'Turkije provoceert EU met rechtszaak'
De schrijver die door Turkije wordt vervolgd is Orhan Pamuk. Hij is aangeklaagd wegens ''het beledigen van het Turkse nationale karakter'', omdat hij in een interview heeft gezegd dat hij de enige in Turkije is die openlijk durft te praten over de moord op 30.000 Koerden en een miljoen Armeniërs in het Osmaanse Rijk, de voorloper van de Turkse Republiek.
Turkije ontkent bij hoog en laag dat bij de val van het Osmaanse Rijk, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog en de eerste jaren daarna, een miljoen Armeniërs zijn vermoord. Het zijn er veel minder zo zeggen de Turken en bovendien was het geen volkerenmoord maar een burgeroorlog.
Belasteren Turkse identiteit
Turkije moet om zich te kunnen aansluiten bij de EU zijn reputatie op het gebied van de mensenrechten verbeteren. Daartoe is men bezig met een hervorming van het strafrecht. De nieuwe wet voorziet echter in het aanpakken van lieden die ''de Turkse identiteit belasteren''. Critici vrezen dat die nieuwe wet zal worden gebruikt om allerlei mensen die onwelgevallige uitspraken doen voor het regime, vast te zetten. Rehn zegt dat de Europese Commissie de mensenrechtensituatie in Turkije scherp in de gaten zal houden.
Gisteren werd Turkije door het Europese hof voor de mensenrechten nog veroordeeld voor de strafvervolging van iemand wegens zijn mening in 1997. De politieke spreker werd veroordeeld tot een celstraf wegens de haatdragende inhoud van zijn speech. Het Europese hof in Straatsburg oordeelde echter dat de spreker ten onrechte was veroordeeld wegens uitingen die haat bevorderen.
In een andere gelijksoortige zaak werd Turkije vrijgesproken. Dat betrof een schrijver die zich beledigend had geuit over de islamitische godsdienst. De veroordeling van de schrijver, uiteindelijk tot slechts een kleine boete, was terecht gebaseerd op de bijzondere wetgeving die bescherming biedt tegen dergelijke beledigingen.
Turkije werd wel veroordeeld voor de dood in 1996 van twee Koerden, die verdacht werden lid te zijn van de extremistische en separatistische Koerdische Arbeiderspartij. Volgens het hof handelden de Turkse autoriteiten zonder voldoende onderzoek te hebben ingesteld