Israël en Libanon van 1968 tot nu

De laatste ontwikkelingen in Israël en Libanon zijn jullie vast niet ontgaan. Toch is er een heleboel gebeurd en speelt dit eigenlijk al sinds 1968. Voor wie het complete overzicht kwijt is tussen wie nu wat deed, wanneer en waarom is hier een overzicht op chronologische volgorde van de gebeurtenissen sinds 1968 tot heden.

In 1967 begint de zesdaagse oorlog, een oorlog tussen Israël, Egypte, Jordanië en Syrië. Israël wint de oorlog en bezet de Gaza-strook, de Sinaï, de Westelijke Jordaanoever en de Golan-Hoogte. Palestijnen en Syriërs vluchten uit de bezetten gebieden naar onder andere het zuiden van Libanon. Yasser Arafat en de PLO (Palestine Liberation Organization) waren onder deze vluchtelingen.

In december 1968 vallen Israëlische commandos Beiruts vliegveld aan. Dit was een vergeldingsactie voor de aanval op een burgervliegtuig in Athene, waarbij één Israëlier omkwam.

In november 1969 tekent de Libanese oorlogscommandant Emile Bustani samen met Arafat een akkoord die de Palestijnse revolutie erkent, waardoor Palestijnen in Libanon mogen vechten tegen Israël zonder Libanon in de problemen te laten komen.

Van 1970 tot en met 1971 verhuist de PLO naar Libanon waar ze Israël blijft aanvallen. Een terrostische organisatie die gelinked is aan de PLO wordt gevormd, hun naam is Zwarte September.

In 1972 valt Zwarte September het Israëlische Olympische team aan in Munich. Twee Israëliers worden vermoord, negen worden gekidnapped. Zwarte September eist dat de Palestijnse gevangen in Israël vrij worden gelaten. Israël weigert dit echter en er begint een vuurgevecht tussen West-Duitsland en de gijzelaars. Alle gijzelaars, gegijzelde en een politieman vinden de dood.

In april 1973 komt een vergeldingsactie van Israël onder leiding van vice premier Ehud Barak. Elite commandos vermoorden drie PLO leiders in Beirut.

In 1975 begint een burgeroolog in Libanon tussen Palestijnen en Palestijnsgezinden tegen de Palestijnse christenen. In 1990 eindigt deze oorlog pas. In 1976 stuurt Syrië troepen om te helpen, ze blijven er bijna 30 jaar.

In maart 1978 valt de PLO een bus aan in noord Israël. Israël trekt Libanon binnen om de PLO verder landinwaarts te duwen. Israël trekt terug wanneer de VN een resolutie aanneemt waarin de eis staat dat Israël zich terug trekt uit Libanon. Er wordt een veiligheidszone gecreërd tussen Libanon en Israël.

In september 1978 wordt er in Kamp David een vredesakkoord bereikt tussen Israël en Egypte.

In juli 1981 bombarderen de Israëliers het PLO hoofdgebouw in Beirut, er komen 300 burgers om het leven. Vervolgens komt er een staakt-het-vuren tussen Israël, de PLO en Syrië.
De staakt-het-vuren duurt echter niet lang. In 1982 trekt Israël met 60,000 man Libanon binnen om de PLO te vernietigen na een aanslag op van de PLO op een Israëlische ambassadeur. Arafat en de PLO vluchten naar Tunesië.
Vervolgens wordt de door Israël gesteunde presidentskandidaat Bashir Gemayel vermoord, vlak voor hij president zou moeten worden. Israël trekt Beirut binnen en 800 Palestijnse vluchtelingen worden vermoord door Libanese christenen in de Sabra en Shatila kampen. Israël wordt beschuldigd van bewust niet ingrijpen.

In april 1983 vindt er een zelfmoordaanslag van de Hezbollah plaats op de Amerikaanse ambasade in Beirut, 63 mensen komen om het leven.
In mei van dat jaar tekenen Libanon en Israël een vredesakkoord waarbij Israël en Syrië uit Libanon moeten terugtrekken. Syrië is het hier echter niet mee eens.
In oktober is er weer een zelfmoordaanslag door de Hezbollah. Bij de aanslag komen 298 mensen om waarvan 241 Amerikaanse soldaten. Amerika trekt enkele maanden later zijn troepen terug uit Libanon.

In januari 1984 wordt de president van de Amerikaanse Univeristeit in Beirut, Malcolm Kerr vermoord.
In maart besluit Libanon onder druk van Syrië het vredesakkoord als nog negeren.
In september wordt de Amerikaanse ambassade in Beirut gebombardeerd, 23 mensen komen om.

In juni 1985 trekt Israël gedeeltelijk weg uit Libanon, maar blijft wel in controle van een veiligheidsbuffer tussen Libanon en Israël. Dit zou zo blijven tot maart 2000.

In 1990 eindigt de burgeroorlog in Libanon.

In 1993 valt Israël zuid Libanon een week lang aan met als doel het beeïndigen van de aanvallen van de Hezbollah op Israëlische plaatsen.

In april 1996 ontstaat er een zestiendaagse strijd tussen Israël en de Hezbollah waarbij 137 mensen omkomen.

In mei 2000 trekken de Israëlische troepen weg uit Libanon en stelt de VN een "blauwe lijn" in als grens tussen de twee landen.

In september 2003 valt Hezbollah Israël aan met raketten op vliegtuigen in het gebied. Israël reageert hierop met oorlogsvliegtuigen die het gebied aanvallen.
In oktober dat jaar zijn er vuurgevechten tussen Israël en Libanon.

In februari 2005 wordt de vroegere Libanese premier Rafik Hariri vermoord.

Begin juli ontvoeren de Hezbollah een Israëlische soldaat.
Op 2 juli valt Israël het huis van de Palestijnse premier aan enkele uren na de verklaring dat de soldaat nog leeft.
Op 4 juli boekt de Arbische Liga 50 millioen dollar over aan de Palestijnen, omdat Israël en een andere grote landen alle hulp aan Palestina heeft afgesneden sinds de Hamas aan de macht is gekomen in Palestina.
Op 4 juli claimt de Hamas verantwoordelijkheid voor een raket aanval op een lege school in zuid Israël. Olmert noemt dit een "grote escalatie in de oorlog van terrorisme" tegen Israël.
Op 6 juli valt Israël Gaza binnen, er komen dertien Palestijnen om en één Israëlische soldaat.
Op 9 juli roept de Hamas op tot een staakt-het-vuren. Israël weigert dit echter omdat de Palestijnse regering niet vraagt om de vrijlating van de ontvoerde soldaat.
Op 12 juli ontvoeren de Hezbollah twee soldaten van Israël. Israël valt vervolgens aan met vliegtuigen, boten en landtroepen opzoek naar de ontvoerde soldaten. Israël noemt de aanval een "daad van oorlog" en houdt de Libanese regering verantwoordelijk.
Op 13 juli blijft de aanval van Israël aan. Bruggen, wegen en andere doelen worden beschoten en bestookt. Ook sluit Israël de aanvoerroute over zee af. Hezbollah vuurt meer dan 90 raketten af op Israël. 47 Libanezen komen om het leven en één Israëlier.
Op 14 juli blijft het geweld van beide zijden aan. Ondertussen zijn al 73 Libanezen en tien Israëliers omgekomen.
Op 15 juli begint Israël met aanvallen op Hezbollah, het dodental blijft aan beide kanten oplopen.
Op 16 juli komt Israël met een voorstel. Israël eist voor het staken van de vijandelijkheden de vrijlating van de twee ontvoerde militairen én de terugtrekking van de Hezbollahstrijders achter de rivier de Litani, die 30 kilometer ten noorden van de Israëlisch-Libanese grens ligt.
Ondertussen dreigt Syrië dat als Israël Syrië aanvalt ze zullen boeten, Iran komt hier nog overheen met een dreigement dat ze Syrië zullen steunen.
Verscheidene landen beginnen met de evacuatie van burgers uit Libanon.
Op 17 juli verklaren de Amerikanen vierkant achter Israël te staan. De G8 doet een oproep tot het minderen en staken van het geweld, maar komt door onderlinge verdeeldheid niet verder dan dit.
De VN veiligheidraad praat op dit moment over een internationale troepenmacht voor Libanon. Annan en Blair willen dat deze er snel komt om zo een eind te maken aan de beschietingen van Israël, maar ze beseffen wel dat Israël hier niet mee zal stoppen zolang ze zelf niet meer aangevallen worden door de Hezbollah. Israël zelf vindt het nog te vroeg voor een vredesmacht en wil eerst zeker zijn dat deHezbollah is uitgeschakeld.