Keroppi in de rij

Keroppi
Keroppi in de rij

Iedereen kent ze wel, de pubermeisjes die een dag van te voren met hun slaapzak ten strijde trekken naar het postkantoor. Daar slaan ze met hun mede gil/giebel collegae hun kamp op, met slechts een gezamenlijk doel: kaartjes voor hun favoriete boyband bemachtigen. En als dit doel behaald werd dan werd er gegild (uit blijdschap), waren ze net enige minuten te laat dan werd er eveneens gegild, maar nu uit frustratie.
Lachwekkend voor de omstanders natuurlijk, maar stiekem vind ik het toch een hiaat in mijn puberteit dat de boybands compleet aan mij voorbij gegaan zijn. Voor mij geen hysterisch gegil, geen kusjes op een compleet beposterde wand van het idool naar keuze en dus ook niet kamperen voor het postkantoor.

Maar soms krijg je in je leven herkansingen. Een soort van herkansing in dit geval.
En in dit geval was dat het kaartjes bemachtigen voor een van mijn favoriete bands: Rammstein. Okee, het is geenszins een boyband, en ik heb ook niet uren in een slaapzak voor de deur gelegen, maar ik nam er genoegen mee.

Dus zo kwam het dat mijn broertje en ik in de vroege ochtend op de fiets stapte om koers te zetten naar een van de grotere postkantoren'. Daar aangekomen sloten we ons aan bij de menigte die zich al op het trapje had genesteld. Een beetje een losse groep mensen, zonder duidelijke hiėrarchie. Net of je bij de snackbar staat en geen idee hebt na wie jij aan de beurt bent. Op de gok besloot ik maar dat ik na een ietwat stevige (nee, laten we het beestje bij zijn naam noemen: een dikke) vrouw aan de beurt was. Ik zeeg neer op het stoepje naast mijn broertje en haalde een tijdschrift uit mijn tas.
Net op het moment dat ik me helemaal aan het verdiepen was in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van foundation, begon de dame naast mij te tetteren naar haar vriendin die net kwam aanlopen. In haar omvangrijke lichaam zaten waarschijnlijk een stel evenredig grote longen want qua volume blies ze me bijna omver. Ik probeerde nog een wanhopige blik van verstandhouding met mijn broertje ui te wisselen, maar die propte de oordopjes van zijn mp3 speler nog dieper in zijn oren en schroefde het volume nog eens op.
Omdat ik niet met goed fatsoen met mijn vingers in mijn oren gestopt daar kon gaan zitten, was ik gedwongen om hun conversatie lijdzaam aan te horen.

En soms is het best leuk hoor, een gesprek afluisteren, terwijl je zelf uit alle macht doet alsof je ab-so-luut niet luistert. Maar deze dames waren niet echt een genot om mee mee te luisteren.
Een mooi begin van een gesprek was natuurlijk de ontstane rij voor het postkantoor. "Ja gelukkig zitten er niet zoveel voor Rammstein bij, die pik je er zo uit. De rest is vast voor Phil Collins of Faithless!' Verstoord keek ik, gekleed in een krijtstreep colbertjasje en lieve tuttige ballerina's, op van mijn glossy mode magazine. PARDON! Moest ik er net zo uitzien als die conformistische puber 2 meter verderop, die een kwartier eerder op heeft moeten staan om de perfecte uitgelopen zwarte oogschaduw aan te brengen? Mag je niet naar Rammstein als je er dertien-in-een-dozijn uitziet? Mag je je dan niet verdiepen in tijdschriften die elke maand andere modetrends dicteren?

Omdat mijn broertje het pas sinds kort aandurft om zich met mij in het openbaar te vertonen (het eind van zijn puberteit is in zicht! Hoezee!) besloot ik mijn frustratie in te slikken en niet openlijk de confrontatie aan te gaan. Want wat had ik DAT graag gedaan.
De dames gingen gelukkig op een ander onderwerp over, computers. De ene na de andere term vloog over en weer en ik kon het niet na laten om heimelijk te denken: "als je dan zo goed bent in computer, had dan kaartje gekocht via internet!".

Maar de tijd verstreek ondanks mijn toenemende frustraties wat betreft deze dames toch meer en meer. En opeens was het 5 voor 10. De deur werd door de medewerkers van het postkantoor opengegooid en de menigte wierp zich naar binnen. Even ontstond er een verwarring of er nou wel of niet een nummertje getrokken diende te worden waardoor de hele rangorde (zover die dan aanwezig was) werd verstoord. Ik duwde mijn broertje richting de rij en ging zelf vechten voor een nummertje.
Na een paar momenten bleken die niet nodig te zijn dus ik voegde me bij mijn broertje in de rij. En wat schetste mijn verbazing?

De twee dames stonden gezellig doorkwebbelend bijna vooraan in de rij. Was die ene nog voorgekropen ook!