80's How To Play a Feminist

Ik ben een nagekomen geslachtsverkeersongelukje. Met twee (veel) oudere zussen boven me bracht ik mijn jeugd thuis vooral observerend en verwonderend door. Mijn vader vond het wel leuk om een klein ventje als dessert te krijgen, dankzij mij kon hij zijn midlifecrisis een zinvolle invulling geven. Mijn net uitgemoederde mammie was niet altijd even blij met weer zo'n geworpen jong, maar dat bleek -later beschouwd- helemaal in stijl van de jaren zeventig/tachtig. Had je als vrouw geen hekel aan 'mannen' dan begreep je niet hoe wreed de wereldgeschiedenis inelkaar stak. Met een rancuneus smoelwerk en een vakkundig gesloopt huwelijk kon je als alimentatiespons op verjaardagen al gauw voor hoogbegaafd versleten worden, een handig voorbeeld dat natuurlijk over de hele dieptegraad driftig navolging vond.

Als kereltje merk je natuurlijk niets van de tweede generatie feministen die je horen te wijzen op de maatschappelijke risico's van je DNA, zolang de pubertijd nog niet is losgebarsten ben je welkom bij het moederinstinct. Maar als je stem eenmaal zakt en je in een jaar bijna twintig centimeter omhoogschiet wordt je een serieuze bedreiging voor de wereldvrede en zal je dat weten ook.

Dat werd me vooral duidelijk gemaakt op de (eerste) sexueel spannende momenten. Waarom niet daarvoor, of daarna, god mocht het weten, maar als ik een vriendinnetje had of op een feestje zat te zoenen en de chemie door m'n systeem voelde gieren moest er 'gepraat' worden. Trut, ik vind je te gek, ben het op voorhand vast in alles met je eens, verpest het nou niet, ga nou niet doen alsof je... Te laat. Sex werd het wapen waarmee de dochters van de achterhoedefeministen de 'seksistiese' jongens te lijf gingen. Het feit dat je verliefd was en daar het meest logische gevolg aan wou geven sinds het ontstaan van gewervelde levensvormen moest spiedend ten prooi vallen aan een libidosmorende evaluatie van je verdachte karakter, met laffe stukjes en kleffe brokjes naarelkaar toe.

Later leer je vanalles over "loyaliteit aan de ouders", en begreep ik waarom ik vaak triomfantelijk zuur-grijnzende moeders in mijn fantasie op de achtergrond toe zag kijken als ik weer na een half uur ouwehoeren een ergernis had opgebouwd die het voortbestaan van mijn soort behoorlijk veel schade kon toebrengen. Het leek een offensief, een door kwaaie mammie's opgedragen hekel aan alles wat met die verkeerde hormoonhuishouding was behept.

Toen me dat duidelijk werd ben ik dat stuiptrekkende feminisme van de jaren tachtig dichterbij gaan bekijken. Kortgeknipte moedermavomoeders met verontwaardigde speldjes en rare boeken die demonstratief op het aanrecht lagen, zuchtende vaders die geleerd hadden de confrontatie te mijden, dochters die in tweestrijd zaten. Hij is leuk, maarja, straks vind ik hem echt erg leuk en dan gaat hij mij bedriegen en verlaten, want dat doen mannen nou eenmaal, dat zit in hun natuur. Discriminerende, onbetrouwbare, onderdrukkende domme latente verkrachters zijn het, die overal de intelligentie, nuance en fijngevoeligheid van een spirituele vrouw missen. Heregod, als dit nog amper de pubertijd was, wat zou er dan gebeuren als ik groter werd? De vaders die zwijgend alles maar over zich heen lieten komen om later moegetergd te gaan scheiden en gelukkig rukkend hun avonden in een flatje doorbrachten beloofden weinig goeds.

Maar ik kon een kunstje. Mevrouw God had mij per ongeluk een talent gegeven, ondanks mijn plasser. Ik had mezelf geleerd hoe je muziek op een piano kon maken. En daar konden ze niet tegenop. In de jaren tachtig waren de homo's voor het eerst echt hot, als je er eentje had kunnen boeken voor je verjaardag zat het wel snor met je promotie. De homo's overheersten ook de muziekindustrie, je kon geen videoclip aanzappen of je sluitspier ging ongemakkelijk doen. En homo's wilden niet met vrouwen neuken, dus wilden ze vrouwen ook niet onderdrukken, dus waren muziekmakende mannen eigenlijk best wel ok. Als ik op bezoek bij zo'n bidsprinkkip na een paar wijntjes achter de piano ging zitten om wat dooie componisten puberaal uit te wonen hoorde ik haar dochter het bed al opmaken. Bij wijze van snel scoren uiterst handig, maar de boel werd er niet overzichtelijker van. Ik was toch zo dom, onbeholpen en minderwaardig, waarom trapten die hoogbegaafde maangodinnen dan -steeds weer- in zo'n gapende open deur?

Onderhand heb ik natuurlijk afgerekend met de kwekkende feministische meesjokkers in mijn omgeving door ze voor te houden dat vrouwen echt minderwaardig aan mannen zouden zijn als ze zich al een paar millennia zo lieten onderdrukken, met mannen hoefde je dat niet te proberen. Vroegah waren we nou eenmaal allemaal de lul, man en vrouw. De een werkte zich de pleuris op het land of in de fabriek, de ander de kanker in het huishouden. Hoogstens in de upperclass was het ongelijk verdeeld, maar dat was maar een fractie van de samenleving waar de socialisten ook heel genuanceerd en met veel overleg nivillerend mee afgerekend hebben. Eigenlijk was het feminisme een vanzelfsprekend gevolg op de bevrijding van de verzuiling, naast de omgevallen zuilen werd ook het maatschappelijk verschil tussen man en vrouw opgeheven, om dan vervolgens door een boel niet zo bijster intelligente 'feministen' weer meteen nieuw leven ingeblazen te worden. Blijkbaar waren ze een beetje bang voor die gelijkheid en moesten ze de mannen bij voorbaat de grond in zien te stampen zodat ze de concurrentie uit de weg konden gaan.

Die "positieve discriminatie" heeft gewerkt, dat weten we allemaal. Een hele roedel 'vrouwen' werd begin jaren 80 ineens uit het niets neergezet op belangrijke posten bij de overheid. Diploma's waren leuk, maar die lillende velletjes halverwege je tuinbroek bleken de echte moneymaker. Heb je ergens nog een kut, kom blussen bij de brandweer! Heb je voldoende tieten, wordt minister in de politiek! Ben je regelmatig ongesteld, ga vergaderen bij een of andere lokale overheidsinstantie. Gegarandeerd dat er naar je geluisterd wordt, de mannen hebben al lang geen zin meer om tegen je in te gaan. En als het je uiteindelijk toch niet lukt, ga dan overspannen grienend je omgeving de schuld geven om vervolgens riant af te zwaaien in de WAO. Ach, over hooguit twee generaties lachen we er collectief om. Vast.

En toen kwam ik een celliste tegen die steeds net ietsje beter is in waar ik trots op ben. We denken praktisch hetzelfde, spelen mooi -en gelijkwaardig- samen en houden al bijna tien jaar heel veel van -en bij- elkaar. Haar ouders zijn lekker nuchter de afgelopen tijd doorgekomen en ik zag dat mijn frustratie vooral gericht was tegen datgene waar de wat slimmere vrouwen ook zo spuugzat van geworden waren. Helaas heb ik ook een beetje van die feministische beroepsparanoia opgelopen, als ik nu een brildragende menopauzeurende politica met gemillimeterd haar, rood jasje, schelle stem en een donkere PMSblik op onze tv bits hoor commanderen speel ik in gedachten een prachtige Chopin-ballade, en wel zo intens dat het haar dun langs de binnenkant van haar ongeschoren oksels druipt.