De Toren van Oneindige Hoogte: Doden

Thon stapte bruusk door de vechtende massa, op de voet gevolg door Strever. De enkeling die het na een blik op zijn gezicht nog in zijn hoofd haalde om aan te vallen, maakte meteen zijn laatste fout in het spel. Hij liep door tot hij zich ongeveer in het midden van het gevecht bevond.
'Wat ben je van plan?' schreeuwde Strever boven het lawaai van de strijd om hen heen uit.
Thon negeerde hem, pakte zijn zwaard en drukte het met al zijn kracht door de tegels van het plein de grond in. Hij greep het heft met twee handen vast en sloot zijn ogen. Het blad van het zwaard kleurde in een tel zwart.
'Een Pyroquake?' riep Strever, 'dat is je plan? Waar ben je mee bezig man?'
Thon draaide zijn hoofd naar hem toe, 'sodemieter op Strever. Ik doe precies wat je wilt, dus nou moet je niet gaan lopen zeiken.'
'Dat doe je niet! Het belangrijkste is op dit moment het spel uitzetten en dat lukt niet als jij al het loodje legt voor je één stap in de toren hebt gezet.'
'Het interesseert me geen moer', Thon spuugde de woorden zowat, 'ik heb tot nu toe nog nooit een belangrijk gevecht verloren. Ik vecht op mijn eigen manier. Als je mijn hulp wilt zul je je daar bij moeten neerleggen en anders flikker je maar op.'
Strever zweeg. Thon had gelijk. Eerlijk gezegd had hij zelf ook geen idee hoe Thon het gevecht anders kon winnen, of hoe hij anders veilig de toren in zou komen. Hij had er alleen op gehoopt dat hij een minder riskante actie zou verzinnen.
'Thon! Voor het geval dat! Het is de vierde deur aan de linkerkant van de ingang op de 137e etage.'
'Duidelijk! En laat me nu met rust.'
Strever deed een stap terug. Gelukkig liep hij zelf geen gevaar. Soktur kon niet gedood worden door een actie van zijn meester. Ondanks de situatie was Strever gefascineerd. Hij wist dat een Pyroquake mogelijk was, maar had nog nooit iemand hem zien gebruiken. Hij twijfelde zelfs of iemand hem ooit gebruikt had. Thon had zijn ogen gesloten. Hij zou nu niet meer aanspreekbaar zijn. Alle energie, alle kracht en alle magie die hij bezat zouden naar de aanval gaan. Op deze afstand voelde Strever hoe de onmetelijke kracht zich opbouwde en concentreerde in Thon. De lucht om hem heen knetterde en trilde. Rondom stopten de spelers hun gevecht en draaide zich naar Thon, zich ineens bewust van een vijand die veel gevaarlijker was dan degene waar ze net tegen vochten. Stilte maakte zich meester van het plein tot alleen het geluid van de wind nog te horen was. Thon liet de opgebouwde energie los.

Het zwaard schokte en trilde onder de gigantische hoeveelheid energie die door het blad de grond in werd gepompt. Rond Thon drukte de vrijgekomen energie de stenen en tegels uit de grond. Schokgolven trokken over het plein. Spelers en een enkele Ferequus werden omhoog geworpen alsof ze niets wogen. Verder en verder dreunden de schokgolven in steeds breder wordende cirkels over het plein. Stukken grond spleten open en slokten hele groepen spelers op, om daarna weer te sluiten. Gebroken stukken tegels en aarde regenden op de lichamen van de lage level spelers die de eerste klappen niet hadden overleefd. Anderen krabbelden overeind, slechts om bij de volgende schok weer onderuit te gaan. Spelers vluchtten alle kanten op. Langzaam stopte de grond weer met trillen. De vluchtende spelers hielden stil en keken verbaasd om zich heen. Het ergste leek voorbij. Niets was minder waar. Uit de diepte, tussen de spleten van de gebroken grond kwam een rommelend geluid, dat harder en harder werd. De overal opspringende stomende geisers kondigden de komst aan van hitte. Half in paniek zetten de meeste spelers het weer op een rennen. De wereld veranderde in een vurige hel. Fonteinen van rood gloeiend lava spoten uit de grond. Ongelukkigen die er door getroffen werden strompelden brandend in het rond tot ze verkoold neervielen. Ondergrondse gasexplosies veroorzaakten voortspoedende wolken van tegelscherven die spelers aan stukken scheurden. Muren van vuur trokken links en recht over het plein en veraste iedereen op hun pad. Minutenlang schokte de grond en brandde het plein rond de toren. En ineens hield alles op. In het midden van het slagveld liet Thon zijn zwaard los en viel bewusteloos voorover.

Strever keek om zich heen. Als tussen de zwartgeblakerde resten van het plein nog iemand in leven was, zou dat een wonder zijn. Thon was bewusteloos, hij zou moeten wachten tot hij weer bij was voordat...
(Geef me mijn lichaam terug)
De stem kwam zo onverwacht dat Strever zich even gedesoriënteerd voelde en bijna onderuit ging.
'Soktur?'
(Geef me mijn lichaam terug!)
Soktur klonk al een stuk dwingender. 'Wat zou je ermee willen doen?'
(Dat weet je al.)
'Je meester doden.'
(Mijn meester doden.)
De pijnscheut die plots door Strever's hoofd schoot was bijna ondragelijk. Hij voelde meteen hoe de geest van Soktur naar de voorgrond kwam en zijn eigen geest wegdrukte. Het lichaam van Soktur reageerde niet meer op hem. Strever vocht terug en wist de controle weer terug te krijgen.
(Hoe lang denk je dat je dit volhoudt?)
Niet lang. Dat wist Strever ook. Helemaal niet lang. Soktur's geest was veel te sterk voor hem. Hij had maanden eerder onderzoek moeten doen naar de gevolgen van emoties onder de assistenten. Daar was het nu te laat voor. Hij wierp een blik op het bewusteloze lichaam van Thon. Als Soktur de macht over zijn lichaam kreeg was het slechts een kwestie van een wapen vinden en Thon was er geweest en dan had Unteto vrij spel. De nieuwe pijnscheut voelde als een koud mes in zijn hersenen. Strever schreeuwde van de pijn. Weer kwam de geest van Soktur naar voren, maar met zijn laatste restje kracht wist Strever de geest van Soktur nog een keer weg te duwen. De volgende keer zou hij het niet meer redden.
(Geef het op.)
Strever keek om zich heen. Op een paar meter afstand lag het lijk van één van de spelers. Hij had nog zijn zwaard vast. Het stak schuin de lucht in. Hij had geen keuze. Als Soktur zijn geest versloeg was hij er ook geweest.
'Val dood Soktur', zei Strever en dook met zijn borst naar voren boven op het zwaard.
In zijn hoofd gilde Soktur van woede. Het zwaard spietste het bovenlijf van Soktur precies op de plek waar zijn hart zat. Het deed verrassend weinig pijn. Strever staarde naar het lijk onder hem terwijl zijn ademhaling stokte. Thon stond er nu alleen voor. Zijn laatste gedachte was bij Erissy en het feit dat hij zijn belofte iets samen te gaan doen niet zou kunnen nakomen.

In de kelder van het hoofdkantoor begonnen op de capsule waarschuwingslampjes te knipperen en schoot de deur open. Het lichaam van Strever zakte levenloos op de grond.

Voorgaande delen: |1|2|3|4|5|6|7|8|9|10|11|12|13|14|15|16|17|18|19|20|21|22|