Het nutteloze feitje van de dag: Schaatsen op de 'Zomerspelen'

Nutteloze feitjes, ze zullen je leven niet drastisch veranderen maar ze zijn wel altijd leuk om te weten. Dus voortaan voor jullie, elke dag een nutteloos feitje om de dag mee door te komen.

Vandaag eindigen de Olympische Zomerspelen in het bloedhete Tokio, het zou moeilijk voor te stellen zijn geweest dat er de afgelopen weken ook om medailles gestreden zou zijn op wintersportonderdelen. Maar wist je dat er tijdens de Spelen van 1908 en 1920 ook geschaatst werd? Destijds bestonden de Winterspelen nog niet dus werden kunstschaatsen (in 1908 en 1920) en ijshockey (in 1920) aan het programma vol zomerse sporten toegevoegd.

In 1908 vond het kunstschaatsen in Londen wel pas eind oktober plaats tijdens de laatste dagen van de Spelen die van juli tot en met oktober duurden. Tijdens de Spelen in 1920 in Antwerpen werden de schaatsonderdelen vanwege het weer al in april gehouden. Voor het eerst stond destijds ijshockey op het programma en na een onbegrijpelijk toernooi werd Zweden, dat de halve finale verloor, vierde en Tsjecho-Slowakije dat in de kwartfinale verloor derde. Canada werd de eerste olympisch kampioen en dat zouden ze later veel vaker herhalen.

De Winterspelen ontstonden doordat de wintersportonderdelen van de Olympische Spelen in 1924 in Parijs gehouden werden in een ‘Wintersportweek’ in het daarvoor bestemde seizoen in het in de Franse Alpen gelegen Chamonix. Deze formule beviel het Internationaal Olympisch Comité (IOC) zo dat er vanaf toen aparte Olympische Winterspelen georganiseerd zouden worden.

Hier werd in 1920 gestreden om de ijshockeymedailles (WikiCommons/Du Houx, Antwerp)
Hier werd in 1920 gestreden om de ijshockeymedailles (WikiCommons/Du Houx, Antwerp)