Bob de Grote - Degelijke Bob

Thako (Okaht)

Hoofdstuk 4 - Degelijke Bob
(zie ook Hoofdstuk 1, Hoofdstuk 2, Hoofdstuk 3)

Het leven is betrekkelijk eenvoudig compleet om te gooien. Eén extreem besluit is afdoende. Een half jaartje je rekeningen niet betalen. Bier als ontbijt gaan gebruiken. Stoppen met het dragen van kleding. Een carrière als straatmuzikant starten.

Bob koos een ander pad. Bob ging 'degelijk' doen.

Bob was vierentwintig toen Roos in beeld kwam. Roos was tegelijk spannend en degelijk. Spannend in de zin dat ze wist wat ze wilde en ze wilde Bob. Degelijk in de zin dat ze geen hoge eisen aan het leven stelde. Kinderen krijgen, huisvrouw, moeder en echtgenote worden en het verder gewoon lekker voor elkaar hebben. Bob vond dit prima.

In eerste instantie had Bob Roos nog niet eens gezien. Roos was bloedmooi en vriendin van een vriendin van één van zijn maten. Op dat ene feestje liepen echter nog wel meer verrekt leuke vriendinnen van vriendinnen van zijn maten rond. In een dergelijk gezelschap speelde Bob vele rollen, maar nu net niet die van womanizer. Dit stelden alle vriendinnen en alle vriendinnen van vriendinnen op prijs en gerust, dus was Bobs aandacht altijd sterk verdeeld. Met al die losse doch diepgaande gesprekken over relaties, ware liefde en carrièrekansen voor vrouwen, was het dubbel zo lastig om de signalen van die ene dame die wél belangstelling had op te pikken.

“Ga je nu ook nog tegen mij ouwehoeren?” Roos was doortastend. Geen slap gelul. Recht voor z'n raap.
“Hé hallo”, antwoordde Bob. “Ik ben Bob. Had ik jouw al eerder gezien?”
“Mwa. Zo ongeveer op ieder feestje in het laatste jaar? Alleen heb jij het altijd veel te druk met tegen al die mutsen aan kletsen. Ik snap echt niet hoe je dat gezanik aan kunt blijven horen! En  ik weet dat jij Bob bent. Ik ben Roos.”

Slechts een paar zinnen Maar dan wel met de mooiste, ondeugendste, opwindendste en harten smeltende glimlach die Bob ooit had gezien. Roos wilde Bob kopen en Bob was per direct verkocht. Diezelfde avond belandde Bob met Roos in bed. Een paar maanden later trok Bob bij haar in. Bob was nog maar net vijfentwintig en alweer getrouwd. Hij had voor Roos allerhande vage plannen losgelaten en had na een stukje opleiding een baantje gevonden als technisch tekenaar. Bob ging een heel degelijk leven leiden.

Bob begon aan een hele serie nieuwe rollen. De rol van minnaar was de leukste. Die van zorgzame echtgenoot was lastiger. Niet dat hij geen zorgzame echtgenoot was of wilde zijn, maar andere belangen schreeuwden ook bij voortduring om aandacht. Er waren gewoon maar weinig zaken die Bob met mate kon doen. In werk en studie ging hij altijd net wat verder en harder dan per se nodig was. Met de avondstudies probeerde hij zijn positie nog verder te verbeteren. Als techneut werkt hij bovendien voornamelijk voor detacheringsbureaus, wat betekende dat hij vaak ieder half jaar tot een jaar van werkplek veranderde en andere collega's kreeg. En zo werd de aandacht van Bob meer en meer verdeeld over meer en meer rollen.

Het was perfectionisme in de meest destructieve vorm. Bob wilde de beste minnaar zijn. De beste echtgenoot. De beste student, werknemer, collega en ook nog gewoon de beste in de sociale omgang van alledag. Alles moest minimaal goed en het liefst perfect zijn. Het was een doorlopende creatie van een perfecte Bob. Een Bob die door iedereen kon worden aanvaard, gewaardeerd en geliefd.

In zijn werk werkte dit prima. Met name het werken op projectbasis was een handige manier om jezelf snel van je beste kant te laten zien en weg te wezen voordat er barstjes in je imago verschenen. Voor Roos was dit echter lastiger. Bob verloor zichzelf in zijn werk, wat ten koste ging van zijn rol als echtgenoot. Voor Roos werd steeds duidelijker dat haar man wel degelijk zijn uiterste best deed om er voor haar te zijn, maar dat zij de man met wie ze trouwde steeds vaker verloor. Al die verschillende rollen verdrongen die van die leuke gast die ze ooit op een feestje had ontmoet.

Daar kwam bij dat er na een een jaar of zes nog altijd geen kinderen waren. Binnen hun huwelijk was er niet veel meer over dan enkel Bob en Roos. Bob verloor zichzelf in zijn werk. Roos verloor zichzelf in haar eigen huis. De spanning van het werken stond in groot contrast met Bobs lege thuis. Voor Roos was haar thuis niet wat ze ooit tot doel had gesteld.

Uiteindelijk stortte Bob in en verviel in zware depressies. Zowel zijn huwelijk als Bob zelf gingen ten gronde aan zijn eigen streven naar de perfecte Bob. Roos herkende haar eigen Bob niet meer en wees hem de deur. Roos zou al snel opnieuw trouwen en binnen vijf jaar vijf kinderen op de wereld zetten. Niet Bobs kinderen.

Bobs oma Willemien was een paar jaar daarvoor al overleden. Ze had de respectabele leeftijd van zesentachtig bereikt en was eenvoudigweg in haar slaap overleden. Vanuit een blakende gezondheid en een nog altijd heldere geest, een plotselinge en simpele hartstilstand in bed. Bobs moeder had haar uiterste best gedaan om het huis in de oorspronkelijke staat te behouden. Als eerbetoon en een soort van monument voor de vrouw waarvoor ze stiekem altijd enorme bewondering had gehad. De enige persoon buiten haarzelf waar ze ooit bewondering voor had gehad.

Bob trok bijna als vanzelfsprekend in zijn oma's huis. Alles beter dan als dertiger intrekken bij zijn nog altijd intens chaotische en onvoorspelbare moeder. Bovendien was oma's huis de enige plek waar Bob nog ooit echt helemaal Bob was geweest. Bob had het idee zichzelf nu weer te kunnen herontdekken.

Helaas. Toen ging Bob pas echt naar de kloten. Bob bleek ook nog een enorm talent te hebben om perfect naar de kloten te gaan.