Lunchen na het werk

Mijn werkdagen zijn soms kort, maar vaak ga ik door naar mijn tweede baan als het werk bij de fietsenmaker klaar is. Behalve op woensdag, dat is mijn vaste vrije middag. Dan haal ik een broodje in de supermarkt of bij een fastfoodketen, zoals ik pas ook deed. De scholen waren net weer begonnen wat was te merken in het restaurant. Jolende schoolkinderen door de eetzaal maar een groepje viel op.

Drie vrouwen van ik schat zo'n 55 jaar met nordic walking stokken dachten even rustig wat te versnaperen. Terwijl ik wacht hoor ik de dames overleggen wat ze willen hebben. "Nou Jannie, wat wil jij? Ik heb wel zin in een kaasbroodje", giegelend antwoordt Jannie, zoals ze kennelijk heet: "zou je dat wel doen? ik houd het enkel bij een koffie", waarna de derde vrouw hoog schaterend zegt een broodje kroket te nemen "want dat lopen we er toch wel af, toch dames?" Het hoge gelach van de dames dempt voor kort de jolige scholieren. Ik sta er midden in te denken wat ik ook al weer wilde, ik wist het wel voor ik naar binnen liep maar ik zag te veel om mij heen. 

Een volgend groepje scholieren stormt naar binnen. "Mevrouw Kamps is echt niet te doen", gaat het geklaag. "Yo Daniël, wat neem jij?" "Weet niet", klinkt het wat teleurgesteld. De jongens gaan achter mij in de rij staan en ik sta nu letterllijk tussen een generatiekloof als 36 jarige, bijna ongeduldig wachtend tot de dames voor mij hun keus hebben gemaakt. Ook de jongens achter mij vinden het lang duren. "Straks is de pauze voorbij" hoor ik achter mij.

Nadat de dames eindeliijk klaar zijn, ben ik aan de beurt en noem in een vlotte babbel wat ik wil. Terwijl ik me omdraai om op de bestelling te wachten werp ik een snelle blik naar de jongens achter mij, ze lijken opgelucht. Inmiddels hebben de dames een plekje gevonden en is mijn bestelling klaar. Snel werk ik mijn broodjes naar binnen en stap ik op de fiets naar huis. De jongens die achter mij stonden, rijden voor mij.

Zonder te blikken of te blozen smijten ze de verpakking in de bosjes. Waar ik mij eerder als een scholier ergerde aan de traagheid, versnel ik naar de jongens om ze aan te spreken op hun vervuiling. "He man, flikker je thuis ook je zooi in de bosjes?" Geschrokken stoppen ze en zie ik mijzelf als boomer. Betrapt sjokt een van de jongens naar het afval en gooit dat in een nabij gelegen prullenbak. Wanneer de jongens weer op de fiets stappen, vervolg ik mijn weg en besef ik dat wat ik meemaakte, alles bevatte van mijzelf. Van de scholier die niet kan wachten tot de boomer die dezelfde maant de rommel op te ruimen.

Gevuld en tevreden kom ik thuis aan, wetend dat ik vroeger als scholier ook zo was. Hopend op dat ik niet zo zal worden als de drie dames.