De Orde Der Gezellige Mensen

Stille_Liefde had ons via de submit te melden:

Twee keer per week brengt de Intercity mij comfortabel naar de Hofstad, Den Haag. Als ik daarbij vertel dat ik graag thuis slaap is het niet vreemd te horen dat ik dus vier keer per week in de trein vertoef omdat ik s’avonds dezelfde reis maak in omgekeerde richting. Vier keer per week zie ik dezelfde huisjes, weilandjes, vijvertjes, kerkhofjes, treintjes, pafpaaltjes en meer van dergelijke Hollandse tafereeltjes onder het spoor voorbij schieten. Als je Guus Meeuwis zou heten zou je er bijna een liedje van maken. Een gemiddelde intercity is opgebouwd uit hokjes met daarin zes compact gebouwde stoelen. Instappend is het telkens weer een verrassing in wat voor babbelbox je nu weer terecht komt. Zo’n hokje is eigenlijk een soort aquarium met zes verschillende visjes erin. Het ene visje luistert naar muziek, een ander visje eet een vies ruikend broodje, weer een ander visje kijkt door het ruitje naar de boze buitenwereld of geniet van het tikken van de regendruppels op de ramen. Een mobiel habitatje, een mini-samenlevinkje, een nieuwe biotoop.

De trein is altijd een heerlijke warmwaterbron van verhalen, sferen en fantasieën. Dromen trekken aan je voorbij terwijl de rails onder je doorschiet, een dutje terwijl de zonnestralen je gezicht verwarmen, weggezakt in een goed boek of misschien speel je wel om met de gedachte een praatje aan te knopen met de aantrekkelijke jongen of het mooie meisje tegenover je. Snelle blikken. Nieuwe liefde, drang naar rosé wolken.

Een prettig gevoel zoals hierboven beschreven of het genieten van alledaagse taferelen kun je vaak oproepen of ervaren door goed om je heen te kijken en scherp te luisteren naar de geluiden die je op je dagelijkse pad tegenkomt. Het kan helpen de wereld te accepteren hoe ze is, hoe lelijk en onvriendelijk ze vaak ook lijkt.
Het pad van de columnist gaat ook niet altijd over rozen, maar tegelijkertijd is hij blij dat hij diezelfde rozen kan beschrijven als een fluweelachtig diepwarm liefdesteken die de kamer doen sfeerkleuren als was de bos zojuist gedoopt in rode neonverf met een flame-lampje erop gericht.

Er bestaat een groep mensen die alles wat hierboven beschreven is bestempelen als onzin, stommigheid of zelfs fictie. Nu gaat uw columnist eens vreselijk generaliseren. Doet u mee?
Die mensen die al het mooie om zich heen maar onzin vinden en doordeweeks alleen maar kunnen klagen dat ze moeten werken en te weinig verdienen vinden vaak ook dat ze in het weekend een borrel verdienen. Het moet GEZELLIG worden. Jawel, het ‘G-woord’ is gevallen. Vriend Van Dale noemt ook wel termen als ‘genoeglijk, gezellie, huiselijk, knus en sfeervol’. Maar hoe doe je dat nu, het GEZELLIG maken? Welnu, daar zijn de meningen over verdeeld. We kunnen de volgende categorieën onderscheiden:

- De mens die een ander mens opzoekt om het daarmee GEZELLIG te hebben.
- De mens die ander mens opzoekt en een drankje drinkt om het GEZELLIG te hebben.
- De mens die het sowieso wel GEZELLIG maakt ongeacht de mensen om hem heen.
- De mens die het niet uitmaakt waar hij is, als er maar drank in de buurt is om het GEZELLIG te maken en zo dronken mogelijk te worden (want dan wordt het vast nog GEZELLIGER).

En het is deze laatste groep waar ik het over wil hebben in deze april-column. Ik noem ze de Orde Der Gezellige Mensen. Ze hadden ook Vluchteling kunnen heten.
‘Wil je iets drinken? Nou, een Colaatje is wel lekker. Cola? Maar dat is toch niet GEZELLIG?’
Klinkklare onzin. Een weldenkend mens begrijpt dat sfeer niet gebonden is aan de hoeveelheid alcohol. Drank kan bijdragen aan het langzaam loslaten van remmingen en een versnelling van schakelen naar een andere (vaak leuke) sfeer. Dit natuurlijk alleen als de drank op een verantwoorde manier wordt geconsumeerd. En dat is nu precies waar de schoen wringt. Drankgebruik is geaccepteerd en is voor veel mensen een bron van ontspanning & ontsnapping (indien teveel gedronken kunt u nu ook spontnapping lezen). Teveel drinken is op z’n tijd ook leuk. ‘Spring eens uit de band!’ roept men dan. Welke band dit is heb ik nog steeds niet ontdekt, maar wellicht was dit een Urkse sport uit 1912 waarbij huisvrouwen met paarse sokjes aan uit autobanden sprongen die aan een touw boven het Urkermeer hingen. Een Urkerman kan deze uitspraak wellicht hebben gebruikt in de hoop dat zijn vrouw kampioen ‘bandspringen’ zou worden en hen eeuwige roem ten deel zou vallen. Maar dit terzijde.

Kortom, drank kan leuk zijn maar is niet nodig of onmisbaar. Ik hoor mensen nu en dan zeggen dat ze het niet GEZELLIG vinden als ze niet kunnen drinken. Als ik dat zou ervaren zou het sowieso niet meer GEZELLIG zijn. Ik zou eerder een brief schrijven aan de AA in de hoop dat ze me kunnen helpen. Ook zou ik ‘Biertje!-Heineken’ aanschrijven om te vragen of ze op de flesjes, blikjes en vaten voortaan de tekst ‘Hier word u enorm GEZELLIG van’ willen afdrukken. Voor heel veel mensen is het weekend niet compleet als ze niet ladderzat zijn geweest. Durf je te zingen op straat of te dansen in de kroeg als je nuchter bent?

Vervelend is het ook als je zelf niet dronken bent, maar de mensen om je heen wel. Deze mensen kijken hulpeloos uit de ogen en lachen wat af om niks. Of worden emotioneel. Of vertellen alles wat ze dwarszit. Of durven ineens wel met een vliegtuig. Of slagen ineens wel voor dat examen. Of ervaren minder ellende. En die kater, tja..’Ik weet toch waar het door komt?’
Moeilijk onderwerp, die drank.
Vier keer per week zie ik dezelfde huisjes, weilandjes, vijvertjes, kerkhofjes, treintjes, pafpaaltjes en meer van dergelijke Hollandse tafereeltjes onder het spoor voorbij schieten. En ik geniet ervan. Ongeacht de dag, het tijdstip of met wie. Ik kijk door het ruitje naar de boze buitenwereld of geniet van het tikken van de regendruppels op de ramen. Het is gezellig in de trein. Colaatje?