Ijnthofen, 3614

Ijnthofen, ergens in het jaar 3614 na Christus

Noot van de schrijver: in verband met de onbegrijpelijke taal waarin dit verslag geschreven is, heb ik besloten het in normaal Nederlands te vertalen, zodat het ook voor onze lezers interessant is. Verder denk ik dat ze het hier over een school hebben.

Met een druk op de knop van de hykoliver werden de laatste steenonderdelen van het te onderzoeken object verwijderd. Mijn collega toonde verbazing op zijn gezicht, en hij kleurde een moment naar wat lichter groen dan normaal. Wat wij vonden onder de meer dan duizend jaar oude lavamassa's was een geweldige ontdekking. Het was een gebouw, erg groot voor de periode voor de Grote Uitbarsting. Bijna alles was nog in de oorspronkelijke staat aanwezig, en meteen begonnen we met de kleinere hykolivers de rest van de as, steen en dergelijke weg te stralen.

Ons team bestond uit twaalf Vliipz, waarvan ik aan het hoofd stond, samen met Groc, de eerder beschreven collega. Onder de lagen vonden we iets wat later de bekende 'bakstenen' bleken te zijn, in een erg groot aantal. Het gebouw was echter hol, en binnenin ontdekten we nog veel meer interessante onderdelen. De inwoners, of waarschijnlijk bezoekers, waren kennelijk in hun dagelijkse bezigheden verrast door de Uitbarsting, daarom waren er goed geconserveerde skeletten te vinden. Ook lagen er, op iets wat ooit waarschijnlijk een houten plaat geweest moet zijn met een ijzeren onderstel, instrumenten die kennelijk voor één of ander onderzoek gebruikt moesten zijn.

Wat ons meteen opviel was dat er kleinere Menschen allemaal dezelfde kant opkeken, in de richting van een grotere Mensch. Waarschijnlijk was dit een leider. De grotere Mensch had in zijn hand een zelfde instrument als die we aantroffen op de plateaus.

We straalden de rotzooi verder weg, en kwamen tot de ontdekking dat er wel zo'n 30 Menschen aanwezig waren in het complex. Uren later ontdekten we meer van deze kamers. Alle vertrekken waren op dezelfde manier ingedeeld. Ook waren er enkele lege kamers. Na een heleboel ruimtes verkend te hebben, ontdekten we een anders ingedeelde. Er stonden grote machines in, die misschien voor belangrijk onderzoek zouden dienen. Achter de machines zaten kleinere Menschen, die door middel van een ovalen, wit ding met een snoer eraan waarschijnlijk op de een of andere manier in contact stonden met de machines. Misschien straalden zij hun herseninformatie over door dat draadje. In dat geval waren ze nog niet zo ver ontwikkeld dat dit draadloos mogelijk was.
Door het hele gebouw ontdekten wij soortgelijke ruimtes. De meeste hetzelfde als de eerste die we zagen, met rijen platen en kleinere Menschen die in de richting van een grote Mensch waren geplaatst.

Een van de leden van mijn team nam een instrument mee, zo één die op de tableaus lag. Het bestond uit drie delen en enkele staafjes. Het eerste deel was op het eerste gezicht een bundel flinterdunne, misschien houten onderdelen van ongeveer twee centimeter dik. Op de onderdelen stonden zwarte markeringen, en af en toe in kleur. Mijn eerste idee was dat het een primitieve vorm van informatie overgeven was. Het soort wat wij nu gebruiken in onze leerfabrieken, maar dan veel eenvoudiger. De markeringen zouden waarschijnlijk vreemd gevormde chips zijn, die op de een of andere manier feiten door zouden geven naar de kleine Mensch. Ik snap dan alleen niet wat de grote Mensch vooraan in de ruimte zou moeten doen. Misschien bedient hij een schakelaar. Bij nader onderzoek bleek het instrument in de handen van de grote Mensch hetzelfde te zijn als van de kleinere, alleen waren er wat meer markeringen aangebracht op de dunne onderdelen in de bundel.

Het tweede deel van het instrument, wat draadloos verbonden was met de andere delen, bestond uit een zelfde bundel, al zag het er wat slordiger uit. Op de onderdelen waren ook markeringen aangebracht, en een soort illustraties. Deze zagen er echter heel anders uit dan de onze, ze bewogen niet en er was totaal geen diepte in. Misschien betekende dit dat de informatie er al uitgehaald was. Ook waren in dit tweede deel losse onderdelen aangebracht, die er uitgehaald konden worden. Op deze onderdelen, eveneens flinterdun, stonden vooral rijen markeringen, al dan niet in een soort lijnen aangebracht.

Het derde deel was een dunnere bundel. Het was eveneens draadloos verbonden. De tweede helft van de bundel bevatte nog geen markeringen. Wat mij opviel was dat de Mensch waarschijnlijk bezig was met de markeringen aanbrengen, omdat de bundel openlag op de scheiding tussen vol en leeg. Ook had het skelet een staafje in zijn hand wat ongeveer op de plek lag waar de markeringen ophielden. De hele bundel bevatte wel dezelfde, horizontale lijnen, en de markeringen waren ertussen aangebracht. De markeringen waren wél blauw in plaats van het zwart uit deel één. Bij nader onderzoek bleek dat de markeringen af en toe overeenkwamen met de blauwe in het tweede deel. Mijn collega opperde dat de kleinere Menschen hier misschien bezig waren met het programmeren van de flinterdunne onderdelen.

Ik ben benieuwd of wij ooit nog iets zullen kunnen begrijpen van de geavanceerde techniek van de Mensch, de primitieve bewoner van de aarde voor de Grote Uitbarsting.

Ik groet u allen hartelijk.
Vmk, leider van de afgevaardigde groep Vliipz die naar �Ijnthofen�, een erg kleine plaats op de planeet �Aarde� zou gaan.