Wij zijn wél Amsterdam!

Trudy (Zonnetje40)

Ach, Thako. Je hoeft je geen zorgen te maken over onze vriendschap, hoor! Wij Amsterdammers zijn ruimdenkend. En ja. Wij zijn natuurlijk behoorlijk bepalend voor heel Nederland. Ook voor Brabantse boertjes. Toch wil dat niet zeggen, dat jij je mening niet mag ventileren zoals je gisteren deed in je column Wij zijn géén Amsterdam. Natuurlijk heb ik je column een beetje meewarig gelezen.

Vooral omdat ik zelf in Amsterdam woon.

Kijk, zonder arrogant te zijn, mag ik mezelf toch wel een ervaringsdeskundige noemen waar het Amsterdam betreft. Ik ben geboren in een van de kleinste dorpjes van Nederland: Tollebeek. Gemeente Noordoostpolder. Destijds vier straten, een VIVO en een postkantoor. Een behoorlijke cultuurschok voor mijn ouders die hun hele leven in Rotterdam-Zuid hadden gewoond. Maar de woningnood was groot in Rotterdam. Acht jaar wachttijd voor een piepklein huurhuis. Dus verkasten ze naar de – toen net drooggelegde- Noordoostpolder waar ze de huizen voor het uitkiezen hadden. Tot mijn 39e heb ik in diverse dorpen gewoond. Toen zo’n anderhalf jaar in Rotterdam. Ik ontmoette mijn huidige man en wij kregen een relatie. Het eerste jaar hadden we een latrelatie, we pendelden elk weekend tussen 010 en 020. Uiteindelijk besloten we om ons in Amsterdam te settelen. Ik was helemaal verliefd geworden op onze hoofdstad. En mijn vriend had een prachtig appartement in De Pijp, thé place to be, in Amsterdam.

Wat werd ik warm ontvangen door de vriendenkring van mijn man. Ik kwam als provinciaaltje in een warm nest. Ondanks mijn streng gereformeerde achtergrond en mijn onervarenheid met andersdenkende mensen werd ik onmiddellijk geaccepteerd. Nooit heb ik ooit maar iets ervaren van arrogantie of dat er over Amsterdam gesproken werd als zijnde trendsetters. Gewoon niet. Net zulke mensen als jij en ik. Want wat zijn echte Amsterdammers? Mijn man is een echte Amsterdammer. Ja, hij kan veel vertellen over zijn stad met gepaste trots. Daar is dan ook wel reden toe! Hij heeft me inmiddels heel veel plekjes laten zien in Amsterdam en mij verteld over de geschiedenis. En die is echt heel interessant!

Ik hoor nooit dat Amsterdam enerverender zou zijn dan de rest van Nederland. Daar praten we hier namelijk helemaal niet over. Amsterdammers weten toch niet beter dan dat kroegen  tot diep in de nacht open zijn, dat je om twee uur ’s nachts nog een patatje kan scoren, óók maandagnacht? In Brabant roepen jullie toch ook niet elke dag: “Nou, da’s mooi, de supermarkt is alwéér om negen uur open vandaag!” Nee. Je went aan dat wat je elke dag ziet.

Thako, Thako. Je hebt het over hoeren en het uitgaansleven van Amsterdam. Hoe kortzichtig! Je lijkt wel een Japanner, die denkt, dat er in Nederland om de drie meter een molen staat en dat je op je klompen constant struikelt over tulpen!

Je kan zeggen wat je wilt, maar qua cultuur en kunst zit je gewoon goed in Amsterdam. Ik kwijl als ik de architectuur van al die prachtige gebouwen zie. Maar er is ook een keerzijde, daar heb je gelijk in. Die Noord-Zuidlijn, te belachelijk voor woorden. Het eind lijkt ook nog lang niet in zicht. Het Rijksmuseum, ook gestoord, hoe lang dat al met al heeft geduurd. Dat vinden de Amsterdammers ook, hoor Thako! Dit is echter niet te wijten aan de bevolking van Amsterdam, maar aan het bestuur van Amsterdam. En er is hier genoeg commentaar op het stadsbestuur, neem dat maar van mij aan!

Overal zijn goede mensen en slechte mensen. Mijn eerste week als inwoner van Amsterdam was geen succes. Als naïef provinciaaltje heb ik harde lessen moeten leren. In die week werd mijn handtas gestolen uit de paskamer van een kledingzaak. Mijn hele hebben en houden zat in die tas, juist, omdat ik midden in een verhuizing zat. Ik was bang, om belangrijke papieren kwijt te raken, dus hield ik die bij me. Ik liep de paskamer uit om mijn jurk te bewonderen in de spiegel en even later was mijn tas weg. In diezelfde week werd mijn auto weggesleept, omdat ik op een plek stond waar ik maar tot een bepaalde tijd mocht staan. Wist ik veel. Geen warm onthaal dus, qua stad. Sindsdien is me dat niet meer gebeurd. Je hebt gelijk. Er zijn wijken in Amsterdam waar ik voor geen goud midden in de nacht zou willen rondlopen. Ook ben ik niet echt trots op het stadsbestuur. Slappe hap, waar het veel zaken betreft. Maar dat wij daar in Amsterdam prat op zouden gaan, nee, dat ben ik niet met je eens. Iedereen wil toch in een veilige, prettige en vriendelijke omgeving wonen?

Amsterdam wordt niet als uitgangspunt genomen. Bij veel onderzoeken worden diverse steden aan onderzoeken onderworpen. Neem nou de kwaliteit van het basisonderwijs. Amsterdam, maar ook Den Haag en Utrecht werden onderzocht. En dat is ook wel logisch. Je mag er toch van uitgaan, dat daar waar de autochtone bevolking rijk is vertegenwoordigd, dat daar weinig tot geen tweede taalproblematiek valt te constateren?

Je hebt ook een punt waar het gaat om het Zwarte-Pietenonderzoek. Dit onderzoek heeft in Amsterdam plaatsgevonden. En binnen Amsterdam werd het inderdaad een politiek thema, met bezwaarschriften en protesten. In Emmercompascuum zou je deze discussie niet hoeven voeren. Het is ook veel te ver gegaan. Maar volgens mij heeft dat te maken met de landelijke politiek. Onze houding ten opzichte van de gekleurde medemens. We zijn als de dood geworden om te discrimineren, als de dood om een PVV-aanhanger genoemd te worden. Zal ik je eens wat vertellen, Thako? Sinds ik in Amsterdam woon, ben ik anders gaan denken over allochtonen. Als ik die term tenminste nog mag gebruiken zonder racistisch te zijn. Voordat ik in Amsterdam woonde, vond ik dat alle mensen hetzelfde zijn. Dat alle mensen dezelfde rechten en plichten hebben. Sinds ik hier woon, zie ik de cultuurverschillen, maar dat vind ik logisch. De mentaliteitsverschillen, dáár heb ik vaak moeite mee. Op mijn werk ervaar ik dat bijvoorbeeld ook over de arbeidsethos. Wat een verschillen zie je dan!

Jij stelt, dat in Amsterdam alles meteen gigantisch uit de klauwen loopt. Een voedingsbodem voor uit de hand lopende discussies. En in de provincie gebeurt dit volgens jou ook, maar daar wordt wat gescholden, wat overleg gepleegd, en dan is het opgelost. Bullshit. Amsterdam komt gewoon altijd in het nieuws, wat er ook gebeurt. Dan wordt het vervolgens opgeblazen in de media.

Toen ik drie jaar was, verhuisden we naar Marknesse, ook een dorpje in de Noordoostpolder. Er gebeurde van alles, maar in het geniep. Een vader, die zijn twee zwakbegaafde dochters prostitueerde. Een kinderlokker, die door iedereen als ‘een beetje gek, maar niet gevaarlijk’ werd betiteld, maar die ondertussen wel kleine meisjes onzedig betastte. Geroddel. Sociale controle. Mijn moeder, die als ‘stadse trut’ niet werd geaccepteerd. Wij, de kinderen, werden gepest vanwege ons Rotterdamse accent. Alles werd in de doofpot gestopt, wat er ook gebeurde.

Ik heb liever dat zaken worden opgeblazen in de media, dan dat zaken onder het vloerkleed worden geveegd en dat niemand er meer over mag praten. Dát zijn pas traumatriggers.

Wij zijn wél Amsterdam! Hier komen de toeristen. Ze vergapen zich aan de schitterende gebouwen, de prachtige musea, genieten van tochtjes met een rondvaartboot en keren huiswaarts met de herinnering aan een onvergetelijke tijd in Amsterdam.

Thako, je bent van harte welkom in Amsterdam. Je bent ook van harte welkom in ons kleine huisje in de Pijp. We zullen je met plezier rondleiden hier en je vol trots de mooie plekjes van Amsterdam laten zien. Wedden, dat je dan niet meer vloekt? Nee, je zal met een roomzachte ‘g’ en een keiharde ‘k’ zeggen: “Geweldig! Kolere, ik wil hier wonen!”