Meer meldingen racistisch dan LGTB-geweld
De politie krijgt meer meldingen over racistisch geweld dan over geweld tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders. Dat blijkt uit een eerste onderzoek dat inzichtelijk moet maken hoe vaak mensen het slachtoffer zijn vanwege hun seksuele voorkeur.
In het onderzoek werd gekeken naar het aantal meldingen tussen januari 2009 en september vorig jaar. In totaal werden registreerde de politie 769 gevallen van antihomogeweld. Dat zijn gemiddeld drie meldingen per week. Van een duidelijke toe- of afname was in die periode volgens de politie geen sprake.
In 2011, het meest recente jaar waar gegevens over racistisch geweld van bekend zijn, telde de politie 171 gevallen van racistisch geweld en honderd gevallen van antihomogeweld. Daarnaast werden 164 racistische bedreigingen gemeld en 22 bedreigingen om seksuele voorkeur. In het jaar daarvoor werden homo's meer aangevallen en bedreigd en was er juist minder racistisch geweld. Wel waren er meer racistische bedreigingen dan in 2011.
Het onderzoek geeft nog geen volledig beeld. Zo komt zestig procent van alle registraties van antihomogeweld uit Amsterdam. Dat komt mede doordat de politie daar zich meer inspant om geweld tegen lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders te registreren.
Het is volgens de politie aannemelijk dat er in werkelijkheid meer mensen zijn die worden aangevallen vanwege hun seksuele voorkeur. "Niet alle incidenten worden als antihomogeweld geregistreerd", schrijft onderzoeker Wietse van der Schaaf van de politie. Ook doen slachtoffers niet altijd aangifte.