Keroppi en W-day

Keroppi
Keroppi en W-day

Suffig lig ik op de bank, als ik een blik op de tafel werp, zie ik daar een stapel van 4 wiskunde boeken en een samengevat bundel liggen. Niet bepaald dingen die je doen opveren en besluiten om hard aan het werk te gaan.
Ik spreek met mezelf af om nog 10 minuten wat heen en weer te mogen zappen. Maar zoals wel vaker worden de 10 minuten een kwartiertje, en het kwartiertje al gauw een half uur.
Dan besluit ik dat ik toch maar echt om het noodmiddel in te zetten: cafeïne.

Uit de koelkast vis ik een blikje Xi (het redbull schap was gisteren compleet leeggeroofd door mede slachtoffertjes) en schenk het in een glas.
Na 2 seconden snap ik waarom mensen dit spul altijd direct uit het blikje drinken of met rode wodka vermengen. Een vieze gelige kleur ("Appelsap!" uit een anti-rook reclame schiet door m'n hoofd) en een wel heel aparte geur stralen me tegemoet.

Mijn moeder hangt over mijn schouder en merkt eveneens op: "Jee wat ruikt dat smerig."
"Dat niet alleen, het smaakt ook nog afschuwelijk"
antwoord ik.
Na met een verwrongen gezicht het goedje naar binnen gewerkt te hebben besef ik dat ik hiermee nog niet uit mijn lijden verlost ben. Het ergste deel moet nog komen. Het leren.

Morgen is het namelijk W-day, ook wel bekend als "De Dag Waarop Het Wiskunde Examen Plaatsvindt".
Het is overdreven om te stellen dat ik al heel mijn leven deze dag heb gevreesd maar ik denk dat het redelijk in de buurt komt.
Het probleem met mij en wiskunde is eigenlijk heel simpel. Het is niet dat ik het niet kan, nee ik snap het opzich allemaal best redelijk. Maar de berekeningen gaan altijd gruwelijk fout.
En nu heb ik dus een avond en een ochtend om alle stof in mijn hoofd te stampen. En als ik tegen iets opzie ga ik het uitstellen.

Ondertussen is het effect van de overdosis cafeïne behoorlijk te merken. Als ik een keer wanhopig mijn ogen dichtgooi springen ze *pling* weer open.

Om te beginnen vlieg ik door het boek uit de vierde heen, zo dat schiet al op. Dan ga ik in de andere boeken beginnen waar ik kansberekening en goniometrie zorgvuldig oversla. Vooral het laatste vind ik afschuwelijk abstract en bewaar ik tot morgen.

Tegen half 12 besluit ik dat het genoeg is geweest, sla m'n boeken dicht en ga in mijn bed liggen met de bedoeling om te gaan slapen. Helaas spookt de cafeïne nog steeds door mijn lichaam en geeft mijn hersenen de gelegenheid om te gaan 'malen'.
Tot vervelens toe bereken ik welke cijfers ik voor welk eindcijfer moet halen maar uiteindelijk val ik toch in slaap.

Als ik de volgende ochtend wakker word durf ik te zweren dat ik over mijn natuurkunde repetitie heb gedroomd. Een prettige droom aangezien ik in dromenland alle opgaven correct had gemaakt

Tijdens het aankleden en het ontbijt merk ik alweer dat ik bewust zit te treuzelen. Na meer tijd dan normaal aan kleding en make-up te hebben besteedt (als ik dan vanmiddag toch sterf, laat me dan een beetje mooi sterven) lees ik al etend zelfs de sportbijlage.

Dat prettige gevoel van mijn droom verdwijnt als ik me door de moeilijkste hoofdstukken heenvreet. Ondertussen wordt de tijd dat ik leer steeds korter en de tijd waarin ik pauze neem steeds langer. Als ik merk dat ik rond een uur of half 11 het kijken naar een Aerobed reclame boven het doornemen van de stof verkies, besluit ik de stoppen.
Vol = vol is iets wat zeker voor mijn hersenen geldt.

Bij de vorige 4 examens kon ik persoonlijk geen spoortje zenuwen ontdekken maar nu ontstaan er toch langzaam aan steeds meer kriebels in mijn buik. Op de fiets worden de kriebels (hoewel ik me met mijn "een 2,2 is al een 5" mantra mezelf probeer op te peppen) al wat heviger en op school aangekomen merk ik tot mijn opluchting dat ik niet de enige ben.

Als we voor het examen wat in het lokaal rondhangen kijk ik om me heen en zie ik de grootste groep gestresste mensen in mijn leven tot nu toe bij elkaar. De zenuwen uiten zich van het neurotisch schikken van potloden en pennen tot het fijn knijpen van een stresskoe.

Dan is het eindelijk zo ver, maar opeens ontstaat er paniek. De formulekaarten zijn kwijt. Dit is niet goed voor mijn hart want ik heb dat ding ECHT nodig hoor.
30 Man slaken opgelucht een zucht wanneer een leraar buiten adem op het nippertje met de kaarten komt aanrennen.

Ik begin met de eerst opgaven en ik word er niet blij van. Variabelen zijn nou niet mijn meest geliefde onderdeel. Als bij opgave 2 dan nog ook het woord "bewijs" tegenkom springen er tranen in mijn ogen. Ik bijt op mijn lip, knipper de tranen weg, geef mezelf een paar minuutjes om te kalmeren en ga vol goede moed verder.
3 Uur lang integreer, differentieer, standaardiseer ik er op los. Dan lever ik mijn blaadje in… geen idee hoe ik het gemaakt heb.

Als ik vervolgens op internet het antwoord model bekijk krijg ik een dejavu gevoel. Ik heb zoveel goed, het lijkt wel m'n natuurkunde droom

En toch blijf ik vermoeden dat we per ongeluk het examen van de Havo hebben gekregen