Pen, een persoonlijk verhaal

Er is weer iemand die jullie graag een kijkje wil geven in zijn/haar vast boeiende leven. Deze keer is het de beurt aan submitter trawant:

Ik was bij de vulpen speciaalzaak. De winkel met de reuzenvulpen boven de pui. De enige zaak in de stad die een vulling in de collectie heeft voor mijn favoriete ballpoint. De enige ballpoint waar ik mee wil schrijven. Een relatiegeschenk van 10 jaar oud. Uit de tijd dat ik nog relaties had die me gunstig probeerden te stemmen met leuke gadgets.

Alle kleur en reclame die de pen eens sierde is inmiddels al tijden weggesleten. Het borstzakhoudertje is afgebroken en hij kent nog maar 1 klikstand; muurvast , met de punt naar buiten. Maar mensen wát een pen. Gegoten tussen de drie eenheid van duim wijs en middelvinger, trechter voor alle onzin en sentiment die in mij opborrelt.

Zo'n lekkere dikke parkerpunt die glijdt over elke papiersoort met een elegantie die mijn handschrift een extra vleug grandeur meegeeft. De hoofdletters worden sierlijker, de uithalen onder de regel zijn artistieker en alles wat ik ermee schrijf krijgt meer inspiratie en substantie. Zelfs in het noteren van de boodschappenlijstjes tingelt de belofte van een novelle. Zo'n pen dus en hij was leeg.

In de winkel was alleen de eigenaar. Een kalende zestiger met een goudomrande bril en een een keurig streepjesoverhemd met stropdas. Hij stond voorovergebogen achter zijn toonbank te bladeren in een folder. En natuurlijk, voor een aardige opening moet je bij mij zijn. "Zo, u bent de vakliteratuur aan het doornemen?" Hij beschouwde me over de rand van zijn bril met een blik waarin de authenticiteit van het eigenaar zijn geheel in vervat lag.

Zo'n blik van "met mij maak je de kachel niet aan vader, ik sta hier niet voor de provisie, deze hele tent is van mij. En die tent is TOP". Een blik die nederigheid afdwingt bij de klant, niet jij maar hij verleent de gunst van de transactie. Ik werd alras een stukje kleiner.  "Vakliteratuur? Nou neu", zei ie, "het is een folder. Maar wel over vulpennen", pruttelde ik nog na. "Ja, als u het zo wilt zien. Maar goed het zijn wel aardige pennen." Nu de machtsverhoudingen duidelijk waren, gunde hij me enige toeschietelijkheid.

Hij draaide het fraai uitgevoerde drukwerk een kwartslag mijn kant uit. "Kijk, deze komen uit Japan, handbeschilderd, 21 karaat. En dat kost ? Zo'n 4290 Euro. En dat zijn niet eens de duurste". Hij bladerde door alsof hij de bonusfolder van deze week bekeek. Ik liet hem mijn kleinood zien en vomeerde mijn gehechtheid aan de pen over hem heen als wilde ik me excuseren voor het feit dat er uit mijn bezoek niet meer te halen viel dan een euro of 4. Hij onderbrak: "Maakt u hem maar eens open". Ik schroefde de voorkant los en was nog even verrast over het kleine veertje dat altijd in de punt verscholen ligt en nu weer even het daglicht zag.

Tijdens het maandenlang gebruik vergeet je namelijk dat er ook een magistraal gefabriceerd veertje in zo'n pen zit. Wie maakt die dingen? Meestal vallen die veertjes bij het openmaken van schrik ergens onder een tafel, maar dit keer niet. Dit keer gebeurde er iets anders. Toen mijn vulpenspecialist de lege vulling aanpakte bleek er vanwege lekkage een klein stuwmeertje inkt achter in de huls te zijn achtergebleven.

En dat verspreidde zich nu in een aantal dikke druppels over mijn handen, zijn zorgvuldig gemanicuurde nagels en de japanse folder. Plotseling voelde ik me alsof de hond die ik niet heb in het huis van de buren had gediareet. De middenstander keek me zwijgend, maar vernietigend aan in een perfecte imitatie van Oliver Hardy die Stan Laurel terechtwijst nadat deze hem onbedoeld met een vinger in het oog heeft gestoken. "Dit soort inkt gaat er alleen af met spiritus", sprak hij dof.

Zwijgend toverde hij vanachter uit de winkel een bijna lege fles en een rol keukenpapier tevoorschijn, waar we beiden in stilte gebroederlijk van gebruikten. Maar waar het eigenlijk alleen maar erger van werd. De vlekken zaaiden zich nu in verdunde vorm uit over de gehele breedte van onze handpalmen. Het begon ook te stinken in de winkel. Ik houd er mee op, met dat geschrijf. Ik neem een hond.