DTvOH: De gehoornde Quatar

Xessive
Issaphaus... Thon vormde de naam met zijn lippen. Met Issaphaus' lippen. Hij liep door de straten van Sierward-Ages, die vol waren met mensen en andere wezens. Hij stak met kop en schouders boven ze uit. Thon liep verder, met grote stappen. Hij duwde kinderen aan de kant, en koos bruut zijn weg. Het leek alsof hij precies wist waar hij heen moest. Linksaf, een klein straatje in. Rechtsaf, oversteken, en een schop tegen een katachtige adviseur. Soktur verscheen, en wees hem erop dat hij moest uitkijken.
'Niet te veel opvallen, meester,' zei hij. Thon negeerde hem en liep onverstoorbaar door. Hij draaide een steegje in waar het verrassend rustig was en liep door naar het einde waar een deuropening met twee houten klapdeurtjes zat. Hij duwde de klapdeurtjes open en stapte de donkere bar binnen.

In 'De gehoornde Quatar' was het rustig op deze tijd van de dag. Slechts een tweetal bezoekers hingen aan de bar, waarschijnlijk om bij te komen van hun laatste gevecht, beide een glas herstellende drank voor hun neus. Ze, allebei menselijke figuren, keken even op om de bedoeling van de nieuwe bezoeker te peilen. Thon gaf ze het teken dat hij geen kwaad in de zin had, waarna ze zich weer over hun glas bogen. Hij wandelde naar de bar. Thon koos altijd deze kroeg om zijn voorraad op peil te houden. 'De gehoornde Quatar' was eigenlijk niets bijzonders; gewoon een kroeg waar je goederen kon kopen. 's Avonds was het er meestal wel wat drukker, maar nog niets vergeleken met de enorme kroegen in de binnenstad, waar de verschillende subgames gespeeld werden en de hele dag door spelers samendromden. 'De gehoornde Quatar' had, in ieder geval in Thon's ogen, een streepje voor op de andere kroegen.

'Kan ik u ergens mee helpen?'
Thon staarde in de felgroene ogen van het meisje achter de toog en vroeg zich onwillekeurig voor de zoveelste keer af waarom de makers van Het Spel een personage als Suzy in een kroeg achter in een klein steegje hadden weggemoffeld. Haar schoonheid was, wat Thon betrof, ongeëvenaard in Het Spel, en hij had toch al heel wat van de speelwereld gezien.
'Hallo Suzy. Ik kom wat voorraad halen. Heb je de lijst van Kelkele nog?'
'Natuurlijk,' zei Suzy, 'heeft je karakter het niet overleefd of heb je zelf gekozen voor een nieuw personage?'
'Niet overleefd,' zei Thon.
'Ik vind dit karakter leuker,' zei Suzy met een knipoog, 'ik zal de spullen van de lijst van Kelkele voor je pakken.'
Thon keek haar na tot ze achter het gordijn was verdwenen dat voor de opening naar de voorraadkamer hing. Hij wist wel dat ze maar een personage was in Het Spel, maar toch voelde hij zich in haar buurt altijd goed. Niet dat het ooit wat kon worden natuurlijk. De spelers en personages waren geslachtsloos. Aan uiterlijke kenmerken was uiteraard wel te zien of ze een man of vrouw waren, maar verder dan uiterlijke kenmerken ging het niet. Zoals zoveel spelers had Thon in het begin benieuwd één keer naar beneden gekeken, maar het beeld van een kruis dat je normaal alleen bij poppen ziet, zeker bij jezelf, zorgde ervoor dat je dat niet graag nog een keer deed. Het zou voor het lichaam van Suzy ook gelden. Eeuwig zonde en een gemiste kans voor de makers van Het Spel, maar ze hadden er vast hun redenen voor.

Met een voorraadtas vol spullen verliet Thon even later weer de kroeg. Eenmaal terug op de hoofdstraat merkte hij al snel dat er iets aan de hand was. Uit de richting van het centrum kwamen grote hoeveelheden spelers langs gerend. Thon greep er één en trok hem naar zich toe.
'Wat is er aan de hand?'
'Laat me los!' schreeuwde de speler. Zijn ogen schoten paniekerig van links naar rechts. 'Er komt een hele groep Wolfyres deze kant op!'
Thon liet hem gaan en de speler ging er weer vandoor. Wolfyres in de stad? Die kwam je normaal alleen tegen op de vlaktes. Hij haalde zijn schouders op. De makers van Het Spel deden wel vaker vreemde dingen en de meeste spelers waren dan misschien niet opgewassen tegen de Wolfyres, Issaphaus kon ze makkelijk aan. Het waren maar wezens van level 40, een mooie gelegenheid om zijn nieuwe lichaam te testen.

Thon baande zich, links en rechts spelers uit de weg duwend, een weg door de vluchtende massa naar het midden van de straat en bleef daar staan, zijn gezicht in de richting waar de menigte vandaan kwam. Hij reikte over zijn schouder naar achter, vond het heft en trok het enorme zwaard tevoorschijn dat op zijn rug hing. Hij liet de punt van het zwaard op de grond zakken, leunde met twee handen op het heft en wachtte af.

De overige delen: |1|2|3|4|5|6|7|8|