Het nutteloze feitje van de dag: Waarom deze steden in Monopoly zitten

Nutteloze feitjes, ze zullen je leven niet drastisch veranderen maar ze zijn wel altijd leuk om te weten. Dus voortaan voor jullie, elke dag een nutteloos feitje om de dag mee door te komen.

Veel van ons hebben door de loop van de jaren Monopoly gespeeld en we kennen allemaal de straten en steden die in het spel gebruikt worden. Maar wist je dat die steden niet toevallig gekozen zijn? Het spel werd in 1936 voor het eerst in ons land geïntroduceerd door Perry & Co en als je denkt dat dat wel heel erg op Perry Sport lijkt dan is dat niet gek, want in de jaren '30 was dat de naam de keten die we nu kennen als de sportwinkel. Destijds verkocht de winkelketen nog reisspullen en speelgoed en zo ook dus Monopoly.

De steden en straten die in het spel gebruikt worden staan op het spelbord omdat er vaak een Perry & Co vestiging te vinden was. "Frederik Verster was toentertijd directeur van de winkels in Amsterdam. Hij heeft toen, samen met zijn gezin, aan de keukentafel een Nederlandse uitvoering van Monopoly bedacht. Wat opvallend is, is dat hij niet net als in het originele spel koos voor straatnamen uit één stad, maar meerdere steden in Nederland. Frederik begon met de straatnamen waar Perry op dat moment een vestiging had. Zo zat er een filiaal aan de Ketelstraat in Arnhem, de Heerenstraat in Groningen, het Plein in Den Haag en de Coolsingel in Rotterdam", zo legde straatnaamexpert René Dings uit aan het AD.

"Er waren niet genoeg vestigingen om het bord te vullen, dus gebruikte hij ook straatnamen die iets met Perry te maken hadden. Zoals de Barteljorisstraat in Haarlem, waar een magazijn van Perry zat. Ook dit was niet genoeg, dus Frederik vulde het bord verder aan met straatnamen uit de directe omgeving van Perry-filialen, met voorkeur winkelstraten", aldus Dings.