Videoboodschap uit het graf (3)

Jean-Paul (Days-Of-Wild)

De vorige aflevering lees je hier.

"Wat doen we nu?", vroeg Richard. "Kijken we verder?" Niemand durfde iets te zeggen. Ze waren allemaal nieuwsgierig en angstig tegelijk. De angst leek de boventoon te voeren.
"Ja!"
Iedereen keek naar Ewout.
"Ja?"
"Waarom?"
"Jullie weten wat er gaat gebeuren. Althans, hij heeft het over jullie gehad. Ik weet van niets. Ik leef de hele tijd in onzekerheid. Niet dat ik wil horen dat ik dood ga of zoiets. Ik geloof ook niet in hocus pocus en ik betwijfel of het waar is..."
"Of het niet waar is? Je weet toch wat er gebeurd is?"
"Wat is er dan gebeurd?" Ewout klonk strijdvaardig.
"Alexander is met mijn auto verongelukt in Duitsland."
"Oh ja?"
"Kom Ewout, niet raar gaan doen nu. Ik heb hem zelf gezien." Wims stem klonk gesmoord.
"Hij was toch onherkenbaar? Hij moest toch aan zijn ringen en kleren herkend worden?"
"Ewout! Zo is het genoeg", zei Richard streng.

"Nee Richard, laat hem uitpraten", zei Tillie. "Hij heeft gelijk. Zijn gezicht was... weg." Haar ogen schoten vol. "Zijn lichaam was geplet", snikte ze, "maar behalve zijn ringen en kleren zou ik hem niet kunnen hebben herkennen. Het zou iedereen geweest kunnen zijn." Ze barstte in tranen uit. Tussen de snikken door zei ze, "en het enige wat naar jouw auto verwijst was het nummerbord en de kleur. De rest was ook onherkenbaar."

Het werd stil in de kamer. Allemaal overdachten ze het ongelofelijke, zou Alexander nog leven? Zou hij een dergelijk misselijke grap met hen uitgehaald hebben? Een walgelijke grap zelfs, want er was iemand bij overleden. Het ongeluk, dezelfde auto en nummerbord, dat was in scène te zetten, maar een lijk... dat simuleer je niet zo maar.
"Zou Alexander dit met Harm in elkaar gestoken hebben?", vroeg Richard voorzichtig.
"Oh mijn god", riep Tillie uit.
"Ik weet het, een vreselijk idee."
"Nee, het beeld."
"Wat is daar mee?" Iedereen keek naar de tv en het stilstaande beeld van oom Harm.
"Hij noemde onze namen op en keek ons aan. Hij eindigde met jou. Jij zat rechts. Nu kijkt hij naar links, naar mij."
"Ik denk dat hij dan net een seconde of wat later gestopt is. Ik keek naar jou, niet naar de tv."
Niemand wist zich het laatste beeld dat ze gezien hadden te herinneren.
"Het zal wel verbeelding geweest zijn", zei Tillie, niet echt gerustgesteld.

"Wat doen we nu?", zei Wim. "Geloven we hier in, of geloven we dat het een rotgrap is van Harm en Alexander. Ik geloof niet in spokerij, dus het moet haast wel een grap zijn."
"Grap", zei Richard meteen.
"Maar hoe verklaar je dan dat die namen in een andere volgorde gezegd zijn", opperde Annie.
"Omdat het een smerig spelletje is van Richard", zei Tillie opeens.
"Wat?!" Allemaal keken ze haar aan.
"Ben je gek of zo?", Richard keek haar boos aan. "Waarom zou ik dat doen?"
"Dat weet ik nog niet precies. Maar jij bent de meest logische persoon."
"Dit is waanzin. Stel dat ik het ben, waarom zou ik dan zeggen dat wij een affaire hebben gehad? Waarom zou ik zeggen dat Alexander mijn zoon is. Dat wist ik niet eens."
"Maar je vermoedde het wel. Misschien dacht je wel dat dit een prima mogelijkheid was om onder je huwelijk uit te komen."
"Oh, dus laat ik mijn auto maar in de prak rijden!! En hoe durf je te beweren dat ik iemand vermoord heb! Alexander of een ander."
"Tja, geld denk ik. Jij was altijd al uit op Harm zijn erfenis. Misschien heb je bij wijze van grap dit opgezet en er later de mogelijkheid ingezien om er met het geld vandoor te gaan. Misschien had je het idee de hele tijd al en heb je oom Harm voor je karretje weten te spannen."
"Dit is volslagen krankzinning", zei Richard.
"Oh ja, is dat zo? Jij bent degene die de hele tijd de verdenking op Alexander probeert te laten vallen. Jij bent degene die er 'toevallig' aan denkt om de DVD mee te nemen. En waarom ging je anders niet naast mij zitten maar aan het andere eind van de bank?."
"Richard?", de stem van Annie klonk gevaarlijk.
"Wat? Geloof jij haar nu ook al?"
"Dat weet ik niet, maar het klinkt wel aannemelijk."
"Jullie zijn gek. Hartstikke gek. Is dit wat jullie denken?"
Wim zijn houding vertelde dat hij het heel aannemelijk vond klinken. Tillie haar ogen schoten vuur. Ze kon eenvoudigweg niet geloven dat haar zoon zoiets zou doen. Richard daarentegen wel. Annies blik hield het midden tussen ernstige twijfel en tegen beter weten in proberen haar man te geloven.
"Fijn. Ik ben er klaar mee. Geloof wat je wilt, ik weet dat ik het niet ben. Hou die DVD, kijk ernaar zoveel je wilt, ik hoef niet meer. Annie, Ewout, we gaan!"

De spanning op de begrafenis van Alexander was om te snijden. Het was een raar eerste rijtje dat daar zat voor de kist. Links zaten Tillie en Wim. Daarnaast zat Ewout. Naast hem zaten Richard en Annie. Ewout was de buffer tussen beide families. Op de kist, tussen de bloemstukken, stond een foto van Alexander. De muziek begon te spelen en de overige familie en vrienden kwamen de aula binnen. Alexander moest erg geliefd zijn, zoveel mensen waren er. Ewout keek achterom. Er waren er zelfs zoveel dat sommigen moesten staan. Toch mooi als je kennelijk zoveel betekend hebt voor zo veel mensen. Jammer alleen dat je dat zelf niet kan zien. Ewout keek nog eens goed naar de achterste rij mensen. Het leek wel of er achter hen nog iemand stond. Het was een rare schaduw, een soort van schim. Dat kwam vast door het licht dacht Ewout en hij richtte zijn blik weer op de kist en de foto. Precies zoals hij Alexander herinnerde, zijn hoofd iets schuin naar beneden en zijn favoriete rode sweater en felgekleurde honkbalpet.

De uitvaart was sober. Niemand van de familie was bij machte om wat te zeggen. Een collega en een oude studievriend lazen een korte boodschap voor. Daarna ging men naar het graf. De bloemstukken werden rondom het graf neergelegd, de foto werd aan het hoofdeinde van het graf neergezet. Het leek zo net of Alexander op zijn eigen graf neerkeek. Na het dankwoord van de uitvaartleider zakte de kist schokkend naar beneden. Naast het graf stond een grote mand met rode en witte rozen. Iedereen die wilde kon een roos pakken en deze op de kist gooien. Wim en Tillie waren de eersten. Daarna kwamen Richard en Annie. Ewout had niet zo'n haast gehad om naar het graf te lopen en stond vrij ver naar achteren. Hij hoefde ook niet zo nodig voorop te staan. Mensen die al afscheid hadden genomen en die terug liepen naar de aula hoorde hij praten.
"Mooi die foto, vond je ook niet?"
"Ja, zo stemmig ook, dat zwart-wit."
Ewout schrok op. Het was toch een kleurenfoto? Dat wist hij zeker. Hij keek op naar de foto maar deze was inderdaad zwart-wit. Ewout begon aan zichzelf te twijfelen.

Toen hij aan de beurt was, pakte hij een rode roos uit de mand en gooide die op de kist. Hij keek hem na tot hij trillend op de inmiddels flinke stapel andere rozen terecht kwam. "Slechte bloemist", mompelde hij. Veel van de bloemen die in het graf waren gegooid waren uit elkaar gevallen. Ewout keek nog eens goed. Alleen de witte bloemblaadjes waren eraf gevallen. De rode waren nog intact. Hij bukte zich en pakte een witte roos uit de mand. Hij voelde aan de bloem. Stevig. Hij gooide hem in het graf. Zodra deze op de stapel bloemen kwam vielen de bloemblaadjes er vanaf. De lege steel bleef liggen op de stapel.

Ewout stapte opzij om de volgende mensen aan de beurt te laten. Maar in plaats van door te lopen keek hij hoe de bloemen in het graf vielen. Bij iedereen gebeurde hetzelfde. De rode bleven heel, de witte vielen uitelkaar. Als laatste liep Ewout terug naar de aula. Voor hij naar binnen liep keek hij nog eenmaal om naar het graf dat hij nog net kon zien. Het leek of daar iemand stond. Ewout moest denken aan de schaduw die hij in de aula had gezien. Wie of wat het was pakte een roos uit de mand en gooide die in het graf. Ewout liep zo snel als hij gepast vond op een begraafplaats terug naar het graf. De schim was verdwenen. Ewout keek in het graf. Bovenop de lege stelen, de witte rozenblaadjes en de rode rozen lag één witte roos. Helemaal intact.

Volgende week het slot.