"bazbo nieuwe schoenen!"

Ecco. Ik krijg niet eens gratis schoenen als ik de naam van de winkel hier vermeld. Terwijl ik ze in dit verhaal toch vaak noem. Ecco (da's al twee keer), dat vind ik namelijk een goede winkel.
Een jaar of wat geleden had ik er heerlijke schoenen gekocht. Van die instappers die er ook nog netjes uitzagen. Dat kwam goed uit voor mijn nieuwe werkplek. Wacht. Had ik al verteld dat ik een nieuwe werkplek had? Had? Ik héb een nieuwe werkplek. Wel twee, zelfs! De ene heb ik sinds april 2009 en de andere sinds september 2009. Mag je dat nog nieuw noemen? Ik vind van wel. Wat u vindt, interesseert me niet. Ik zal toch zeker zelf wel weten of ik mijn werkplek al dan niet nieuw noem? Op mijn nieuwe werkplek moet ik er netjes en verzorgd uitzien. Ik vind dat ook onzin, maar de nieuwe baas wil het nu eenmaal zo. Het was geven en nemen. Ik voelde me genomen. Eerst een leuke nieuwe werkplek in het vooruitzicht stellen en dan later allerlei eisen aan mijn uiterlijk gaan opleggen. Mijn lange haar heb ik gelukkig nog, zij het in een staart. Daarnaast moest ik een overhemd, een jasje en nette schoenen. Die schoenen had ik nog. Een jaar of wat geleden gekocht bij Ecco (drie). Ik droeg ze iedere werkdag. Bij thuiskomst schopte ik ze gelijk uit en ging ik over op de Teva's of liever blote poten.

"Had je gezien dat je schoenen kapot zijn?" vroeg Vrouwlief.
"Hoe moet ik dat zien?" was mijn wedervraag. "Als ik ze aanheb, ben ik op de nieuwe werkplek en dan heb ik wel wat anders te doen dan op mijn schoenen te letten. Als ik ze niet aanheb, heb ik ze niet aan en zie ik niet dat ze kapot zijn."
"Ze zijn kapot," zei Vrouwlief.
"Wáááát?" riep ik uit. "Die peperdure Ecco's?" (vier)
"Ze zijn kapot."
"Nou ja, ik heb ze al een jaar of wat. Dan slijten ze."
"De zool van beide schoenen is gescheurd en bijna doormidden. Dat mag toch niet. Je zou ermee terug moeten."

"Goedemiddag. Kan ik u helpen?"
"Rare vraag voor een winkelbediende. Daar bent u toch voor?"
"Pardon? Wat zei u? Ik kon u even niet verstaan. Het is hier ook zo druk op zaterdagmiddag."
"Ik wil deze schoenen graag passen."
"Welke maat is het?"
"Dit hier is veertig, maar ik wil éénenveertig."
"Dan ga ik even kijken of ik maatje éénenveertig boven heb liggen."
"Mevrouw, voordat u naar boven vlucht: ik heb nog een probleem. Ik loop op blote poten in Teva's (twee) en heb natuurlijk geen sok bij me."
"Ik heb wel een sok." Zou ze hem ter plekke uittrekken? Lekkere benen had ze wel. Ze deed het niet. Stik. Even later stond ze weer voor mijn neus. Met de mooie nieuwe Ecco's (vijf) én met een paar sokjes. Het ware heel dunne gevalletjes en nog knalpaars ook. "Ze staan wel goed bij uw shirt."
Ik nam me voor om thuis mijn shirt gelijk in de vuilnisbak te proppen.
"Verhip," zei ik. "Ik had mijn oude schoenen ook mee moeten nemen. De zool ervan is gescheurd. Dat zou toch niet moeten mogen."
"Pardon? Wat zei u? Ik kon u even niet verstaan. Het is hier ook zo druk op zaterdagmiddag."
"Heeft u misschien een schoenlepel? Ze zitten nog wat strak."
Tien minuten later stond ik weer buiten. Vijfennegentig pleuro armer, maar nieuwe Ecco's rijker. (zes)

Twee dagen verder was het maandag. Een werkdag. Kon ik mooi mijn nieuwe Ecco's (zeven) inlopen. In de winkel zaten ze gelijk al heel lekker, maar nog wat strak rond de hiel en wreef. Dat zou een kwestie van een paar dagen zijn, dan kon ik ze lekker soepeltjes uitschoppen en erin glijden. Uit een lade van de kast in het halletje haalde ik de grote schoenlepel. Een heel lange is het, zodat ik niet hoef te bukken. Gemak dient de luie mens. Ik ben zuinig met energie. Vooral die van mezelf. Hm, écht gemakkelijk ging het niet. Met veel moeite kreeg ik mijn voet in de nieuwe Ecco (acht). Maar toen moest die lepel weer eruit. Ik trok het ding terug. Dat lukte niet. Hij zat klem achter mijn hiel. Ik rukte uit alle macht. Er klonk zelfs gepiep. En: RAM! Ja hoor, daar was hij. Ik kreeg mijn eigen hand tegen mijn gezicht aan. Godsgloeiende, wat een kló-ten-schoe-nen! En dan moest ik er nóg een aan mijn andere voet!

"Het zal wel even wennen zijn," dacht ik hardop gedurende de dag. "Mijn oude Ecco's (negen) zijn natuurlijk heel erg naar mijn voeten gaan staan. Gun deze nieuwe een zuivere kans." Zowaar, ik kwam de dag door. Gelukkig mocht ik ze aan het eind van de dag thuis weer uitschoppen. Dat ging niet. Ze bleven aan mijn voet vast zitten; hoe hard ik ook schopte. Met twee handen lukte het uiteindelijk wel. Wat een vrijheid. Snel weer blote poten en Teva's. (drie)
De dag erna was dinsdag en zat ik op een zoveelste andere werkplek. De Ecco's (tien) zaten nog altijd even krap. Zolang ik stil zat, was er niets aan de hand. Maar als ik liep, kreeg ik een beetje pijn aan mijn hiel. Ik leek Achilles wel. Als ik er maar geen speer in kreeg. De pijn was inmiddels zódanig, dat het er al wel op leek.
De rest van de week droeg ik mijn oude vertrouwde Ecco's (elf) met de zool die bijna doormidden was gescheurd. Die vrijdagmiddag werkte ik niet en dus had ik de gelegenheid om naar de schoenmaker op de hoek van de straat te gaan.

"Hallo. Ik heb afgelopen weekend deze nieuwe Ecco's (twaalf) gekocht." Ik zette ze op de hakkenbar. "Ze zitten heerlijk, maar wel wat strak om de hiel. Kun je daar wat tegen doen? Uitkloppen of zo?"
"Ik zet ze wel even op de leest." Hij pakte ze van me aan en begon de achterkant van de linkerEcco (dertien) al wat te kneden. "Je kunt het ook zelf met de hand soepel maken."
"Als ik dat zou doen, zou je geen flikker aan mij verdienen." Ik vertelde maar niet van gemak dient de luie mens.
"Ik zet ze op de leest," zei hij snel nog een keer. "Maar dat kan ik morgen pas doen. Maandag ben ik dicht, dus kun je ze dinsdag weer halen."
"Met je tijdsbesef is niets mis. Nu nog kijken of mijn agenda het toelaat."
"Had u anders nog iets gewild? Schoensmeer? Vetertje?"
"Vetertje? Het zijn instappers, randkameel."
"Oh, maar ik dacht dat u misschien thuis nog andere schoenen …"
"Denken is de middenstand niet gegeven. Laat het aan de intelligentsia over. Schoenmaker, blijf bij je laatmaar. Dat ga je ook doen, naar ik van je heb vernomen. Fijn weekend."

Vrouwlief haalde dinsdag mijn schoenen op. Gisterenmorgen trok ik ze aan. Het kostte nog altijd veel moeite om ze aan te krijgen. Zelfs mét schoenlepel. Lopen ging wel. Ik kwam zonder al te veel pijn op de nieuwe werkplek aan. Die avond kwam ik ook weer thuis. (Zo ben ik.) Het eerste dat ik deed, was in het halletje mijn nieuwe Ecco's (veertien) uitschoppen. Daar had ik nog altijd twee handen voor nodig. En dan nog. Godsallahmachtig, wat verlangde ik alweer naar de lente. Dan kon ik weer naar buiten op mijn Teva's (vier).
Vrouwlief zag me martelen en kwam op me af. "Wat trek jij nou voor moeilijk hoofd?" vroeg ze.
Ik zette mijn Sesamstraat-Elmo-stem op en piepte van pijn. "bazbo nieuwe schoenen!"

(Deze column werd mede mogelijk gemaakt door Ecco (vijftien) schoenen en Teva (vijf) sandalen.)


Apeldoorn, november 2010