Beste Mevrouw

Het volgende werd door de FOK!user Captain_Chaos geschreven.

Wij kennen elkaar niet maar het had heel makkelijk anders kunnen zijn.Dit weekeinde hadden we elkaar kunnen leren kennen als het noodlot u geen kool had gestoofd.

Het was halverwege de nacht toen u en uw mijnheer een onenigheid kregen. Kennelijk was het best een hevig meningsverschil want iets bracht die desbetreffende mijnheer ertoe om de hand aan u te slaan. U bleek geen partij. Zelfs toen u onmachtig ter aarde stortte was het einde van uw narigheid nog ver weg. U heeft er waarschijnlijk zelf nooit iets van gemerkt maar de mijnheer waarmee u de dag, misschien wel een dag als iedere andere, begon heeft minutenlang zijn woede op uw weerloze lichaam gekoeld terwijl niemand u te hulp kon schieten. Gelukkig belde iemand direct naar de mensen die nachtenlang op pad zijn om ongelukkigen als u te hulp te schieten.

Even leek het geluk u niet in de steek te laten omdat mijn maatje en ik slechts drie kilometer van u verwijderd waren. We waren juist klaar met de voorgaande klus maar wel de énige aanspreekbare eenheid op dat moment; het weekeinde is vooral in de nachten druk voor mensen als mijn maatje en ik moet u weten. Uw gegil was pas net gehoord. Drie kilometer maar. In een flits zouden we bij u zijn en u behoeden voor de ramp die u te wachten zou staan als niemand uw mijnheer zou doen ophouden.

Niets bleek echter minder waar.

Ik merkte het meteen; achteraf bij het instappen al.
De ferme trap die ik op het gaspedaal gaf deed de motor donker brommen en de auto langzaam en bonkend op gang komen. Stuurloos rammelden we de rijbaan op; de velgen aan de linkerzijde van de auto rinkelend over de klinkers. De lucht om ons heen vulde zich met de stank van verbrand rubber en het hoongelach van voorbijgangers terwijl ik ongelovig de messteken in de wangen van de banden bekeek. 'Het is niet te doen vriend. Beetje jammer wel.' Mijn maatje knikte gelaten.

Beste mevrouw ik ben de man die u tegen wil en dank aan uw lot heeft overgelaten.

Waarover de onenigheid ging zal ik waarschijnlijk nooit te weten komen. U kan het mij immers niet vertellen. U bent, terwijl u zich misschien nog afvroeg wanneer iemand u zou komen helpen, minutenlang als oud vuil geschandaliseerd. Iedereen kan nu alleen nog maar hopen dat u ooit weer uw bewustzijn terug zal krijgen. Uw mijnheer is ontkomen en tot op dit moment onvindbaar. Wellicht zal hij nooit verantwoording hoeven af te leggen over zijn daden in die nacht die u zo noodlottig werd.

De mijnheer of mevrouw die de banden vernielde en ik kennen elkaar ook niet. Het is zeer onwaarschijnlijk dat hij en ik ooit van elkaars bestaan af zullen weten; of hij van uw bestaan. Hij is degene die op feestjes het hoogste woord heeft en de lachers op zijn hand heeft wanneer hij vertelt hoe hij twee banden lek stak (of misschien wel vier; niet waar, maar wél leuker!). Toehoorders zullen hem bewonderen om zijn moed als hij vertelt dat hij rustig heeft staan toekijken hoe de auto als een manke eend de straat uit waggelde en rokend tot stilstand kwam. Het moment dat de klunzen die erin reden uitstapten en elkaar als twee sufferds aankeken zal hilarisch worden gevonden. Hun stapvoetse aftocht zal een mooi slot zijn van het betoog van de gangmaker van de avond.

Beste mevrouw, ik hoop dat u erom kan lachen.

Hij heeft u toch maar mooi beetgenomen.