Ex-Jehova's verzoeken om doopverbod: 'kinderen overzien de gevolgen niet'

Jippie

De doop van minderjarigen bij de Jehova’s getuigen moet worden verboden. Daarvoor pleit een Gelderse stichting van ex-Jehova’s getuigen in een brief aan de Tweede Kamer en het ministerie van Rechtsbescherming. De stichting wijst op de grote gevolgen van de doop: een totale sociale uitsluiting als je de groep na de doop verlaat. Als een vader besluit om uit de Jehovah's getuigen te stappen, worden zijn kinderen daarna als vaderloos beschouwd.

Omroep Gelderland heeft een reportage over de ervaringen van ex-Jehova's getuigen gemaakt.

Een doopverbod zal er niet snel komen, volgens theoloog en kerkhistoricus Peter Nissen. "In Nederland is godsdienstvrijheid bijna een heilige traditie." Door de scheiding van kerk en staat mengt de overheid zich niet snel in religieuze kwesties, zegt hij.

Rechtszaak
In België zijn Jehova’s getuigen vorig jaar veroordeeld wegens de gevolgen van sociale uitsluiting voor hun ex-leden, en voor de aanzet tot discriminatie, haat en geweld. Maar het Hof van beroep draaide recent deze uitspraak terug. De stichting 'Against Watchtower Shunning' van Henri Dahlem bereidt nu een soortgelijke rechtszaak voor in Nederland. Dahlem wil vooral dat de politiek zich gaat buigen over het aan banden leggen van sociale uitsluiting. “Dat begint met de doop. Die is niet vrijblijvend", zegt hij. "Het is heel anders dan lid zijn van een voetbalclub. Je kan niet meer wisselen. Dat is het hele punt."

In een reactie aan Omroep Gelderland schrijft een woordvoerder van de Jehovah's getuigen in Nederland:

“Jehovah’s getuigen hebben geen kinderdoop en kinderen die in gezinnen van Jehovah’s getuigen opgroeien worden niet per definitie gedoopt.” De doop is een individuele vrijwillige keuze van een persoon zelf.

“Hoewel Jehovah’s getuigen het heel jammer vinden als hun kind hun geloof niet deelt, blijven ze nog steeds van hem of haar houden. Ze zullen de band met hun kind niet verbreken alleen omdat het kind geen getuige van Jehovah wil worden.”

Ook geeft de organisatie aan dat de verhalen van ‘ontevreden ex-leden niet als representatief of als waar’ moet worden aangenomen.