Goedemorgen!

Iedere ochtend buigt Driek Oplopers zich over het nieuws om daarna een lastige vraag te stellen. Vandaag over gerotzooi door rechercheurs met bekentenissen.

Maar liefst acht drugssmokkelaars zijn door de rechter in Breda vrijgelaten en dat is een overwinning voor de rechtsstaat. Dat lijkt een vreemde zin, maar ik meen het echt:

Een van de verdachten had een bekentenis afgelegd, maar de rechercheurs die hem verhoorden, hadden van alles aan zijn bekentenis veranderd en toegevoegd. En daarmee werd aan de overige zeven verdachten een bekentenis ontlokt. En zo mag het niet werken. Ook een verdachte heeft er recht op, dat zijn woorden niet worden verdraaid.

Het kan in een fatsoenlijke rechtsstaat niet zo zijn dat politiemensen verdachten woorden in de mond leggen, die zij nooit hebben gezegd. De rechter vindt dat ook. Daarom gaan de vermoedelijke daders van een grootscheepse heroïnesmokkel naar Engeland dus vrijuit.

De Rijksrecherche zoekt de zaak tot de bodem uit. Volgens mij is dat een fluitje van een cent: de rechter heeft immers duidelijke taal gesproken. Kan de west- en midden Brabantse korpsbeheerder mij even laten weten, per wanneer de betrokken politiemensen de laan worden uitgestuurd? En kan een rechter even nagaan of ook andere mensen die door deze rechercheurs zijn verhoord alsnog moeten worden vrijgesproken? En kan de officier van Justitie mij even beloven, dat hij de betrokken politiemensen met een forse aanklacht aan de broek voor de rechter zal brengen?