Rosanna

Hadewych (Twinky)
Staat -ie aan? Ja? Okay dan. Nou, ik ben dus Rosanna. Een achternaam heb ik niet, en ik heet Rosanna omdat ik dat mooi vind. Het begon allemaal toen mijn moeder ophield met voor mij zorgen, toen ik twee weken oud was. Ze heeft me toen aan de straat gezet. Daar werd ik gevonden door een oude vrouw, die zeven jaar voor me heeft gezorgd. Ze noemde me Fleur, omdat ik in een bloemenveld lag. Toen ik zeven was overleed ze, ik noemde haar tante.
Tante woonde in een piepklein huisje, en al het geld wat ze had verdiende ze met het geven van pianolessen en het af en toe verkopen van kleine borduurseltjes. We aten drie keer per dag brood, met een dun laagje jam of pindakaas. Toen tante overleed ben ik zelf weggegaan. Ik pakte in een plastic tas alles wat ik nodig dacht te hebben; mijn poppen en wat ondergoed.
Na een dag of drie zonder eten kwam ik terecht bij een man die zichzelf Geraldo noemde. Hij had wel een slaapplaatsje voor mij. Ik kwam op een kamer terecht met nog vier andere meisjes, de meeste net iets ouder dan ik. Ik had één vriendin daar, en ze had geen naam. Ik ook niet trouwens, Fleur vond ik niet mooi meer.
De eerste week lag ik maar te huilen in mijn smalle bedje, ik at nauwelijks iets, ze moesten het in mijn mond proppen. Na die week nam Geraldo me mee. Hij bracht me naar een vervelende vrouw, mevrouw Berkers. Ik moest voortaan huizen poetsen, bedden opmaken, kleren strijken en sokken stoppen.
Na een jaar liep ik weg. Ik was inmiddels acht en wist zeker dat ik voor mijzelf kon zorgen. Weer pakte ik een plastic tasje, nu met kleren en eten wat ik stal uit de keuken. Na een paar weken zwerven over straat, slapen op bankjes en onder bruggen, was er weer een reddende engel. Alweer een man, en bij hem was het niet meteen duidelijk wat hij wilde. Alweer was er de eerste week niks aan de hand, ik kon rustig slapen en zulke dingen.
De achtste nacht, toen ik net in bed lag en hij al dacht dat ik sliep, hij heette trouwens Arno, kwam hij naast me zitten, streelde over mijn haar en hij mompelde de hele tijd dat ik zo'n lief meisje was. Ik ging maar door met net alsof slapen, want ik vond het niet zo ontzettend prettig. Zo herhaalde het zich een paar nachten, en na een paar weken kwam hij bij me in bed liggen. Hij maakte me zelfs wakker. Ik liet het allemaal maar over me heen komen, want waar moest ik anders wonen. Toen lag er geen pyjamaatje meer op m'n bed, en zulke dingen. Daar ben ik ook weggelopen.
En weer een leven op de straat. Ik was bijna negen en had al veel te veel meegemaakt. Elk normaal meisje van mijn leeftijd zat op school en speelde thuis met haar Barbies. Ik wist niet eens wat een Barbie was. In die tijd ontdekte ik het bedelen. En ik moet je eerlijk vertellen, het werkte reuze goed! Een uur of twee zielig kijken was vaak weer goed voor een paar dagen eten. Ik ontmoette andere kinderen, maar vrienden waren we niet. Dit zwerf- en bedelleven hield ik een paar jaar vol. Toen ik twaalf was, of iets in de buurt kwam ik in aanraking met Henk, een pooier. Hij zette me in als kindhoertje, en ik verdiende massa's geld. Echt heel erg veel. De eerste tijd was het wel wennen, ik verzette me ook, maar later merkte ik dat het sneller over was als je niks deed en de mannen gewoon hun gang liet gaan.
Ik denk dat ik dertien was toen één van mijn klanten me voor het eerst drugs aanbood, coke. Een heel simpel lijntje snuiven en mijn 'werk' was in eens niet zo heel erg meer, ik begon het zelfs een beetje plezierig te vinden. In die tijd werd ik ook ongesteld en ging aan de pil. Een pilletje meer of minder maakte me niet uit, en roken stond ontzettend sexy, dus het kwam er op neer dat ik gewoon altijd stoned of high was. In die tijd begreep ik ook steeds meer van wat er van me verwacht werd. Van het geld wat ik de afgelopen jaren had opgespaard kocht ik kleren, vooral ondergoed, en erg veel drugs. Het ging echt heel erg slecht met me, steeds slechter. Op mijn vijftiende was ik echt in een heel diep dal. En toen raakte ik dus zwanger. Ik snap niet helemaal hoe het komt, maar misschien heb ik een keer het verkeerde pilletje geslikt. Van wie weet ik natuurlijk ook niet. Nou goed, dit was het dan denk ik. Zet hem maar uit hoor. Kun je dit dan aan het kind geven als ze oud genoeg is? Ja, zet maar uit hoor. Nou, dag dan! Ik ga weer naar m'n werk. Wat zeg je? Nee, natuurlijk niet. Okay! Doei!