Dag één proces tegen Mohammed B.
Advocaat Peter Plasman heeft bij aanvang van het proces tegen Mohammed B. zoals verwacht laten weten dat zijn cliënt zichzelf niet wenst te verdedigen. Plasman herhaalde zijn eerdere mededeling dat B. de volledige verantwoordelijkheid voor zijn handelen op 2 november 2004 wil nemen. Toen vermoordde hij Theo van Gogh met pistoolschoten en messteken.
B. kwam de rechtszaal binnen getooid in een zwarte djellaba en om zijn hoofd een Palestijnse sjaal. Onder zijn arm droeg hij een koran, die hij de lucht instak toen vrienden van Theo van Gogh op de publieke tribune Van Gogh's boek 'Allah weet het beter' omhoog hielden.
Dag één van het proces stond in het teken van het vinden van een motief, maar omdat B. zijn kaken stijf opelkaar hield slaagde de rechtbank daar niet echt in. De rechtbank was zichtbaar geïrriteerd door het gedrag van Mohammed B. Rechter mr. Diemer zei het onbegrijpelijk te vinden dat B. enerzijds met zijn rug naar de rechtsorde toe gaat zitten, terwijl hij er tegelijkertijd ook gebruik van maakt. ''U bent er met huid en haar ingedompeld, de rechtsorde maakt u zo vrij mogelijk'', aldus Diemer. B. glimlachte daarop, zoals hij al wel vaker deed vandaag en zei: ''Ik denk dat Plasman heel duidelijk is. Ik heb daar niets aan toe te voegen''. B. doelde daarmee op de verklaring van Plasman dat hij geen verdediging voert op verzoek van zijn cliënt. Verder zei hij dat hij misschien in de toekomst nog wel eens wat gaat zeggen.
Eén keer viel B. echter uit zijn rol en antwoordde hij nadat een rechter tegen B zei: ''U profiteert heel erg van dit land. U bent hier naar school geweest. Dit land is niet anders dan goed voor u geweest.'' B. reageerde in het Arabisch, wat na een vertaling de volgende tekst bleek te zijn: ''Ik verafschuw de duivel in de naam van Allah, de barmhartige, genadevolle. Vrede zij met hem, de profeet Mohammed.''
PBC
Tijdens zijn verblijf in het Pieter Baan Centrum heeft B. niets tegen de onderzoekers willen zeggen en keerde hen zelfs letterlijk de rug toe. Wel bleek dat B. in de kliniek heeft lesgegeven uit de koran aan twee islamitische mannen bij hem op de afdeling. Ook leende hij gewelddadige teksten uit aan anderen en zonderde hij zich tegen de regels met hen af. Daaruit leidt het PBC af dat B. doorgaat met het rekruteren voor de jihad.
Volgens het PBC was Mohammed B. echter volledig toerekeningsvatbaar tijdens de moord op Theo van Gogh. Het kan wel zijn dat hij zich laat leiden door superioriteitsgevoelens, dat hij narcistische trekken of een agressiestoornis heeft, maar niets staat vast. Aanwijzingen voor godsdienstwaanzin hebben de onderzoekers evenwel niet gevonden.
Doodstraf
Leden van het arrestatieteam die B., toen hij na de moord op Van Gogh was neergeschoten, naar het ziekenhuis begeleidden, verklaarden dat B. doodgeschoten had willen worden. ''We zeiden dat hij geluk had gehad dat hij niet was doodgeschoten. 'Dat was juist de bedoeling geweest', antwoordde B. toen''.
In een afgeluisterd telefoongesprek dat B. vanuit de gevangenis met zijn broer Hassan voerde blijkt dat B. de doodstraf zou willen krijgen: ''Ik zweer bij God. Als ze de doodstraf hadden, zou ik erom smeken. Sukkels.'' In een ander telefoongesprek heeft B. lachend tegen zijn broer gezegd: ''Ja, ik wist waar ik mee bezig was. Ik heb hem geslacht.''
Dood, geweld en verminking
B. blijkt geobsedeerd te zijn door dood, geweld en verminking. Dat valt op te maken uit spullen die bij hem thuis in beslag zijn genomen. Gevonden werden teksten die oproepen ongelovigen te doden en cd-roms met gruwelijke beelden van mutilaties, amputaties en liquidaties. Op de cd-roms staan onder andere onthoofdingen, het breken van vingers en armen, een kermisattractie die inelkaar stort en een man die seks heeft met een vrouwelijk lijk.
Rechter Diemer wilde weten wat er toch met B. was gebeurd dat hij zo kon radicaliseren in een paar jaar tijd: B. gaf daarop een ontwijkend antwoord: ''Het enige dat ik daarop kan zeggen, is dat ik elke dag tot mijn Heer bidt. Dat hij mij behoedt dat ik anders denk dan dat ik nu denk.''
Geen hard bewijs meer daders
Volgens de voorzitter van de rechtbank, mr. Bentinck, zijn er wél aanwijzingen dat anderen betrokken zijn geweest bij de moord op Van Gogh, maar hard bewijs ziet hij nog niet. Zo zijn er een aantal processtukken waaruit valt op te maken dat een aantal vermoedelijke leden van het terreurnetwerk de Hofstadgroep mogelijk vooraf op de hoogte was van de moord op Van Gogh.
Morgen gaat het proces verder. Dan komt justitie ook met de eis tegen B., die naar verwacht wordt levenslang zal zijn.