DTvOH

Hadewych (Twinky)
Er was een deur in de muur verschenen. Hij zag niet hoe, wanneer of waardoor, maar de deur was er, verschenen uit het niets. Thon liep met zijn nieuwe, zojuist in gebruik genomen lichaam naar de deur en opende deze. De overgang was enorm. Hij bevond zich op één van de verdiepingen van de toren. De deur waar hij net uit was gekomen was slechts één van de honderden deuren die in een enorme boog van hem wegliepen tot ze niet meer te zien waren, om vervolgens in een even ruime boog weer terug te komen aan zijn andere zijde. Ongeveer vijf meter voor hem gaapte een enorm gat. Voorzichtig schuifelde Thon naar de rand en keek naar beneden. Hij keek in een enorme, peilloze diepte en zag de talloze andere verdiepingen, allemaal met dezelfde eikenhouten deuren. Hij verplaatste zijn blik naar boven. Daar was meer te zien, aangezien de lichten hoger steeds feller werden, en ook daar vervolgden de verdiepingen met deuren hun weg.

Wat er moest gebeuren was voor Thon bekend. Hij liep naar achteren totdat hij met zijn rug tegen de deur aanstond, zette zich schrap en rende naar voren. Bij de rand zette hij zich af om zover mogelijk binnen het gat te komen. Hij vloog een paar meter naar beneden, en was ongeveer tien meter van de rand vandaan, voordat hij weer naar boven werd geblazen. Een zeer sterke luchtstroom nam hem mee naar boven, en hij vloog steeds sneller door de lucht tot de rijen met deuren één grote waas werden. De omgeving werd steeds lichter en hij begon met vertragen. Toen het licht bijna té intens werd om zijn ogen nog open te houden, verloor hij het bewustzijn.

Een beetje verdwaasd kwam Thon weer bij. Hij bevond zich op een soort plein dat hem bekend voorkwam. Het Torenplein was de verdieping van de Heilige Toren op de begane grond. Aangezien de toren steeds smaller werd naarmate je hoger kwam, was dit de grootste verdieping. En hij was dan ook héél groot. Het Torenplein was eenvoudig toegankelijk door enorme bogen, die overal langs de rand stonden. Achter de bogen waren de oudste gebouwen van Sierward-Ages te zien, die direct na de bouw van de Toren waren geplaatst. Het plein zelf had een diameter van tien kilometer en liep een beetje schuin naar het midden toe. Af en toe vond er een groot evenement plaats op het Torenplein. Dan hingen er niet alleen schermen om te kijken wat er allemaal gebeurde, maar kon je, mits je niet al te klein was, over andere toeschouwers naar beneden kijken, hoewel je van vijf kilometer afstand weinig kon zien. Het laatste evenement waar Thon geweest was, was een oneervol ontslag voor een van de hoogstgeplaatste beheerders. (De reden was nogal beschamend. De beheerder had ruzie met een speler gehad en als wraak gezorgd dat iedereen hem zonder kleren zag, behalve hijzelf. Om te zorgen dat niemand het hem duidelijk kon maken was hij ook nog eens doof. De beheerder had dit overigens ook bij het complete leger van de speler geflikt, en iedereen die goed bevriend was met hem. De beheerder werd ontslagen, omdat dit al de achtste keer was.)

Thon stond op en liep over de vloer, die op dit gedeelte van het Torenplein een mozaïek was. Hij probeerde zich te oriënteren, maar het lukte slecht. Het was lang geleden dat hij voor het laatst op dit plein was geweest. Twee jaar objectieve tijd, wat ongeveer op dertien jaar tijd in Het Spel neer zou komen. Hij kon het zich gemakkelijker maken.

'Soktur,' riep Thon duidelijk.
Het doodse gedrocht verscheen braaf. Hij had zich schijnbaar al meer met zijn lot weten te verenigen, aangezien de gezichtuitdrukking behoorlijk neutraal was. Thon vroeg zich af wie eigenlijk op het idee was gekomen een adviseur dergelijke emoties te geven.
'Ja, meester?'
'Waar op het plein bevind ik me nu?'
'Aan de westkant, ongeveer drie kilometer van het middelpunt.'
'Bedankt, je kunt gaan,' waarop de geest verdween.
Aan de westkant van Sierward-Ages was het meeste te doen, als je daarin nog onderscheid kon maken. Het was echter ook het meest drukke deel van de stad. Tenminste, volgens de laatste berichten die hij had gehoord. Hij twijfelde nog even, maar verwachtte dat het overal in de stad druk zou zijn, met name op de plekken waar hij naar toe zou gaan. Thon keek nog even achterom, waar een enorme pilaar het midden van het Torenplein markeerde. Toen vervolgde hij zijn weg westwaarts, richting de daadwerkelijke stad.

Dit was het laatste deel dat Kanaiken achter had gelaten. Volgende week komt het eerste deel van Xessive en dan nemen we het dus helemaal over!