Keroppi en de nachtbus

Keroppi en de nachtbus

Moeders horen van nature bezorgd te zijn, en daarom verliep tot een jaar terug elk gesprek over uitgaan in Rotterdam volgens een vast patroon.

Ik vroeg of ik mocht uitgaan (waarbij ik natuurlijk beklemtoonde dat ik met een voldoende grote groep van betrouwbare mensen op stap ging) en zette vervolgens mijn liefste blik op en begon inwendig te bidden.
Maar elke keer weer kwam diezelfde vernietigende vraag "En hoe kom je dan terug?"
"Oh met de nachtbus" probeerde ik dan zo nonchalant te antwoorden.

Geen sprake van! was toch elke keer weer de reactie. Want in mijn moeders ogen was de nachtbus eng. Of in ieder geval vol tuig dat het speciaal op haar dochter had voorzien.
Dus ik ging maar weer saai in de omgeving uit...

Maar toen de enige leuke tent in de buurt sloot was ik even in paniek. Wat nu? Als mijn moeder irritant bleef doen over de nachtbus dan had ik een probleem. En ik zag al mijn uitgaansleven in rook opgaan.

Maar moeders zijn onvoorspelbaar, en soms kunnen ze plotseling erg meegaand zijn. Jullie raden het al, ik mocht met de nachtbus!

Toen ik die vrijdag vertrok richting Rotterdam hoorde ik mijn moeder nog wat roepen dat klonk als "Pas je wel goed op meid?". Jaaahaaa mam, zuchtte ik binnensmonds.
Na een avond lekker gedanst te hebben werd het tijd om eens dat nieuwe fenomeen uit te proberen. Van een vriend had ik gehoord dat we vanaf de West-Blaak konden vertrekken. Maar die vriend was al vertrokken, mijn stratenkennis van Rotterdam beperkt zich tot de lijnbaan en de twee andere meisjes wisten nog minder dan ik over nachtbussen…
En als 1 van de twee dan ook nog eens lekker aangeschoten is... Feest!

In het donker liepen we (de aangeschoten persoon half voortslepend) richting iets wat een nachtbushalte leek. Maar 1 blik op het bord leerde ons dat we deze bushalte absoluut niet moesten hebben, tenzij we opeens de ziekelijke neiging krijgen onbekende dorpjes te gaan bezoeken.
We vroegen de mensen die stonden te wachten of zij wat meer wisten. Ze keken elkaar aan, smoesde wat onderling en toen kwam het vernietigende antwoord: "Ja, maar je moet naar Rotterdam CS, en dan haal je de laatste nachtbus nooit!".
Ik geloof dat op dat moment mijn hart 2 slagen miste. Missen? Dat zou betekenen dat we of zo'n dure taxi moesten nemen of dat we op de eerste trein moesten wachten.

We besloten toch maar richting Rotterdam CS te rennen, en met pijnlijke voeten, een halfdronken persoon en een wanhopige vriendin is dat niet bepaald leuk.
Hoe we het gedaan hebben weet ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet. Maar we hebben het gered, we waren op tijd.

Toen de bus kwam aanrijden stond ik toch een beetje verbaasd te kijken. Door die terughoudendheid van mijn moeder wat betreft nachtbussen had ik een heel vreemd beeld van die dingen gekregen.

In mijn hoofd waren nachtbussen, vieze bekladde bussen, schemerig verlicht door enkele spotjes, vol irritante dronken jongeren die je constant lastig vallen en dit geheel maakte mijn verbeelding nog af met 2 agenten die moesten voorkomen dat de buschauffeur werd afgeslacht.

Maar de nachtbus was een schone helder verlichtte bus met een vriendelijke chauffeur. En de dronken jongeren? Misschien zullen ze wel dronken zijn geweest maar doordat ze stil op hun stoel hingen heb ik geen last van ze gehad.
Voor de zekerheid checkte ik nog even onder m'n stoel, maar nee geen enge man!

Een beetje gedesillusioneerd door dit gebrek aan spanning reden we naar huis en thuisgekomen kon ik het niet laten om in mijn moeders slapende oor te tetteren: "Hee! De nachtbus is helemaal niet eng!".