[OS 2014] Team Kamphuis ruikt het podium

Frank (franklop)

Op 7 februari gaan de Olympische Spelen in Sochi van start. In aanloop naar de Winterspelen brengen wij jullie een reeks van specials over de vele facetten van dit grootse evenement. Elke vrijdag kun je een special lezen die gaat over Sochi, Nederlandse sporters, olympische historie en andere mooie verhalen rond dit grote evenement.

Bobsleeën is in Nederland een populaire sport om naar over te stappen als je als topsporter op zoek bent naar een nieuwe uitdaging. Zo maakten onder andere Rintje Ritsma en Timothy Beck een overstap naar de sport. Recentelijk maakte oud BMX'er en baanwielrenster Willy Kanis nog de overstap en kwam zij in het team terecht van Emsé Kamphuis, die zelf in het verleden als atlete actief was.

Kamphuis (nu 30 jaar) was van jongs af aan al op de atletiekbaan te vinden en wist diverse titels te veroveren bij de junioren. Bij de senioren lukte dit niet helemaal, mede doordat ze meermaals werd verslagen op de zevenkamp door Tine Veenstra. Na 2004 besloot Kamphuis het over een andere boeg te gooien. Ze besloot te gaan bobsleeën. Eerder had pilote Ilse Broeders haar benaderd en na één afdaling als remster gedaan te hebben had Kamphuis het 'virus' al te pakken. Tijdens dat eerste seizoen werd er een bronzen medaille behaald op het Europees kampioenschap.

Na een jaar als remster achter Broeders te hebben gezeten tijdens de afdalingen, werd ze door de Nederlandse Bobsleebond gevraagd om het als pilote te gaan proberen. Na enkele testafdalingen, die erg goed verliepen, besloot de bond met Kamphuis het diepe in te gaan en met haar een team op te zetten richting de Spelen van Vancouver (2010). Ze kreeg een bekende remster mee in haar team, namelijk Tine Veenstra, haar rivale bij de atletiek. Het team kende in zijn eerste seizoen een voortvarende start. In de Europacup werden goede resultaten neergezet en bij het debuut in de wereldbeker werd een knappe vijfde plaats behaald. Wel moet gezegd worden dat daarbij diverse topteams afwezig waren, aangezien de wedstrijd vlak voor de Spelen van Turijn plaatsvond.

Twee jaar later was de ploeg een vaste klant in de top tien van de wereld en werd het langzaam maar zeker duidelijk dat het team zich zou gaan plaatsen voor de Spelen in Vancouver. Op de lastige baan in Whistler, waar Edwin van Calker zelfs besloot niet meer vanaf te gaan, werd het doel gesteld om de top tien te halen. Dat doel werd met een achtste positie ruimschoots gehaald; "Als we het super zouden doen was misschien top acht haalbaar geweest. En dat is het geworden. Erg mooi", zei Kamphuis destijds na het sterke resultaat.

Het was echter niet genoeg voor de Zwolse, die dacht dat het nog beter kon. Er kwam een nieuwe remster bij het team in de persoon van Judith Vis, niet toevallig ook een voormalig atlete. In het seizoen waren top tien plaatsen eerder regel dan uitzondering en in Winterberg werd zelfs een knappe vierde plaats behaald, op slechts twaalf honderdsten van het podium. Dit betekende overigens wel dat de dames een bronzen medaille scoorden op het EK. Dit was echter niet het hoogtepunt van het seizoen, want het team van Kamphuis behaalde bij de wereldbekerfinale in Italië een eerste medaille in een wereldbekerwedstrijd door zilver te pakken. Op het WK werd vervolgens een zesde plaats gehaald en niet leek de dames in de weg te staan de laatste stap naar de top te maken.

Toen sloeg het noodlot toe voor het team van de gynaecologe in spe. Trainer Todd Hayes trok zich vlak voor het seizoen terug en de Bob en Slee bond besloot om Kamphuis daarom niet af te vaardigen naar de wereldbekerwedstrijden. Een verloren jaar voor het team, dat een jaar lang alleen maar kon trainen. "We hadden graag gestart, maar er staat nu een dikke streep onder. We kijken alleen nog vooruit: met een nieuwe bondscoach, een nieuwe slee en een nieuwe remster", zei Kamphuis in aanloop naar het nieuwe seizoen. De extra remster was Kanis, die zich qua tijden kon meten met Vis, die nog steeds trouw plaatsnam achter Kamphuis in de slee. Met de nieuwe bondscoach, Nicola Minichiello, kon Kamphuis afgelopen seizoen weer de ijzers onder de bobslee binden en weer meestrijden in de wereldbeker.

Kamphuis en Vis in actie bij een wereldbekerwedstrijd. (Foto: Pro Shots)

Het leek er gedurende het seizoen niet op of Kamphuis echt was weggeweest uit het circuit. Ze werd in totaal drie keer vierde en een keer vijfde in de wereldbeker en eindigde daarin op de zesde plaats. De eerste kennismaking met de smeltende bobbaan in het Olympische Sochi viel echter tegen. Kamphuis werd daar slechts elfde en zag dat er nog genoeg werk aan de winkel is op weg naar de Winterspelen, waarvoor ze overigens nog niet definitief is gekwalificeerd. Dit is echter nog maar een kwestie van tijd en Kamphuis ziet al kansen om richting de medailles te gaan.

“We hebben de lijn ingezet om in Rusland een medaille te halen. Daar doen we het voor. Bij het WK zaten we na vier runs maar op 0,17 seconde van het zilver. Dat is zo weinig. Het is nu al vijf wedstrijden gebeurd dat we binnen tienden van een medaille zaten. Maar steeds net niet. We staan daarbij vierde op de wereldranglijst en zijn dit jaar zeer constant”, zei Kamphuis in opmaat naar het nieuwe seizoen. “Door vooral de start te verbeteren kan er nog winst worden behaald. De afdaling zelf loopt erg goed. Heel constant, beter dan andere jaren. We moeten er bij de start nog een stapje bovenop doen.”

Eind november staat in Calgary de eerste wereldbekerwedstrijd op het programma voor het team van Kamphuis. Die zal daarbij een goed resultaat zich al plaatsen voor de Spelen in Sochi, waar ze hoopt met een medaille op het podium te mogen gaan staan en dat is nog niet eens een onrealistisch doel.