Terreurkleuters.

Als grote verantwoordelijk Oom heb je soms wel eens momenten waarop je aan die verantwoordelijkheid voldoen moet. Op de momenten waarop de ouders van het oomnoemende grut weer eens op stap wil, bijvoorbeeld. Of als de ouders aanwezig moeten zijn op een hoorzitting vanwege brandschade aan de peuterspeelzaal waar hun kroost uiteraard niets mee te maken heeft. Hoe het ook zij, soms moet je je verantwoordelijkheid nemen, en oppassen.

"Goh, wat zijn ze rustig..." Denk ik nog, als ik achter me hoor: "Emmeemmewasse?" Denkend: "Emmeemmewasse? Ja, tzalwel, maar ik versta er geen hol van..." draai ik me om, en kijk recht in de gehavende tronie van een echte Apache-indiaan. De jongste staat voor me met een rode neus, blauwe wangen en een bruin voorhoofd. Met zijn bruin/blauw/rode handen maakt hij tegelijkertijd meerdere handafdrukken op het bureau om zijn terriorium af te bakenen. "Emmeemmewasse?" vraagt hij weer. Ah. "Wassen." Zeg dat dan. De kleine Winnetoe commanderend dat hij moet blijven staan wachten, en vooral nergens aan moet komen, spurt ik naar beneden om een natte doek te halen. Hiermee lukt het me de kleine wurm weer enigzins toonbaar te maken. Net als ik denk te beginnen met het verwijderen van de kunstige handafdrukken, schiet het me te binnen dat de kleine ook nog een zus heeft. Shit. Deze tref ik aan op haar kamertje, achter het bureau. Met haar handen maakt ze mooie banen op het voorheen zo smetteloze bureaublad. Ik verzoek haar vriendelijk toch dringend samen met haar broertje te vertrekken naar de onderste etage, om daar onder de kraan in de keuken haar handjes te gaan wassen. Dit doet ze, terwijl ze niet verzuimd om handafdrukken op trapleuningen en deurkrukken achter te laten. Omdertussen pak ik een nieuwe natte doek, en begin het bureau zo goed als het kan te vegen.

Op het moment dat ik de keukendeur opendoe en een voet naar binnenzet, voel ik mijn voet koud en nat worden. …Èen blik in de keuken bevestigd mijn vermoeden dat de twee milliantante guerilla-kleuters een nieuw 'weapon of mass-irritantion' uitgedacht hebben. Luid lachend staat de oudste met een triomfantelijke blik op haar gezicht in het midden van de keuken. Een tot voor kort volle fles shampoo houd ze hoog boven haar hoofd, en haar broertje staat springend bij haar omhoog te krijsen: "Eefhie-eefhie!" Terwijl op de achtergrond het zachte stromen van water over de rand van de gootsteen me een rustgevende anti-rush geeft, stap ik de keuken binnen en gris ik de fles shampoo uit de hand van de meid. Op hetzelfde moment verliest de jongste zijn evenwicht, en valt achterover in de plas met water. Terwijl ik de kraan dichtdraai instrueer ik de oudste om boven om schone, droge broek en sokken aan te trekken. Op hetzelfde moment maakt de jongste, die nog steeds achterover in de plas water en shampoo ligt, me al bellenblazend duidelijk dat zeep niet de meest appetijtelijke smaak heeft. Deze vis ik uit het koude water, en deponeer ik boven onder de douche. Terwijl ik de keuken begin schoon te dweilen, komt de oudste weer binnen. Deze beveel ik om de Bob de Bouwer DVD aan te zetten en met gesloten mond voor het electronenkanon te gaan zitten. "Maar ik wil dierendokter Tom zien!" Zegt ze. "*Hng* Nou, vooruit dan maar weer. Dierendokter Tom." Ze weet zelf de DVD aan te zetten, en binnen een minuut zit ze voor de spannende avonturen van haar trouwe dierendokter en zijn hond Tobias te kijken.

Ik loop naar boven en haal de jongste onder de douche weg, doe hem een jas aan en druk hem subtiel buiten in de zandbak onder het motto van: "Ga zoeken!" Hierna stampvoet ik weer naar binnen toe, waar ik de meid betrap op het doelmatig vernietigen van vensterbakversiering. Ze heeft met chirurgische prisicie de hoofden van een aantal kleiÎn heksen verwijderd, en heeft hun kleding op een grote hoop gemieterd. Voor de zoveelste keer spreek ik haar bestraffend toe en probeer ik de poppen weer aan te kleden en de hoofden op hun plaats te bevestigen. "Godverdomme! Godverdomme!" hoor ik de jongste schreeuwen. Zijn nieuwe modewoordje snijd me hard door mijn ziel. Ik loop naar buiten en zie hem in de zandbak staan, al spugend op de grond. "Godverdomme! Godverdomme!" Op de rand van de zandbak zie ik enkele aangevreten zandgebakjes liggen en ik begin door te krijgen wat zich heeft afgespeeld. "Hee, doe's niet, dat vloeken!" zeg ik tegen de kleine spruit, die mijn reactie op zijn gevloek zeer amusant vind, getuige de triomfantelijke blik op zijn gezicht. Ik besluit het guitige ventje direct op zijn plaats te zetten, pak hem beet en loop met hem naar boven. Hier parkeer ik hem met David in bed. "En slapen jij! Ik wil geen last meer van je hebben!" spreek ik hem bestraffend toe, waarna ik hem geshockeerd achterlaat op zijn kamertje.

Ik loop naar beneden waar ik: "Zou jij mijn billetjes af willen vegen?" te horen krijg uit het mondje van het drie jaar oude meiske, dat wijdbeens uit de wc komt lopen. "Want kijk, dat doet Mama anders, of Papa. Maar die zijn er niet, daarom moet jij oppassen." "Ja, die Papa en Mama zetten je vaak op de wc zeker, met de Dikke Vandalen." antwoord ik, terwijl het meiske voorover gebukt gaat staan, verwachtend dat ik haar kont afveeg. "Het moet met wc-papier. Dat hangt in de wc." weet ze me nog mee te delen. Nadat ik mijn 'taak' heb vervult, en de meid haar broek op begint te hijsen, word ik opgeschrikt door iets dat met een donderend geraas van de trap af komt gedonderd. "Oh shit, dat kind mieterd naar beneden!" denk ik, en ik ren naar de trap. Daar zie ik echter David, de ÈÈn meter hoge plastieken tuinkabouter, aangeschaft bij de Intratuin of een der concurrenten, op de grond liggen. (Vraag het ventje: "Wat wil je worden?" en je zult als antwoord 'kabouter' krijgen.) "Boem! Boem!" hoor ik het kleine manneke schreeuwen, terwijl hij gierend van het lachen staat te springen. Ik zet mijn meest boze gezicht op, stampvoet naar boven, druk het ventje weer zijn kamer in, trek de deurkruk uit te deur en druk deze dicht. (De deur, niet de kruk.) Ik negeer zijn gemep op de deur en ga weer naar beneden, waar ik de meid aantref met een aantal kabels in haar hand. Kabels die zojuist nog bevestigd waren aan de computer, waarop ik zoÎven nog een zeer indrukwekkende werksimulatie had uitgevoerd. "Goh, je hebt vast niet de moeite genomen om mijn werk even op te slaan, zeker?" vraag ik haar. "De computer is stuk. Winnie de Pooh was niet goed opgestart dus ik ging de computer maar even maken." Ik bedankt haar voor haar ICTechnische gesleutel door haar met een step buiten te plaatsen. Hop, steppen jij.

De step is de hoek nog niet om, of ik zie een groepje hangbuurvrouwen zorgelijk naar het raam boven me kijken. Het idee om ze vriendelijk te vragen of ze zich met hun eigen breinaalden willen bemoeien laat ik links liggen, en ik kijk zelf ook naar boven. Daar zie ik een heuse kabouter, druk hei-ho'end uit het raam hangen. Ik storm weer eens naar boven en pluk de kleine spruit uit de vensterbank. "Meekomen jij!" tetter ik in zijn oren, en ik sleur hem mee naar beneden, waar ik hem samen met zijn zus weer voor de spannende avonturen van Totally Spies plaats. Ik besluit ook nog een beetje te gaan blauwhelmen door mijn goede wil te laten zien. Ik schenk voor de kinders twee lekkere glazen vol met limonade. Met extra siroop, om bij die twee kleine duiveltjes in een goed daglicht te komen. Ik geef het ze, samen met een zak Nibbit en de twee lijken tevree. Ze kijken vrolijk naar de TV terwijl de chips met kilo's tegelijk door de lucht vliegt. Ik voel me voor een moment een goede oppas, en ik dut op de bank in. Vijf minuten later word ik wakker door een vreemd gevoel in mijn nek. Het is een flinke dosis limonadesiroop die over mijn rug begint te lopen, terwijl mijn haar bevolk word door een kleffe dosis afgekauwde Nibbit. Ik vloek daadkrachtig richting de kinders en sta op het punt enkele corrigerende tikken uit te delen. Ik houd me echter op het laatste moment in en storm de gang op, waar ik me maar uitkleed om van die kleffe rommel af te zijn. Net als ik op het punt sta om ergens nieuwe kleren te scoren, vliegt de deur open en schreeuwen die twee: "Piemel! Piemel!" Ik verlies bijna mijn zelfcontrole en sta op het punt om op de twee af te vliegen, als de voordeur openvliegt. De ouders zijn thuis. Oeps.