Goedemorgen!
Iedere ochtend buigt Driek Oplopers zich over het nieuws om daarna een lastige vraag te stellen. Vandaag over een zogenaamde Godsdienstkwestie in Amsterdam.
Het Amsterdamse vervoerbedrijf GVB heeft een rechtszaak gewonnen van een medewerker die een halsketting met een kruis eraan op zijn uniform wilde dragen. Halskettingen die over de kleding heen hangen, zijn in strijd met de huisstijl van het GVB. De medewerker vindt dat zijn Godsdienstvrijheid in het geding is, maar de rechter gaf hem geen gelijk. Terecht. Ik heb nog nooit van een Godsdienst gehoord, die het zichtbaar dragen van een kruis aan een halsketting verplicht. Het blijft altijd een lastige vraag: is zo’n tramconducteur nou een bevlogen Christen, of een Godsdienstwaanzinnige? Ik neig naar het laatste, want:
Moslima’s krijgen van het GVB een hoofddoek uitgereikt, in de bedrijfskleuren, dus prima passend bij het uniform. De suggestie dat het GVB dus maling aan de door hun Godsdienst voorgeschreven regels van het personeel heeft, kunnen dus naar het rijk der fabelen worden verwezen. Wat dat betreft is het GVB dus een prima werkgever.
Kunnen de betrokken tramconducteur en zijn advocaat mij eens laten weten of ze vinden dat het overal met de haren bijslapen van Godsdienstvrijheid zich zal keren tegen degenen die écht een beroep op dat recht moeten doen? Als maar genoeg mensen te pas en te onpas jammeren dat de Godsdienstvrijheid in de knel komt, worden de mensen die écht zo’n probleem tegenkomen niet meer gehoord.