Wintersportseizoen 2013/2014 - Deel I

heywoodu

Het is eind maart en dus zit het seizoen er in de meeste wintersporten, al dan niet bijna, op. Daarom blikken wij in twee delen terug op het seizoen in de World Cups in de diverse sporten, van het ijskanaal tot de pistes en van de schietschijven tot de schansen. Vandaag beginnen we met bobsleeën, skeleton, rodelen en alpineskiën.

Bobsleeën 
Het seizoen begon bij de bobsleeërs met een ongekende dominantie van de Amerikaan Steven Holcomb. Hij won de eerste vier wedstrijden in de tweemansbob en de eerste drie in de viermansbob. Deze vonden echter allemaal plaats in Noord-Amerika. Zodra de karavaan naar Europa vertrok, ging het veel minder. Pas een maand later, tijdens de voorlaatste World Cup in Igls, kwam Holcomb weer terug op het podium.

In de tweemansbob werd het een spannende strijd tegen de Zwitser Beat Hefti en zijn remmer Alex Baumann. Hefti won de eerste twee Europese races en profiteerde zo maximaal van het tegenvallen van Holcomb. Bij de seizoensfinale in Königssee werd het een spannende strijd tussen de twee. Hefti werd tweede, Holcomb zevende, en dat was voor de Amerikaan precies genoeg om net als zeven jaar eerder de titel te pakken. Edwin van Calker was met de zestiende plaats de beste Nederlander, één plek voor Ivo de Bruijn.

De titel in de viermansbob ontging Holcomb. In Winterberg, de eerste Europese wedstrijd van het seizoen, werd hij slechts twintigste en dat deed hem de das om. De Duitse wereldkampioen Maximilian Arndt won in Winterberg beide wedstrijden. Met de achtste plaats bij de seizoensfinale sleepte hij zijn eerste World Cup-titel binnen. Edwin van Calker werd dertiende in de eindstand. Zijn meest opvallende prestatie kwam bij de laatste wedstrijd, waar hij in de tweede run de snelste tijd van iedereen liet noteren.

De strijd bij de vrouwen bleek ongemeen spannend te worden. De Amerikaanse Elana Meyers eindigde in elke wedstrijd op het podium, behalve in St. Moritz. Op de lange baan, waar haar geweldige start minder tot zijn recht komt, werd ze slechts twaalfde. Dit kostte haar uiteindelijk de beker, want de Canadese titelverdedigster Kaillie Humphries kwam tot 1629 punten, één schamel puntje meer dan Meyers. Esmé Kamphuis werd tiende, met de vijfde plek in Königssee als hoogtepunt.

De Rus Alexander Zubkov (rechts) speelde in de World Cup geen grote rol, maar werd met twee olympische titels één van de grote Russische helden in Sochi (Foto: Pro Shots/GEPA)
De Rus Alexander Zubkov (rechts) speelde in de World Cup geen grote rol, maar werd met twee olympische titels één van de grote Russische helden in Sochi (PRO SHOTS/GEPA)

Skeleton
Zoals eigenlijk was te verwachten kende het seizoen bij de skeletonmannen weinig echte spanning wat betreft de strijd om de World Cup. De Let Martins Dukurs won maar liefst zes van de acht wedstrijden, waaronder de laatste vijf, en won zo voor de vijfde keer op rij de World Cup. Dit betekende direct een nieuw record. Net als een seizoen eerder werd zijn broer Tomass Dukurs tweede. Er deed ook eindelijk weer een Nederlander mee. Gert Koetje maakte met de 28e en laatste plaats in Königssee zijn debuut.

Bij de vrouwen waren er maar twee die kans hadden op de titel. De Britse Elizabeth Yarnold en de Amerikaanse Noelle Pikus-Pace staken ver boven de rest uit. Direct in de eerste wedstrijd werd Pikus-Pace, na protest van Yarnold, gediskwalificeerd om nog altijd niet geheel duidelijke redenen. De Amerikaanse won vervolgens twee keer op rij, maar haar achterstand na de eerste wedstrijd was al bijna onoverbrugbaar.

Na zeven van de acht races was de beker zo goed als binnen voor de Britse. Bij de laatste wedstrijd, in Königssee, werd ze slechts negende. Dat was echter ruim voldoende om winnares Pikus-Pace voor te blijven. Opvallend is dat Yarnold en Pikus-Pace, op de diskwalificatie en negende plaats na, in elke wedstrijd samen op het podium stonden. De Nederlandse Joska Le Conté werd 22e in het eindklassement.

Lizzy Yarnold brak definitief door en won ook met overmacht olympisch goud in Sochi (Foto: Pro Shots/GEPA)
Lizzy Yarnold brak definitief door en won ook met overmacht olympisch goud in Sochi (PRO SHOTS/GEPA)

Rodelen
De mannen kenden één grote favoriet, Felix Loch, en ondanks een wat moeizame eerste wedstrijd kon de Duitser het volledig waarmaken. Hij won vijf van de negen wedstrijden en was voor de laatste race al zeker van zijn derde eindzege op rij. De legendarische Italiaan Armin Zöggeler won de laatste wedstrijd van het seizoen. Voor Il Cannibale was het de laatste World Cup uit zijn glansrijke carrière. Na vanaf 1994 maar liefst tien eindzeges gepakt te hebben, sloot hij zijn laatste seizoen af als tweede.

Bij de vrouwen was Natalie Geisenberger zo goed als onverslaanbaar. De Duitse won zeven van de negen wedstrijden. In Oberhof werd ze verslagen door haar rivale Tatjana Hüfner en in Sigulda deed ze vanwege voorbereidingen op de Olympische Spelen niet mee. Geisenberger won zo haar tweede World Cup-titel op rij.

Ook de strijd bij de dubbels bleek niet heel spannend. Het Duitse koppel Tobias Wendl en Tobias Arlt werd slechts twee keer verslagen. Hun landgenoten, Toni Eggert en Sascha Benecken, bleken de enigen die hiertoe in staat waren. Achter deze duo’s lag het behoorlijk open, maar net als een seizoen eerder ging de titel naar Wendl/Arlt, voor Eggert/Benecken. De eindzege in de estafette ging net als in elk ander seizoen naar de Duitsers.

Geisenberger toonde vrijwel geen teken van zwakte, en was ook op de Spelen niet te verslaan (Foto: Pro Shots/GEPA)
Geisenberger toonde vrijwel geen teken van zwakte, en was ook op de Spelen niet te verslaan (PRO SHOTS/GEPA)

Alpineskiën
Het skiseizoen bij de mannen werd, zoals al werd verwacht, een spannende strijd tussen twee skiërs. Marcel Hirscher, de Oostenrijkse specialist op de slalom en reuzenslalom, tegen Aksel Lund Svindal, de grote Noorse koning van de snelheidsdisciplines afdaling en super-G. Svindal deed weliswaar mee aan meer wedstrijden, ook op de reuzenslalom was hij vaak van de partij, het was Hirscher die het meest op het podium stond.

Vijf keer was de Oostenrijker de beste, tegenover vier keer voor Svindal. Daarnaast stond Hirscher echter nog acht keer op het podium, terwijl Svindal slechts één tweede en twee derde plaatsen pakte. Dit bleek uiteindelijk het verschil te maken. Derde in de stand werd de jonge Fransman Alexis Pinturault, die de aansluiting met de wereldtop definitief vond.

Er werd natuurlijk ook gestreden voor de World Cups per discipline. Net als een seizoen eerder won Svindal de beker op zowel de afdaling als de super-G. De strijd bij de slalom was bijzonder spannend. Het was Hirscher die zijn titel verdedigde, door in de laatste wedstrijd van het seizoen in een rechtstreeks duel af te rekenen met de Duitser Felix Neureuther.

Op de reuzenslalom moest Hirscher echter het onderspit delven tegenover de Amerikaan Ted Ligety. Juist doordat zijn goede vriend Neureuther één honderdste sneller was dan Hirscher moest hij de beker op de reuzenslalom opnieuw aan Ligety laten. De supercombinatie stond maar twee keer op het programma. Doordat Pinturault en Ligety beiden één wedstrijd wonnen en één keer tweede werden, wonnen ze allebei de beker.

Hirscher greep naast olympisch goud, maar won wel zijn derde World Cup op rij (Foto: PRO SHOTS/GEPA)
Hirscher greep naast olympisch goud, maar won wel zijn derde World Cup op rij, een prestatie van formaat (FPRO SHOTS/GEPA)

Bij de vrouwen was de strijd geheel open. Nadat vorig seizoen op ongekende wijze gedomineerd werd door Tina Maze, kon de Sloveense dat duidelijk niet herhalen. De Zwitserse Lara Gut begon fantastisch aan het seizoen door de eerste drie wedstrijden te winnen. Daarna werd ze echter wat wisselvalliger en haar vier verdere overwinningen konden haar niet verder helpen dan plek drie in de eindstand.

De Duitse Maria Höfl-Riesch, voor wie dit het laatste seizoen bleek te zijn, won 'slechts' drie wedstrijden, maar haalde keer op keer de beste tien. Dit leek haar de titel op te leveren, tot het in de laatste paar weken ineens minder ging. Allerlei fysieke problemen zorgden voor mindere resultaten en nadat ze bij de seizoensfinale hard onderuit ging, moest ze de laatste paar wedstrijden laten schieten.

De Oostenrijkse Anna Fenninger profiteerde van het tegenvallen van Höfl-Riesch. In vierentwintig wedstrijden haalde ze slechts twee keer niet de beste tien: één keer ging ze onderuit en één keer werd ze elfde. In de tweede helft van het seizoen deed ze er nog een schep bovenop en won ze elke reuzenslalom. Mede hierdoor pakte zij uiteindelijk haar eerste World Cup-titel. 

Fenninger won naast haar eerste World Cup ook olympisch goud op de super-G (Foto: PRO SHOTS/GEPA)
Fenninger won naast haar eerste World Cup ook olympisch goud op de super-G (PRO SHOTS/GEPA)

Ondanks haar val in de laatste afdaling, ging de beker op die discipline wel naar Höfl-Riesch. Het was de eerste keer voor de Duitse, die eerder al de beste was op de slalom, super-G en combinatie. Op de super-G stond er dit seizoen geen maat op Gut. De Zwitserse won maar liefst vier van de zes wedstrijden.

De Zweedse Jessica Lindell-Vikarby presteerde op de reuzenslalom constant, maar in de laatste wedstrijd moest ze zich gewonnen geven tegenover Fenninger. De Oostenrijkse was niet te stoppen en won de laatste vier reuzenslaloms van het seizoen. Op de slalom was de titel wederom voor wonderkind Mikaela Shiffrin. De pas achttienjarige Amerikaanse, wereld- en olympisch kampioene, won vijf van de acht wedstrijden en deed dat doorgaans met een zelden vertoonde overmacht. Illustratief was de laatste wedstrijd, waarin ze maar liefst anderhalve seconden sneller was dan de rest.