Paspoortellende

Francesca
Bijna iedereen kijkt met verlangen uit naar de feestdagen in december, naar het samenzijn met familie en vrienden. Veel mensen weten hun familie dichtbij en hoeven er niet ver voor te reizen, want velen hebben een auto en zo niet, maakt men gebruik van het openbaar vervoer.
Als wij met onze familie Kerstmis willen vieren, moeten we 1800 kilometer reizen én een paar grenzen over, want wij wonen in het buitenland, in Napels om precies te zijn. Ik hoor het jullie al denken: nou en? De Europese grenzen staan tegenwoordig toch wijdopen en over vervoer gesproken...

De grens is het probleem niet, die kunnen wij wel over, maar mijn zoon niet: hij heeft geen geldige reisdocumenten. We hebben er aan gedacht om hem de grens over te smokkelen. Hij past bijvoorbeeld met gemak in de kofferbak van een auto, languit zelfs, maar ja, dan moet je er wel één hebben.
Wij hebben onze oude brik verkocht, vorige week, aan een Amerikaan, ook woonachtig in Napels. Het is niet zo dat we nu geen auto hebben: er staat een spiksplinternieuwe op ons te wachten, in een garage, ergens in Nederland.

Op mijn bureau liggen onze vliegtickets voor maandag 20 december, als een drietal wrede reminders. Ik herinner me hoe blij ik was, dat alles perfect geregeld was, onze vliegreis, vakantiehuisje met open haard, familie - en vriendenbezoek en een afspraak bij het Nederlandse consulaat. De identiteitskaart van mijn zoon was namelijk verlopen en ach, waarom geen "gewoon" paspoort aangevraagd? Het was pas eind september, er was nog tijd genoeg.

Die identiteitskaart mocht mijn zoon in zijn kontzak duwen, vertelde de Italiaanse advocaat, honorair consul te Napels, want die was totaal overbodig bij de paspoortprocedure. Wel had hij een speciaal formulier Toestemming nodig, want mijn zoon is kind van gescheiden ouders, vaderlief moest dus ook toestemming geven. Nu woont vaderlief niet bij ons, maar in Nederland, in een gemeente waar tenminste één ambtenaar denkt dat Napels ook binnen de Nederlandse grenzen ligt. Vaderlief vervoegde zich bij diens gemeentelijke balie waar hij gewillig een T-formulier invulde én ondertekende. De ambtenaar voorzag het van een kopie van zijn legitimatiebewijs en zond het naar Napels waar het door ons in dankbaarheid werd ontvangen.
Maar niet door de consul, want, zo wees hij streng naar de handtekening van vaderlief: waar was het gemeentelijke stempeltje?
Je zou denken dat in een stad als Napels aan zo'n klein gebrek niet zwaar getild werd, maar niets is minder waar: Napolitaanse ambtenaren zwéren bij stempeltjes, sterker nog, zónder kun je hier nergens terecht.
Na een heftige mailcorrespondentie die een dikke week duurde, werd de situatie door een medewerkster van de Nederlandse ambassade te Rome beaamd: zonder stempel, geen paspoort, het T-formulier moest retour Nederland en voorzien worden van een stempel.

Toen we ons opnieuw bij de consul vervoegden, was het inmiddels eind oktober. Met gepaste trots overhandigden wij hem het T-formulier, ditmaal voorzien van een keurig stempeltje. De overige formaliteiten bleken een makkie en daarna verdween het hele zaakje in een gewichtige envelop, tezamen met het olijke koppie van mijn zoon - twee prachtige kleurenpasfoto's - en werd alles naar de Nederlandse ambassade in Rome opgestuurd.

Een paar dagen hadden we rust. Toen werden we door het ambassademens gebeld: deze keer ontbrak de handtekening van mijn zoon. Hij had ook een handtekening moeten zetten, op een ander formulier én in het bijzijn van de consul, zonder kon men in Nederland geen paspoort maken. Of we even terug wilden gaan naar het consulaat in Napels?

Even?! Dan kende zij het verkeer in Napels nog niet! Een compleet gekkenhuis is het hier, heen én terug, élke dag. Met gevaar voor eigen leven moet je je door vele files en opstoppingen heen werken, vind je vele mafkezen en waaghalzen op je weg en ben je uren op zoek naar een veilig parkeerplaatsje. Bovendien: wie hier in een auto zonder krassen of deuken rijdt, bezit een Napolitaans wonder. Maar je doet het, alles, alleen maar voor je kind, voor zo'n mooi paspoort en omdat je anders de feestdagen in Napels moet doorbrengen en niet in Nederland.

Ruim twee weken bleef het rustig. Toen ontvingen we opnieuw bericht: de pasfoto's waren te klein, het scheelde slechts een halve millimeter, maar toch...
"Och", zei het ambassademens uit Rome, "stuurt u de foto's maar meteen naar Rome op."
Ze moest er even op wachten, want de machine van de enige fotograaf die zo'n belachelijk formaat foto kon fabriceren, had het begeven en een andere Napolitaanse fotograaf begreep er niets van. (de breedte van het gezicht op de foto dient tussen 1,6 en 2 cm te zijn, oren niet meegerekend)
Gelukkig bleek de wondermachine na drie dagen gerepareerd en konden de nieuwe foto's stante pede richting Rome. Voor alle zekerheid stuurde ik er een mail achteraan: "de foto's zijn onderweg!" Het was half november en de tijd begon te dringen.

Opnieuw bleef het twee weken rustig, te rustig. Wat bleek? De foto's zijn nooit aangekomen en ook had het ambassademens mijn mail niet gelezen. Ietwat schuldbewust adviseerde zij om een noodpaspoort te laten maken, want ja, we haalden het toch nooit meer. Het zou wel eens eind december kunnen worden of later, ja, de feestdagen, hè...
"Maar geen nood", riep het ambassademens spontaan, "U gaat naar de consul en ik fax hem meteen een autorisatie voor twee maanden. Het noodpaspoort wordt gemaakt waar u bij staat, maakt u zich geen zorgen!"

Afgelopen vrijdag stonden wij dus alweer bij de consul, maar deze schudde mismoedig zijn hoofd. Geen noodpaspoort voor de kleine, dat kon hij echt niet doen. Maar die gefaxte autorisatie dan? Driemaal raden wat daarop ontbrak. Ja, juist, het beruchte stempeltje, ook voor een noodpaspoort moet vaderlief toestemming geven.

We hebben nog een week én een nieuwe afspraak, morgen om 14.30u. Juist ja, op de dertiende, een geluksdatum, voor de Napolitanen...