Influenza

Bazbo ... hier, nu, in mijn waterige bed, drijf ik; ik guts de lange paden af; de lange paden van een diepgaande trip; wat ontbreekt zijn de vloeistofprojecties, maar verder is alles er; beeld, geluid, geur, gevoel c.q. tastzin, emotie, smaak, besef ...
... mijn blikveld spreidt zich voor me uit als een altijd uitdijend heelal in voortdurende beweging vol zwarte gaten; alles golft en draait en beweegt; zover het zicht reikt, en zelfs nog verder, en nóg verder, want zei ik niet dat het een steeds weer verder uitdijend geheel is? ik knijp mijn ogen dicht om me ook maar heel iets voor te stellen van dit abstracte idee, maar het lukt me niet; mijn huidige verstandsvermogen is te gering, te klein, te pietepeuterig, te onbetekenend, te verwaarlozen ...
... vloeistofprojecties zijn niet eens nodig, want mijn zicht is toch al één grote brij van kleuren, vormen, bewegingen, massa's; kolkende stromen en schuimende golven van een kaleidoscopische kakafonie ...
... mijn zweterig plakkende lichaam verlangde ineens naar koortsige seks met allerlei onbekende vrouwen; vrouwen die mij in eerste instantie niet eens kunnen opwinden, maar door hun ordinaire gehijg en gekreun en hun veel te clichématige poses toch de oerbehoefte van de man naar boven krijgen; dat belachelijke likken aan die middelvinger met die overdreven natte rode lippen, die bespottelijk geile blik in hun ogen en dat idiote gekronkel van hun armen langs hun lelijke tieten; ik krijg er braakneigingen van; nee, dan nu dit; mijn lichaam snakte naar seks, gore vieze hete seks, met die overgeblondeerde neuktrutten; minutenlang gesteun en gekrijs, kwartierenlang gebef en gepijp, urenlang gepomp en gebeuk in alle denkbare acrobatische houdingen, en vooral bouwemmers vol met sperma; oneindige salvo's spervuren van ejaculatiekwakken; oceanen van smerig slijmerig druipgeil; zaad waar je in verdrinkt; en dan de stank ...
... waar boomtakken zwiepen door zware luchtstromen vol adresbestanden met namen waar nog nooit iemand van heeft gehoord; kevers met schilden van faalangst worstelen hun weg door wilde woestijnen van druipend kaarsenvet; hoofden van congiërges geheel gevuld met snippers papier; bladeren bezwijkend onder het gewicht van ladingen gele sneeuw, die eeuwen tevoren door een muisgrijze wolkenbrij is uitgekotst; en weemoed ...
... ze had me gewezen op het vreemde verschijnsel op mijn linkerheup; ik had de hele dag met haar langs het water gezeten, slechts gekleed in mijn zwembroek; de zon scheen ons van één kant heel fel toe; het was warm, erg warm, zeer warm; zij leek nergens last van te hebben, ze rende en zwom en sprong en rolde om me heen; ik bleef de hele dag zitten en keek hoe ze zich vermaakte; haar lichaam brandde op mijn netvlies, haar badpak deed me begeren; toen de zon langzaam onderging, legde ze haar hand op mijn middel; ik moest eens kijken; de linkerhelft van mijn lijf was bruin geworden, bijna rood zelfs, rechts was het nog wat witjes; op mijn linkerheup had mijn zwembroek een witte tekening achtergelaten, die sterk afstak bij het roodbruine zonnebrons ...
... hypnotiserende poelen van onmetelijke diepte; zilverblauwe waas; wenteltrappen van ijzig koud tijdsbestek ...
... een toon, de toon; de basisnoot die het fundament vormt van de symfonie van mijn leven; onheilspellend, dreigend en beangstigend klinkt hij het hele muziekstuk door; hoe warrig de melodie, hoe complex de ritmische elementen ook, mijn grondtoon speelt altijd op de achtergrond; soms moet je heel goed luisteren en alle andere geluid wegfilteren, maar hij is er; in de lage frequenties, zonder boventonen; giftig sluipend onderhuids venijn ...
... orgastisch genot wanneer ik niet hoef te persen en de fecaliën als vanzelf uit mij glijden ...
... applaus! staande ovaties, bloemenhulde, muzikaal eerbetoon, onderscheiding, hosanna, erehaag, lintjesregen, aubade, herdenkingsdienst, opgedragen aan, verrassingsfeest, gejuich, aanmoedigingen, erepodium, prijsuitreiking, applaus! ...
... de zoektocht; je kent dat wel, als je iets zoekt, is het altijd te vinden op de laatste plaats waar je kijkt; je wilt een voorbeeld; goed, dan krijg je je voorbeeld; voorbeeld: je weet dat je nog ergens een geweldig goed boek hebt over opvoeding; waar lag het ook al weer; toen je de boekenwand inrichtte, leek het boek niet belangrijk genoeg om een mooie plaats op een plank te geven; het verdween, samen met de andere studieboeken uit een ver grijs verleden, in een van de vele dozen met boeken die je waarschijnlijk nooit meer zou inkijken; die dozen verstopte je zorgvuldig op de zolder, opgestapeld achter een rij kasten, een serie kisten met overbodig serviesgoed, een opklaplogeerbed, en meer van die zooi; en nu, nu wilde je dat boek weer in je handen hebben; iemand had er naar gevraagd, je wilt het uitlenen; op zoek, dan maar; als volleerd mijnwerker begeef je je in de schacht achter de zolderkasten; nadat je de kisten met overbodig serviesgoed, het opklaplogeerbed en meer van die zooi opzij hebt gezet, zie je jezelf geconfronteerd met een onmogelijke stapel kartonnen dozen, die zichtbaar overvol met boeken zitten; op goed geluk pak je de eerste doos; nadat je de hele doos hebt leeg gemaakt, moet je concluderen dat het gezochte boek hier niet in zat; ook de tweede doos bevat niet het bewuste leesstuk; je twijfelt aan je systeem van zoeken; misschien moet je niet van voor naar achteren zoeken, maar is het boek in de doos terechtgekomen, die als eerste achter de kasten verdween; monter zet je alle dozen opzij en begin je aan de allerlaatste doos; helaas; dan maar de voorlaatste; álles kom je tegen, ouwe plakboeken, fotoalbums, schrijfschriftjes en rekenbladen, maar niet dat ene boek; enfin, vele uren later vind je het boek en wel in de allerlaatste doos die je opent, juist op het moment dat je alle hoop hebt opgegeven en vreest dat je het boek al hebt weggegeven of uitgeleend, of dat het bij het opruimen in de papierbak is verdwenen; de zoektocht ...
... water stroomt met bergbeken tegelijk mijn mond in; de gedachte aan blauwe schimmelkaas alleen al doet me snakken; tegelijkertijd komt de herinnering; ze had een kruimeltje Rochefort aan een mondhoek zitten; ik vloog op haar af; met een wilde beweging likte ik de Franse kaas uit haar gezicht; met grote ogen keek ze me aan ...
... de herinnering de herinnering; vanwaar toch altijd weer dat geheugen dat me parten speelt; vaak ervaar ik memorie eerder als een belemmering dan dat het vreugde schenkt; mijn gedachten dwalen dikwijls af naar zware tijden uit het verleden en onmiddellijk neemt de zwaarmoedige geestestoestand van toen opnieuw bezit van me; ik schijn een pijnlijk genoegen te smaken uit verleden leed ...
... groengele derrie uit lillend vlees; gestold vettige suspensie (niet voor oraal gebruik); drabberig voortkruipende smeer met vuilwitte weerschijn; bruine zweem van verrotting; de geur van verregaande ontbinding; heftig wederkerende antiperistaltiek die zichtbare verteringsresten voortbrengt; de aanblik van verschaald smegma ...
... de eerste keer dat ik met een meisje naar bed ging; we hadden samen op haar kamer onze huiswerkopdrachten zitten maken; daarna een glaasje wijn; ik was stuntelig en knoeide op mijn spierwitte broek; ze zei dat het niet gaf en dat ik anders was dan de andere jongens; dat ik niet altijd probeerde stoer te doen; ik had humor; ze moest zo vaak om me lachen (ze vermoordde me daarmee bijna); ze zei dat wijnvlekken er het beste uitgingen als je er zout op gooit; ze hielp me mijn broek uittrekken en behandelde hem met zout; toen kwam ze heel dicht naast me zitten op de bank; ze zoende; ik vond haar mooi en lief en leuk en alles; we waren jong; ze zei dat ze nog nooit seks had gehad en dat ze wel eens wat wilde uitproberen; we probeerden van alles uit; we zeiden wat lekker was; ik boven, naast elkaar alle organen betasten, zij boven, achterlangs met mijn handen op haar middel en billen, en meer; ik deed haar klaarkomen; ze sidderde, meer niet; uiteindelijk was het mijn beurt, met wilde korte stoten, terwijl ik bovenop haar lag; het duurde niet lang; we keken elkaar recht in de ogen; dus dit was nu seks, echte volwassen grote mensenseks; we hadden alles samen uitgevonden; twee weken later verhuisde ik en zag ik Petra nooit meer terug ...
... de immer terugkerende woede om de stomste dingen; hoe je een vuilniszak in een afvalbak moet doen; bruine klonten in de suikerpot; kroonkurken op het aanrecht; verkeerd gestapelde afwas; uitgeholde hompen kaas; gebruikte lucifers teruggestopt in het doosje ...
... verlang ik alweer naar de belangrijke mensen om mij heen; mannen en vrouwen; waaronder Hans en Bril, Billy, het Niet Onaardige Meisje en het meisje dat ik Blackwater heb genoemd, Elvje, Debbie, Zij, en natuurlijk Marianne; de mensen die er écht toe doen; en Luc en Eline, vooral mijn bloedeigen zoon en mijn vrouw; mijn vrouw, die wist dat ze me deze dagen zoveel mogelijk alleen moest laten, want ...
... zo vertrouwd haar rug, zo bekend haar benen, zo thuis haar borsten, zo intiem haar hals, zo veilig haar armen ...
... zo koud en warm tegelijk dit draaiende bed; ik zweet en ik bibber van de koorts; alles draait alles draait; ik sluit mijn ogen en alles draait en draait en draait maar door ...