Goedemorgen!

Driek (DriekOplopers)

Iedere ochtend buigt Driek Oplopers zich over het nieuws om daarna een lastige vraag te stellen. Vandaag over kiesdelers en voorkeursstemmen.

Gisteren werd de definitieve uitslag van de Kamerverkiezingen bekend. Twee kandidaten, die op basis van de lijstvolgorde niet waren gekozen, kwamen door voorkeursstemmen alsnog in de kamer, ten koste van twee collega’s. De gelukkigen waren Sabine Uitslag (CDA) en Pia Dijkstra (D66).

Het is goed, dat de kiezers een kandidaat met voorkeursstemmen in de Kamer kan kiezen. Democratie ten top. Maar ik zit ergens mee. De kiesdeler (het aantal stemmen dat nodig is voor één kamerzetel) bedraagt ongeveer 60.000 stemmen. Maar voor een voorkeurszetel zijn slechts ongeveer 15.000 stemmen nodig, een kwart van de kiesdeler. En als de partij niet in totaal minimaal 60.000 zetels haalt, gaat het voorkeursfeest niet door. Vreemd.

Uitslag en Dijkstra haalden ruim 15.000 voorkeursstemmen. Rita Verdonk haalde een veelvoud daarvan, maar haar partij kwam niet aan de 60.000. Gevolg: Uitslag en Dijkstra wel in de Kamer, maar Verdonk, die in haar eentje meer stemmen haalde dan deze twee kandidaten samen, niet in de Kamer. Mijn democratisch gevoel jeukt een beetje. Dit rare systeem moet op de helling. Ook het aantal stemmen voor een voorkeurszetel zou gelijk moeten zijn aan de kiesdeler. Pas dan kun je stellen dat iemand op eigen kracht in de Kamer is gekomen.

En kan Pia Dijkstra mij even laten weten, of ze van plan is om, nadat ze in een Kamerdebat haar zegje heeft gedaan, haar betoog niet af te sluiten met de bekende zin “En dan nu Erwin Kroll met het weer”?