Het reservaat vs. de kruisvaarder

Redactie

Column door Spherios

Zoals ik een jaar geleden al aankondigde hier zou ik een rokersreservaat oprichten. Dit zou ik alleen doen als een jaar na invoering van het rookverbod het verbod nog steeds van kracht zou zijn.
Aangezien het een jaar geleden is, en de plannen al zeker een half jaar volledig klaar in de kast liggen bij mij, vond ik het tijd voor een beschouwing van het verbod heden ten dag.

Deze bestudering was vrij snel voorbij, want het geldt nog altijd in het hele land, met uitzondering van een klein café in het noorden, dat dapper strijd blijft bieden tegen de betutteling. Dus een stuk land opgekocht op de Veluwe, bouwvergunningen aangevraagd en tot zover geen problemen.

Inderdaad, tot zover, want jawel, daar is onze eigen kabouter Plop en z’n opvoedkundige lessen, beter bekend in de volksmond als dhr. Ab. Klink, onze vrolijke kruisvaarder van Volksgezondheid. Hij hing witheet aan de lijn bij mijn secretaresse, hier een korte impressie van het gesprek:

“Jah, goedemiddag, Ab Klink hier, dhr. Spherios ook aanwezig?”
“Jazeker meneer, ik zal u doorverbinden.” Na enige seconden komt dhr. Klink binnen op mijn eigen lijn in mijn kantoor.
“Goedemiddag, rokersreservaat De Schoorsteen, waar kan ik u mee van dienst zijn?”
“Spreek ik met dhr. Spherios, minister Ab Klink van Volksgezondheid hier, wat u doet is een grove schande, hoort u mij, dit kan gewoonweg niet, een reservaat voor één van de grootste gevaren van de volksgezondheid, dit is een schande, een schande, hoort u mij?”
“Ik hoor je Appie, maar nou is het onze beurt, nu is het de beurt aan de roker, wij komen in opstand, we pikken het niet langer, begrijp je dat?”
Nee, daar begreep onze kruisvaarder niets van, en smeet de haak op de hoorn.

Dezelfde middag nog contact opgenomen met de aannemer, die het hele park op de Veluwe aan het oprichten was. Kreeg alleen niet hem aan de lijn, maar de leider van de “Volksgezondheidspolitie”. Hij liet me in niet mis te verstane, kort afgebeten zinnen weten, dat mijn reservaat met de grond gelijk gemaakt was, de grond onteigend was en dat ik maar beter niet terug kon keren naar de plaats waar mijn droompark zou worden opgericht, want daar zou ik flink spijt van krijgen.

Zoals jullie begrijpen ging me dat toch echt te ver, mijn droom zo bruut verstoord zien worden.
Ben direct op de fiets gesprongen en naar de Stichting Gelijke Behandeling gescheurd. Het plaatselijke Jezusfanatics-team wat ik hierbij bijna omver reed, zal dat vast begrijpen, en zo niet, dan hadden ze daar maar niet moeten staan. (Da's trouwens weer een heel ander verhaal.)

Eenmaal aangekomen bij de Stichting Gelijke Behandeling, heb ik mijn beklag gedaan over de gang van zaken tegen mijn zo prachtige ideaalbeeld. Ze begrepen mij helemaal, al wilden ze wel wat meer weten over mijn visie en waarom ik het in hemelsnaam een reservaat noemde. Dit heb ik hun uitgelegd en zal het ook met jullie delen.

In den beginne, voor enig verbod, mocht er overal gerookt worden, binnen, buiten, op het werk en in de kroeg. Overal waar men keek, zag men de heerlijke rookwaar aangeprezen worden, op tv, op billboards en in de etalages van de verschillende rookwaarwinkels. Toen kwam het verbod op reclame maken voor rookwaren. Op zich geen ramp, aangezien we toch al wisten hoe lekker roken is. Jammer dat de Marlboro-man ten onder is gegaan. Daarna kwam het verbod op het roken op de eigen werkplek. Ook nog geen ramp, dan lopen we gewoon even naar buiten toe. (Met zeikende collega’s als gevolg, maar dat nemen we als roker op de koop toe) en toen, jawel toen was het leed compleet.

Niet meer roken in de gehele horeca. Ook daar mogen wij als roker niet langer meer ons geliefde sigaretje opsteken, doen wij dat wel, dan wordt de kroeg grof beboet en daarna zelfs vervolgd en gesloten. Zelfs hierin zijn wij meegegaan, aangezien we niet veel andere keus hebben.

Daarom dus het predikaat reservaat, want daar kan de roker overal roken waar hij wil, beschermd, onbezorgd en vooral niet aan pietluttige regeltjes die ons steeds verder terug drijven als groep. We worden langzaam aan overal verbannen, onder het credo, “alles wat slecht is voor het volk het land uit”.

Ik zeg, laten we beginnen met minster Appie Klink, en misschien nog wel beter, dat hele kabinet het land uit.