Celibatair leven

Hadewych (Twinky)
Mijn ouders zijn al heel lang katholiek. Vooral mijn moeder, en ja, ze zijn best streng af en toe. Ik moet elke zondag mee naar de kerk zolang ik nog thuis woon, en natuurlijk zijn er regeltjes die in niet-katholieke gezinnen niet voorkomen. Ikzelf ben niet katholiek.

Toch leer ik er af en toe wel wat van. In ieder geval over katholieken en waarom ze bepaalde dingen doen. Van de zomer toen ik in de Bronx was heb ik gewerkt met franciscaner broeders. Deze leuke kerels, want er waren echt wel heel knappe mannen bij, leven celibatair. Ze doen aan het celibaat.

Met de allerleukste broeder heb ik erg veel gesprekken gevoerd, en hij heeft me veel verteld over broeder-zijn, en ook over het celibaat. Afgelopen weekend was er een bijeenkomst van een katholieke gemeenschap waar mijn ouders bijzitten (en ik mee naartoe moet) en daar werd ook over celibatair leven gepraat.

Niet-katholieken en niet-erg-katholieken hebben vaak erg veel moeite met het idee dat iemand celibatair kan leven. Ze begrijpen en het niet en vinden het gewoon raar. Daarom wil ik hier vertellen wat het precies inhoudt, en misschien begrijpen in ieder geval jullie er alweer iets meer van. Ik wil er wel bij vertellen dat ik de visie van de katholieke kerk uitleg. Ik hoor niet bij de katholieke kerk en sta hier ook niet honderd procent achter. Toch heb ik er erg veel respect voor.

Om het celibaat beter te begrijpen begin je eigenlijk automatisch met het huwelijk. Het huwelijk is volgens de katholieke kerk, een huwelijk tussen een man en een vrouw. Het duurt hun hele leven en scheiden is bijna onmogelijk. Deze ideologie is tot en met halverwege de twintigste standaard geweest in Nederland, en pas de laatste eeuw kwam daar verandering in.

Het huwelijk is heel belangrijk in de katholieke kerk. Elke katholiek, of eigenlijk elk mens, heeft een doel in zijn leven. Dit wordt ook wel een roeping genoemd. Eigenlijk is deze roeping altijd ‘vruchtbaar zijn’, iets nalaten in de wereld, en voor de meeste mensen is dit het trouwen met iemand van het andere geslacht en dit huwelijk vol te houden tot de dood hen scheidt en met deze partner kinderen voort te brengen.

Seks hoort in het huwelijk. Ook hier is een mooie uitleg voor. Een man en een vrouw kunnen zich namelijk op twee manieren aan elkaar geven, geestelijk en lichamelijk. Het doel van het huwelijk is dit beide te kunnen doen. Voor het trouwen gebeurt dit al geestelijk, en het lichamelijke komt hierna, als bevestiging van het helemaal geven van jezelf. Je wacht hiermee tot na je huwelijk omdat je jezelf maar één keer echt kunt geven, en je dit doet aan degene waarmee je je hele leven samenblijft.

God heeft seks aan de mens gegeven als het mooiste wat er bestaat. Je geeft jezelf helemaal aan je partner, en bezegelt dit met elke vrijpartij opnieuw. En wat nog mooier is, is dat van de seks kinderen komen. Je roeping is vruchtbaar zijn, en deze kinderen geven het bewijs dat je vruchtbaar bent, en dus vruchtbaar bent voor God, omdat je binnen Zijn huwelijk deze kinderen maakt.

Nu het celibaat. Je hebt verschillende vormen van celibatair leven. Een priester beleeft het natuurlijk op een andere manier dan een broeder of een zuster, maar in principe komt het allemaal op hetzelfde neer.

Als je besluit priester te worden, in te treden in een kloosterorde of op een andere manier voor een levensstijl te kiezen waarin het celibaat ‘gewenst’ is, kies je voor God, Jezus en de kerk. Met andere woorden: je geeft jezelf aan God! En eigenlijk doe je dus hetzelfde als een man en een vrouw binnen het huwelijk doen. Ze geven zichzelf helemaal. Bij de Franciscaner zusters in de Bronx werd het zelfs uitgebeeld door middel van een ring. Na een jaar of vijf novice (zuster met jaarcontract) te zijn geweest krijgen ze een ring. Dit zou je kunnen zien als een trouwring. Ze trouwen met Jezus. Geestelijk geven ze zich helemaal aan Hem en lichamelijk ook. En omdat seksualiteit eigenlijk het mooiste is dat je van God hebt gekregen, is er ook niks mooiers dat je aan Hem terug kan geven. Voor de broeders en priesters is dit ongeveer hetzelfde. Ze trouwen alleen niet met Jezus maar met de kerk, want die is vrouwelijk.

Natuurlijk is het niet altijd even makkelijk om te leven volgens het celibaat. Maar als je echt van iemand houdt geef je je helemaal, lichamelijk en geestelijk, door middel van het huwelijk. Dus als een priester echt van God, Jezus en de kerk houdt, kan hij zich helemaal geven. En geen huwelijk is perfect. Er zijn altijd wel problemen, die meestal wel overkomelijk zijn.

Ik hoop jullie wat geleerd te hebben, en laat alsjeblieft de flauwe grappen en domme opmerkingen achterwege.