Tommy

Xessive
De wieltjes van haar scootmobiel bobbelen lui over de naden van de stoeptegels. Het is een mooie herfstdag. Niet te koud, niet te winderig, de belofte van regen in de lucht, maar voor nu is het nog droog. Om de zoveel meter stopt ze haar scootmobiel even en werpt een blik opzij naar het kleine hondje dat aan ieder struikje langs de weg even wil ruiken.

Op dit soort dagen mist ze Herman toch wel heel erg. Hij hield van de herfst en de wandelingen in de kleurrijke bossen. Tommy was dan ook eigenlijk zijn hondje. Zelf was ze op haar manier wel gek op het beestje, maar Herman was verzot op hem.

Het overlijden van Herman kwam onverwacht en ze had niet verwacht zo veel steun te vinden bij het vrolijke diertje. Natuurlijk komen haar kinderen en kleinkinderen wel eens langs, maar zo'n hondje helpt je toch de dag door, brengt wat gezelschap in de dagen dat er niemand langskomt. Voor de TV heeft ze geen geduld meer, dat is alleen maar ellende en narigheid. Nee, 's avonds luistert ze een beetje naar de radio. Tommy ligt dan op haar schoot, zoals hij ook altijd bij Herman lag. Het is vreemd, maar met Tommy is het net of Herman er nog een beetje is. Ze zou niet weten wat ze nog zonder Tommy moest.

Ze stopt haar scootmobiel en kijkt naar beneden.
'Tommy, gaan we weer naar huis? Krijg je dan wat lekkers?'
Tommy geeft haar een blijde blik, want de woorden 'wat lekkers' begrijpt hij wel.
Hij keft en samen gaan ze weer op weg. Het leven is nog niet zo slecht.

Hondje opgehangen bij overval gehandicapte