[F1 Historie] Jan Lammers

Maarten (rubbereend)

Dit jaar verschijnt tijdens elk Grand Prix-weekend een Formule 1 special op FOK!sport. Zo lees je niet alleen het laatste F1 nieuws, maar nemen we je ook mee terug in de rijke geschiedenis van de hoogste raceklasse. Dit weekend debuteert Giedo van der Garde als vijftiende Nederlander in de koningsklasse van de racerij. Een mooie aanleiding om een andere Nederlander te belichten die eerder in de Formule 1 reed, Jan Lammers.

Lammers werd op 2 juni 1956 geboren in Zandvoort. Die geboorteplaats kon geen toeval zijn geweest. Met het circuit van Zandvoort om de hoek stroomde de liefde voor de autosport al vroeg door de aderen van de jonge Jan. Al als kind kreeg Lammers een bijbaantje op de slipschool van de legendarische Rob Slotemaker. Die slipschool was gevestigd naast het duinencircuit van Zandvoort. Al snel mocht Lammers meer dan alleen auto's wassen en de banen spuiten.

Terwijl de kleine Jan Lammers nauwelijks boven het stuur uitkwam mocht hij toch achter het stuur kruipen en zijn kunsten op de gladde banen van de slipschool vertonen. Slotemaker herkende het talent van Lammers al snel. Toen de kleine autocoureur in 1972 de racecursus op Zandvoort won was hij klaar voor het echte werk.

Op 16-jarige leeftijd debuteerde Lammers bij de Groep 1-toerwagens. Hij racete in een Simca die hij van Slotemaker mocht lenen. Zijn eerste race wist de Zandvoorter meteen te winnen. Lammers klom in de jaren daarop langzaam omhoog in de diverse raceklasses. In 1978 wist hij de titel te grijpen in het Europees Formule 3-kampioenschap. Met die titel op zak mocht hij in 1979 de stap naar de Formule 1 zetten.

Jan Lammers in de Ensign-Ford tijdens de Grand Prix van Zandvoort in 1980 (WikiCommons/Hans van Dijk)
Jan Lammers in de Ensign-Ford tijdens de Grand Prix van Zandvoort in 1980 (WikiCommons/Hans van Dijk)

Om ook daadwerkelijk aan het racen te komen in de Formule 1 had Lammers sponsors nodig. Hij kon er echter niet voldoende vinden. Om Lammers toch te kunnen laten debuteren in de hoogste raceklasse besloot Slotemakers zijn huis te belenen. Met het geld dat hij daardoor vrijmaakte financierde hij het racestoeltje voor de jonge coureur. Lammers stond voor het Shadowteam aan de start van de eerste Grand Prix samen met teamgenoot Elio de Angelis. Jammer genoeg had het Shadowteam al zijn beste tijd achter zich. Van de vijftien wedstrijden wist Lammers zich drie keer niet te kwalificeren en viel hij vijf keer uit. Bij de resterende zeven races was de negende plaats in Canada het beste resultaat.

In 1980 maakte Lammers de overstap naar ATS-Ford. De eerste drie Grands Prix wist hij zich niet te kwalificeren. Teamleider Günter Schmid zet hem daarop uit het team. "Hij is de zenuwen niet de baas. In de trainingen moet Jan om de paar ronden stoppen en naar de WC", aldus de teambaas. Maar na een ongeluk van teamgenoot Marc Surer werd hij toch weer bij het team gehaald. Voor de wedstrijd in Long Beach kreeg de Zandvoorter een verbeterde wagen die twintig kilo lichter is. Dat had effect. Na een achtste plaats in de eerste officiële kwalificatie stond Lammers in de tweede officiële sessie zelfs een tijdje op pole position. Uiteindelijk pakte hij de vierde startplek. Dat is nog altijd de beste startplek voor een Nederlander ooit in de Formule 1-geschiedenis.

"Onmogelijk, Lammers rijdt toch altijd aan de staart van het veld", was de reactie van wereldkampioen Jody Scheckter. Maar Jan Lammers bleef er zelf nuchter onder. "Als de wagen goed is, en het circuit me bevalt, waarom niet?" De race was voor Lammers al snel afgelopen. Na 100 meter brak de steekas af en moest de Nederlander vanaf de vijfde plek uitvallen.

Kenny Roberts (wereldkampioen 500cc) (links) in gesprek met Jan Lammers bij zijn auto. (WikiCommons/Hans van Dijk)
Kenny Roberts (wereldkampioen 500cc) (links) in gesprek met Jan Lammers bij zijn auto. (WikiCommons/Hans van Dijk)

In de races daarop wist Lammers zich elke keer prima te kwalificeren, maar door de gebrekkige betrouwbaarheid van de ATS-Ford kon hij in die races geen potten breken. Toen voor de achtste race van het seizoen in Frankrijk op Le Castellet Marc Surer weer fit was werd de Nederlander weer aan de kant gezet. Lammers maakte de overstap naar Ensign-Ford. Dat was qua auto een enorme achteruitgang. Lammers wist zich van de resterende acht races maar drie keer te kwalificeren met een tiende plek als beste prestatie.

Voor het seizoen van 1981 Lammers terug naar ATS-Ford echter na vier weinig succesvolle races werd hij wederom aan de kant geschoven. In 1982 stapte de Nederlander in de vijfde race van het seizoen weer in een Formule 1-bolide. Bij Theodore kwam hij weer in een kansloze auto terecht. Hij wist zich alleen voor de wedstrijd op Zandvoort te kwalificeren maar viel door motorproblemen uit.

Daarna moest de Formule 1 het lang doen zonder Jan Lammers maar in 1992 maakt hij verrassend zijn comeback. Tien jaar na zijn laatste race, iets wat nog altijd ongeëvenaard is. Bij March-Ilmor stapte hij twee races voor het einde in. Tijdens zijn eerste Grand Prix na zijn terugkomst liet hij zien het niet verleerd te zijn. In de regen behoorde hij zelfs tot de snelsten in de trainingen. Tijdens de race viel de Zandvoorter na 27 ronden uit vanwege een kapotte versnellingsbak. In de slotrace van het seizoen wist Lammers wel de finish te halen. Hij kwam op een twaalfde plek over de streep.

De Theodore van Jan Lammers wordt bijgetankt tijdens de kwalificatie van de Grand Prix op Zandvoort in 1982 (WikiCommons/Hans van Dijk)
De Theodore van Jan Lammers wordt bijgetankt tijdens de kwalificatie van de Grand Prix op Zandvoort in 1982 (WikiCommons/Hans van Dijk)

Voor het seizoen van 1993 wilde Lammers wederom zijn races rijden voor March-Ilmor. Hij verzamelde genoeg sponsors en leek verzekerd van een stoeltje voor het nieuwe racejaar. Tot zijn grote teleurstelling kwam March echter in de financiële problemen en motorleverancier Ilmor weigerde onder die omstandigheden motoren te leveren. Uiteindelijk ging March failliet en zo eindigde de Formule 1-loopbaan van Jan Lammers in mineur.

Waar successen in de Formule 1 uitbleven was Lammers in andere takken van de racerij wel erg succesvol. Vooral in de Sportscars behaalt hij diverse prijzen. Het absolute hoogtepunt uit zijn loopbaan was de 24 uur van Le Mans in 1988. Samen met teamgenoten Andy Wallace en Johnny Dumfries wisten ze in hun Jaguar de hegemonie van de Porsches te doorbreken. Lammers zat maar liefst dertien van de 24 uur achter het stuur en bracht de Jaguar als eerste over de finish.

Naast het succes op Le Mans wist Lammers ook nog diverse wereldtitels in de Sportscars te behalen met zijn eigen team Racing for Holland. Later werd Lammers teambaas bij het Nederlandse team in de A1GP en in 2010, 2011, 2012 en 2013 nam hij ook nog deel aan Le Dakar. Voor de editie van 2010 was hij de vervanger van Jumbo-topman Frits van Eerd. Lammers moest hiervoor zelfs zijn vrachtwagenrijbewijs nog halen om deel te kunnen nemen.