Keroppi heeft voedselvergiftiging

Keroppi
Keroppi heeft voedselvergiftiging

(Een verhaaltje wat iets minder geschikt is voor mensen met een sterk inlevingsvermogen)

Op een redelijk doorsnee maandagochtend zat ik in de trein om de voor mij zeer gebruikelijke reis van Rotterdam naar Utrecht af te leggen. Het enige ongebruikelijke aan deze rit was, dat ik me niet helemaal jofel voelde. Ondanks het uitgebreide ontbijt wat ik naar binnen had gewerkt die ochtend, had ik het idee dat mijn maag in een bodemloze put was getransformeerd en voortdurend om voedsel schreeuwde.
Maar ik had die dag geen lunchpakketje in mijn standaarduitrusting zitten, en aangezien ik pas net station Rotterdam Alexander had gepasseerd zou het ook nog een dik half uur duren voordat ik weer in de buurt van etenswaren zou zijn.
Ik vermande mezelf, er zijn mensen op deze aardbol die redelijk vaak een dag zonder voedsel moeten zien door te komen, dus dat half uurtje zou ik toch ook wel moeten overleven.
Ik zette muziek op, nestelde mezelf in het hoekje tegen het raam en deed een poging tot half-slapen, immers ervaring had mij geleerd dat op die manier een treinreis het snelste voorbij gaat.

Aangekomen in Utrecht centraal besloot ik dat ik me niet 100% voelde. De honger had plaatsgemaakt voor een vaag gevoel van misselijkheid. Even twijfelde ik nog, maar toen besloot ik dat het beter was om de bus naar huis te nemen in plaat van die naar de faculteit. Normaal volg ik toch redelijk braaf alle lessen, maar af en toe een hoorcollege missen is geen misdaad, sprak ik mezelf toe.

In mijn kamertje aangekomen, gooide ik de deur achter me dicht en dook op mijn bed. Lekkere warme trui aan en zo wat doezelen op bed, daar knapt een mens meestal van op. Rond de middag herinnerde ik me dat ik vandaag mijn galajurk (type: prinsesjesjurk) nog moest laten vermaken. Ik checkte nog even bij mezelf of ik me wel okee voelde, maar afgezien van een beetje onbestemd gevoel ging het best aardig vond ik. Bovendien, een beetje frisse buitenlucht zou me alleen maar goed doen.

Dus met die gedachte stapte ik op mijn fiets en vertrok richting centrum. Daar aangekomen stalde ik mijn fiets aan de gracht om het laatste stukje naar de winkel te lopen.
En toen gebeurde het, midden op straat, een acuut misselijk gevoel in mijn buik wat maar op een ding kon duiden. Ik moest overgeven en wel nu!
Maar wat doe je dan? Midden in een drukke winkelstraat in het hart van Utrecht? Ik twijfelde nog even tussen het donkere steegje (gênant, smerig, maar wel dichtbij) en het dichtstbijzijnde café (maar zou ik dat wel halen?). In een fractie van een seconde koos ik voor de laatste oplossing en stormde het café binnen.
"Waar is hier het toilet, ik ben opeens heel misselijk geworden" stamelde ik tegen de man achter de toog. Hij had zijn vinger nog niet uitgestoken of ik spurtte al in de richting die hij aangaf.

En ja hoor, daar verdween mijn ontbijt in het riool. Na mijn mond gespoeld met water te hebben keek ik eens goed naar mezelf. Daar stond een lijkbleek meisje met uitgelopen mascara onder haar ogen. Niet bepaald charmant.
Ik probeerde mezelf wat op te lappen en het gekke was dat ik me na 2 minuten eigenlijk weer kiplekker voelde, en dus toch richting de winkel ging. Daar hees ik me in mijn prinsessenjurk, liet de bandjes innemen en trok mijn spijkerbroek met shirtje weer aan.

En dat had geen vijf minuten langer moeten duren. Want toen ik bij de kassa stond om het geheel af te rekenen, voelde ik opeens weer dat gevoel van een kwartiertje geleden opborrelen. Met een piepstemmetje vroeg ik aan de dame uit de winkel "Heeft u misschien een toilet?" Ze antwoordde ontkennend en ik bracht met een mogelijk nog zieliger stemmetje uit "Dan ren ik even naar buiten hoor!" en voegde gelijk daad bij woord.

En dar stond ik wederom in een winkelstraat, nu mogelijk nog drukker dan de eerste keer. En geen donker steegje dan wel café binnen handbereik. Het koud zweet brak me uit, wat nu? Toen zag ik in een ooghoek een afvalbak van de locale patatkraam. Ik wilde niet, maar mijn lichaam weigerde naar mijn verstand te luisteren en trok haar eigen plan.
Dus daar ging ik vervolgens, en ik durf te beweren dat het een van de gênantste momenten uit mijn leven was, voor het oog van diverse mensen die lekker een patatje aan het verorberen waren wederom over mijn nek.
Wat zouden ze wel niet denken? Weer zo’n dronken student? Het liefste wilde ik uitroepen: het was niet van de drank, ik ben ziek! Maar ik griste wat servetjes van de counter, fatsoeneerde mezelf wat en liep terug naar de winkel.

Aan het gezicht van de dame achter de kassa kon ik wel zien wat ze dacht, want wat als ik nog die dure jurk had aangehad, wat dan? Beschaamd rekende ik af en als een klein hoopje zieligheid vertrok ik weer naar huis.

Daar ben ik in bed gerold, met een teiltje naast mijn bed, en beleefde een helse dag en nacht.