Ergernissen! (4)

Joris (Tigertje)

Trein Amersfoort-Utrecht, eerste klas. Als ik ga zitten valt mijn oog op een stel aan de andere zijde van de trein. Goed gekleed, beiden lezend, er gaat een serene rust van ze uit.

Maar dat is snel afgelopen. Nog voor de trein begint te rijden gaat de vrouw met luide stem bellen. Nu ben ik hier niet ten principale tegen maar wel als mensen hun hele dag door de GSM gaan blaten met een persoon waar ze naar onderweg zijn. Daar zij elke zin van de ander herhaalde, bleef ik tot vervelens toe op de hoogte. Bovendien eindigde zij elke zin met een lijzig "hmmm": "We zitten in de trein, hmmm". De trein gaat nu rijden, hmmm. Over een half uur zijn we bij jullie, hmmm".
Ik kon het niet laten ze te tellen.

En de man? Die deed niks. Bleef lezen, keek niet op en reageerde nergens op. Na 43 "hmmm's" was het gesprek afgelopen en deed ik iets wat ik zelden doe:

T: vindt u het echt nodig om mij mee te laten genieten van al uw belevenissen van de dag?
V: pardon, heeft u het over mij, hmmm?
T: ja, ik spreek u aan op het feit dat u mij dwingt mee te luisteren.
V: tsja, het is een GSM, hmmm.
T: dat weet ik maar u zou kunnen overwegen uw GSM in openbare ruimtes slechts te gebruiken voor korte informatieve gesprekken, zoals wanneer uw trein aankomt.
V: dat zou kunnen maar dat hoeft niet, hmmm?
T: nee, het hoeft niet.
(er valt een stilte)
T: u belt bovendien op een buitengewoon irritante manier.
(ik weet het, erg foute opmerking maar ik had 'm behoorlijk zitten)
V: pardon, hmmm!?!
T: u sluit elke zin af met "hmmm", dat heeft u dit telefoongesprek 43 keer gedaan, erg storend.
V: pfff, dat ik bel is niet goed en hoe ik bel ook niet, hmmm.
T: precies!
V: u gaat wel ver hoor, Piet, zeg jij er eens wat van.
(zij spreekt nu haar man aan, die gedurende het hele gesprek niet een keer heeft opgekeken)
P: 44.
V: huh, hmmm?
T: huh?
P: geen 43 maar 44 keer.
(ik maak een bevestigend gebaar naar de vrouw. Even valt een stilte, dan springt ze op en beent met grote passen de coupé uit)
T: wat....?
P: ze gaat bellen met haar oudste dochter.
T: oh....sorry trouwens...dit is niet mijn gewoonte maar ik kon het niet laten.
P: ik ben blij dat u er iets van heeft gezegd, ik wilde dat al tijden doen, maar de lieve vrede hè.
T: aha.

De trein komt aan in Utrecht, ik stap uit.