liggen zonder dat ze aangevreten zouden worden. Bij het kaassnijden kreeg ik geen nageltjes in mijn broekspijpen. Er lagen ineens geen 'cadeautjes' als dode muizen, mussen, merels en vijvervissen meer op de deurmat. En ineens was het stil. Akelig stil.
Het klopt nog steeds niet.
Ik weet het, ooit gaat hij ook een keer....maar toch....
Kan me goed indenken hoe het moet zijn om een dierbaar huisdier te moeten missen.
en ik weet niet of je het ook voor dieren zegt. ,maar gecondoleerd
WHAT? ARE YOU NUCKING FUTS???!!!
opzoute ! Ik denk niet zoals jij bent :(
IK BEN HOOGBEVAAGD!
Mooi stukje.
Chapeau voor het stukje. Ik vind het heel knap dat in enkel woorden zoveel gevoel overgedragen kan worden.
dan werden wir, um so mehr, einer Einheit werden.
Elf jaar geleden kochten we het huis waarin we nu wonen. De vorige eigenaar wilde zijn kater niet meenemen en liet hem met alle gemak achter. Wij besloten voor hem te zorgen. Dus Mo was niet eens een bewuste keus.
We vinden: als je een huisdier hebt, dan moet je er ook voor hem zijn. Wij werken allebei, dus ons geweten knaagde regelmatig. Aan de andere kant: een kater gaat lekker zijn eigen gang. En dat deed Mo. Hij was de Schrik van de Buurt.
Toen we hem 'kregen', wisten we niet eens hoe hij heette en dus noemden we hem naar zijn vorige eigenaar, de man die Mohammed heette van zijn voor- én zijn achternaam. Wat een prachtige Egyptenaar was het toch. Mo dan; hij zag er koninklijk uit met zijn zwarte vacht met die paarsige gloed erover. De vorige eigenaar vonden we een minder prachtige Egyptenaar.
In negen jaar tijd bouwden we een intrigerende haat/liefdeverhouding met Mo op. Lees de laatste alinea van het verhaal er maar op na. Hij kostte ons klauwen met geld, omdat we om de haverklap bij de dierenarts zaten: abces op de kop, epilepsie-aanvallen met bijbehorende medicijnen, noem maar op.
Maar toch, het beest werd op één of andere rare manier deel van ons gezin. Zijn streken leverden prachtige verhalen op.
Ik houd helemaal niet van mensen die hun huisdier zien als een kind van zichzelf, maar na negen jaar kreeg ik bijna de neiging.
Mo, de kanjerkater: hij wordt gemist.
Meer informatie op www.bazbo.net
er werd toen al gevraagd, weet u het zeker meneer want hij is al 12 !
nu 13 jaar later leeft die oude kater nog steeds, al 25 jaar oud.
hij is blind geworden, en hoort ook wat minder, maar geniet nog steeds van het leven en mijn aandacht.
mocht hij wegvallen, dan laat dat toch wel en erg groote leegte achter hoor.
maar aan dat soort dingen wil ik liever niet denken.
Er kan veel dierenleed en kosten mee worden voorkomen! foto
We hebben nog wel een foto van hem staan. foto
Trieste gebeurtenis, je gaat toch houden van zo'n beestje hè...
Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd op FOK.nl. Als je nog geen account hebt kun je gratis een FOK!account aanmaken