10 kleine negertjes deel 8

Hadewych (Twinky)

lees eerste de voorgaande delen!
10 kleine negertjes deel 1
10 kleine negertjes deel 2
10 kleine negertjes deel 3
10 kleine negertjes deel 4
10 kleine negertjes deel 5
10 kleine negertjes deel 6
10 kleine negertjes deel 7

Van een diskette: neger001.doc

Tien kleine negertjes gingen uit eten langs verre wegen,
Één overat zichzelf, toen waren er nog maar negen.
Negen kleine negertjes praatten tot diep in de nacht,
Één kon niet meer wakker worden, toen waren er nog maar acht.
Acht kleine negertjes kwamen op een eiland aangedreven,
Één zei dat hij niet verder wilde, toen waren er nog maar zeven.
Zeven kleine negertjes kapten hout met een kapmes,
Één sloeg zichzelf in tweeën, toen waren er nog maar zes.
Zes kleine negertjes hielden een honingbedrijf,
Één werd gestoken door een bij, toen waren er nog maar vijf.
Vijf kleine negertjes kregen met het recht gemier,
Één kwam terdege in de knoei, toen waren er nog maar vier.
Vier kleine negertjes gingen naar zee en zie,
Een rode haring verzwolg er één, toen waren er nog drie.
Drie kleine negertjes gingen naar Artis mee,
Een grote beer drukte er één fijn, toen waren er nog maar twee.
Twee kleine negertjes gingen naar 't zonnebad heen,
Één verbrandde er helemaal, toen was er nog maar één.
Één klein negertje bleef helemaal alleen,
Hij hing zich tenslotte maar op, dus bleef er toen niet één.

En toen waren er nog maar vier. 2Mini was erg stil. Hij reageerde steeds minder in het subforum, en ook op IRC en MSN zei hij niets terug. Ik weet niet of hij ons of mij negeerde, of dat hij misschien het druk had met andere dingen, maar het was nou eenmaal zo.
Rickmans zei ook niet veel. Hij deed zijn taken op de weblog, maar voor de rest was ook hij nauwelijks aanspreekbaar. Ik vond het vreemd, en probeerde zelf de lege gaten op te vullen.
Met Nietzman had ik daarentegen wel goed contact. Aan de telefoon en via internet vertelde ik hem alles. Mijn vermoedens, mijn ideeën, en het was fijn dat er iemand naar me luisterde.

Met de vriendin van Tolgashakur had ik nog een paar e-mailtjes gestuurd. Ze liep inmiddels bij de psychiater en haar leven was verwoest. Niet alleen doordat Tolgashakur waarschijnlijk niet meer lang te leven had, maar ook omdat ze in de gevangenis vreselijke dingen had meegemaakt. Het beleid was daar heel erg anders dan hier, en dus veel en veel strenger.

Ook begon ik overal negertjes te zien. Op school tekende ik ze zelf in mijn schriften, en als ik ze dan later terug zag was ik er van overtuigd dat het mijn beurt was. Naar het strand zou ik echt niet gaan, maakt niet uit wat, al zouden ze me dwingen. De politie raadde het ons ook af, maar dat was redelijk logisch. Ik vroeg me af of rickmans er zich aan zou houden. Hij ging vaak met zijn vriendin en zijn zoontje Tobias wandelen langs de kustlijn, en je wist niet wat er kon gebeuren. De politie had het hem in ieder geval verteld, maar of hij er iets van aan zou trekken, was nog de vraag.

Nog steeds had ik respect voor de moordenaar. Hoe hij alles kloppend kon maken, ons echt verschrikkelijk bang kon maken, het leek haast een thriller. En wie het ook was, het moest iemand zijn die erg goed kon nadenken, plannetjes maken en alles perfect uit kon voeren. Zo iemand als Jerruh dus. Die was trouwens zaterdag vrijgelaten. Nog niet echt, maar ze konden hem niet langer vasthouden, aangezien ze niet voldoende bewijs hadden. Het leek voor de hand liggend dat Jerruh iets met de dood van Nolius te maken had, maar omdat er nog meer moorden gepleegd werden en hij daar echt niets aan kon doen, leek het toch iemand anders te zijn.

Meteen toen Jerruh thuis was, belde hij me op. Hij was zo blij om weg te zijn uit de gevangenis. Elke dag was hij verhoord, en ze lieten hem keer op keer vertellen wat er precies gebeurd was, hoe lang hij op de wc gezeten had en of hij iets gehoord had. Ook wilde hij weten wat de vorderingen waren. Toen hij nog vast zat had ik hem ook veel verteld aan de telefoon, maar dit was ongeremder, niemand luisterde mee. Toch klonk hij nog niet helemaal zoals de oude Jerruh. Het was ook niet niks om van moord met voorbedachten rade beschuldigd te worden. We spraken af voor de volgende dag in de stad, bij de McDonalds op de markt.

Toen ik aan kwam lopen, zat Jerruh er al. Alleen aan een tafeltje, verdwaasd voor zich uitstarend. Zijn huid was grauwer, zijn ogen stonden flets. Ik hoopte dat ik hem wat op kon vrolijken. We hebben daar twee uur gezeten, Big Macs gegeten (geen Cheeseburgers) en heel erg veel gepraat. Hij had echt verschrikkelijke tijden gehad in de gevangenis. De politie had verschillende verhoortechnieken op hem uitgeprobeerd, en bijna had hij toegegeven, al had hij het niet gedaan. Tegen vijf uur fietste ik weer naar huis. Opnieuw leek het alsof ik een in het zwart gekleed persoon weg zag duiken achter een boom, en meteen begon ik sneller te fietsen. Dat Jerruh vrij was betekende nog niet dat het voorbij was, want de dader was nog steeds niet gepakt.

Meteen toen ik thuis kwam ging de telefoon. De politie. Tolgashakur was overleden. Officieel aan een hongerstaking, maar ze wisten wel beter. Alweer mochten we niet naar de begrafenis. Het zou veel te gevaarlijk zijn, ons allemaal bij elkaar te hebben. Dat begreep ik niet, want de dader sloeg duidelijk één voor één toe, en hoe graag hij ons dood wilde, dat zou heel de sport wegnemen.

Steeds meer dacht ik erover na om onder te duiken. Ergens heen te gaan, waar ik niet gevonden zou worden, maar ik kon het niet over mijn hart verkrijgen iedereen hier in de steek te laten.

Drie dagen later was het zo ver. Rickmans was gewoon naar het strand gegaan. Toen hij in het water dook en een flink eind richting de horizon verdween, iets wat hij altijd even deed bij hun uitje, hoe koud het ook was, verdween hij plotseling uit het zicht. Zijn vriendin belde meteen de politie, die met motorboten het water op gingen. Nog diezelfde avond spoelde zijn lichaam aan op het strand. Zijn schedel was ingeslagen en hij was meteen overleden.

De kapitein van een vissersbootje vertelde later dat ze een onderzeeboot hadden gezien. Uit het luik keek een in het zwart geklede man of vrouw met een verrekijker naar het strand. Toen rickmans zich om ging kleden, verdween de boot onder water.

De hele dag probeerde ik Nietzman te bereiken. Ook de politie kreeg geen contact met hem. Tot diep in de nacht drukte ik elke keer dezelfde cijfertjes in op mijn telefoon. Gek werd ik van het geluid van de voicemail, die ik keer op keer insprak. Rickmans is dood. Rickmans is dood. Bel me terug, alsjeblieft. Nietzman, antwoord nou…

Ik stond er helemaal alleen voor, en we waren nog maar met zijn drieën. Wie zou de volgende zijn?

Tien webloggers. Tien negertjes. Is dit een grap van een thuisgebleven weblogger of is er een andere grappenmaker in het spel?
In de volgende WWKW zal het snel duidelijk worden.

Weet jij wie de dader is? Of heb je andere ideeën over dit mysterie? Reageer!