Uitlevering PKK-kopstuk verboden
Het is nu definitief dat voormalig PKK-kopstuk Nuriye Kesbir niet door Nederland aan Turkije mag worden uitgeleverd. De Hoge Raad bepaalde dat gisteren in een arrest. Het hoogste rechtscollege vindt uitlevering onverantwoord zolang het gevaar bestaat dat Kesbir zal worden gemarteld in Turkije.De uitspraak is een nederlaag voor Justitie-minister Piet Hein Donner, die Kesbir wél wilde uitleveren. Hij vond dat Turkije wel degelijk naleving van de mensenrechten garandeerde. Eerder ving hij al bot bij de rechtbank (in 2004) en bij het Gerechtshof (in 2005).
Later mogelijk toch
De Hoge Raad bepaalde gisteren dat Kesbir in de toekomst wellicht wel uitgeleverd kan worden, als het land concrete toezeggingen doet aan Nederland dat de PKK-activiste naar behoren zal worden behandeld. In dat geval is er sprake van nieuwe feiten en kan Donner alsnog besluiten Kesbir uit te leveren. Kesbirs advocaat Victor Koppe heef geen vertrouwen in dergelijke toezeggingen: ''De Turken blijken niet in staat zware mensenrechtenverdragen na te leven. Dan kun je ook niet verwachten dat ze garanties nakomen.''
Turkije verdenkt Kesbir ervan dat zij als kopstuk van de Koerdische terreurbeweging PKK betrokken is geweest bij 24 aanslagen in de jaren negentig waarbij in totaal 144 doden vielen. Ze is in Nederland al een tijd geleden vrijgelaten. Kesbir heeft overigens geen status als asielzoeker, omdat een verzoek daartoe eerder al tot aan de Hoge Raad aan toe is afgewezen.
Nuriye Kesbir