Keroppi op stage - het slachthuis

Keroppi
Keroppi op stage - het slachthuis

Omdat een aantal mensen al hadden aangegeven dat ze het leuk zouden vinden om eens wat meer over mijn studie te lezen gebruik ik mijn tijd op dit moment nuttig en schrijf ik op een geleend kladblokje mijn verhaal. Ondertussen luister ik met mijn ene oor naar een duffe RVV lezing en luister ik met mijn andere oor naar de gesprekken van mijn medeslachtoffertjes die het blijkbaar even oninteressant vinden.

Nu denkt een groepje lezers misschien: "Wat is die RVV dan?" (de andere helft heeft er overheen gelezen of wil het niet eens weten).
RVV staat voor: Rijksdienst voor de keuring van Vlees en Vee. Dus RVDKVVV had me ergens logischer geleken.

Ik zit op het moment midden in mijn stageweek. En ja, in de derde week van je eerste jaar al stage lopen is best vroeg. Maar dat heeft te maken met het feit dat je tegenwoordig al heel vroeg moet kiezen welke kant je op wilt als dierenarts later. Om ook een goed idee te krijgen van alle richtingen die er zijn wordt er aardig wat tijd gestoken in beroepsoriëntatie.
En aangezien ze heel graag dierenartsen willen werven voor instanties als de RVV wordt 1/3 van de groep tijdens de stage ingedeeld bij de RVV.

Hoewel stage een verkeerd woord is, het is een week lang durende reclame spot voor de RVV waarin we gebombardeerd worden met lezingen en rondleidingen. Van zelf dingen doen is geen sprake.
Van de ene kant had ik liever in een dierenkliniek meegelopen maar van de andere kant zie ik nu dingen die ik waarschijnlijk nooit meer zal zien.

Zoals een slachthuis.

Ja we gingen naar het slachthuis. Daar zijn blijkbaar dierenartsen nodig die elk kadaver checken op ziekten/afwijkingen. En ik durf te wedden dat na dit 'schooluitje' geen van ons allen ooit voor deze gaan gaat solliciteren.

Want nou zitten en niet bepaald mietige meisjes (en de paar jongens die we hebben kunnen ook wel tegen een stootje) op deze opleiding, als je niet tegen bloed kant dan wordt je maar kapper ofzo. Maar toch, ondanks dit was het een ervaring die zeker een diepe indruk op ons heeft gemaakt.

Na een gezellige busreis met mijn leuke klasgenootjes (of moet je dat nu medestudenten noemen?) kwamen we aan bij het slachthuis. Nouja huis... het was een spliksplinter nieuwe fabriek.
Al na 1 voet over de drempel gezet te hebben overviel de vreselijke stank ons al.
1 Tip: ga zelfs niet secretaressewerk bij een slachthuis doen want zelfs in het kantoorgedeelte liggen vlees en bloedspetters her en der op de grond.

Uit hygiëne redenen moesten we het proces van achter van voor doorlopen. Dus van hammen terug naar levende biggen.
Die hammen zijn niet zo erg eigenlijk, die zie je ook bij de slager en je ziet er nauwelijks meer een varken in. Maar gedurende de rondleiding worden de kadavers meer en meer als zijnde "voormalig varken" herkenbaar, de stank erger en de grond bloediger.

Het zou me pagina's kosten om de hele rondleiding te beschrijven zoals ik het heb ervaren. En hoe gedetailleerd ik het ook zou beschrijven, je zou niet kunnen voorstellen hoe het is als je daar rondloopt.

Wat korte flarden:

Varkens die in een 'relax-ruimte' liggen waar ze opeen gepropt liggen te wachten op hun lot. Lag het aan ons of keken ze nou zo droevig? Op de vraag waarom ze niet meer ruimte kregen luidde het antwoord: "Dan gaan ze vechten, kijk daar maar in dat hok". Waarop 1 van ons slim opmerkte: "Of hebben die varkens daar juist zoveel ruimte omdat ze aan het vechten zijn?"

Het meest confronterende gedeelte was het proces waar aan de ene kant biggen met een liftje in een met CO2 gevuld gat werden gebracht om vervolgens aan de andere kant er bewusteloos er weer uit gesmeten te worden . Haak op de poot, haak aan de rail en vervolgens middels een halssnede (ze leven dan nog, ze zijn alleen buiten bewustzijn) leegbloeden.
Dit is een nieuwe en zeer diervriendelijke manier werd ons uitgelegd. Later vertelde de andere groep die naar een ander slachthuis was gegaan dat bij hun de koeien een pin in hun hoofd geschoten kregen. Maar zij mochten dit niet zien omdat dit als te schokkend werd beschouwd.
Ondanks dat dit dan waarschijnlijk de beste manier voor de beestjes was om te sterven, bekende een aantal van mijn groepsgenootjes achteraf dat de tranen toch begonnen op te wellen.

De rest van het slachtproces was eigenlijk gewoon smerig. Elk onderdeel, maar dan ook elk onderdeel wordt gebruikt. En je zag gewoon de darmen uit de buik vallen nadat een varken machinaal in de lengte was opgesneden.

De plek waar de kadavers moeten hangen om af te koelen was trouwens een bijzonder surrealistische plek. Het is zo raar om een ruimte zo groot als een voetbal veld te zien, gevuld met alleen maar varkenskadavers. Zo ver het oog reikt.
Niet alleen omdat het er zo koud was kropen we tegen elkaar aan.

Ik vond persoonlijk het feit dat je vaak op enkele centimeters (denk aan minder dan 5 centimeter) van een opengereten kadaver stond wel 1 van de gruwelijkste dingen. Soms moest je zelfs 2 kadavers uiteen duwen om ergens langs te kunnen. Horrible!

Medelijden had ik ook met de mensen die hier moesten werken. Productiewerk op z'n ergst. Dag in dag uit de koppen van varkens afknippen. In een smerige lawaaierige stinkende hal met bloed op je handen en kleding. En dat soms gedaan door jongeren van onze leeftijd. De doodse blik in hun ogen zei meer dan 100 woorden.

Toen we onze (hier en daar met bloed bevlekte) kleding uit hadden gedaan in de kantine (met broodjes ham) wat thee en koffie dronken waren we weer van 1 ding overtuigd.

Hier gaan we niet werken na 6 jaar studeren!