De Elfstedentocht van 1933

Olga Kroeders

Deze maand staat FOK!sport in het teken van de Tocht der Tochten, de Elfstedentocht. Vandaag wordt de tocht van 1933 nader bekeken. De vijfde Elfstedentocht is tot nu toe de enige Elfstedentocht die in december is verreden.

De voorbereiding

Het Elfstedenbestuur bereidde zich al op 10 december 1933 erop voor dat er al spoedig een tocht zou komen. Vier dagen later besloten een paar bestuursleden om op de schaats te controleren hoe het ijs  op de route ervoor stond. Ze hadden nog geen twee kilometer richting Dokkum geschaatst toen ze al tot een conclusie kwamen. Er werd naar Leeuwarden gebeld met de mededeling dat de Tocht der Tochten kon worden georganiseerd op 16 december.

Omdat de Elfstedentocht al zo vroeg werd gereden, kwam het Elfstedenbestuur een aantal problemen tegen. De Willemskade, waar traditioneel werd gestart, lag nog altijd open en op het traject Harlingen - Leeuwarden voeren nog schepen. De start werd daarom verschoven naar de Boxumerdam, dat vijf kilometer buiten de stad Leeuwarden lag. De finish kwam te liggen op de gracht bij de Noordersingel. Daarnaast besloot men om met de klok mee te schaatsen. Niet in Dokkum, maar in Sneek dus zou de eerste stempelpost te vinden zijn.



De wedstrijd

Arie van Beekum kwam als eerste aan in Sneek, gevolgd door Cor Jongert. In IJlst lag het duo nog steeds aan kop. Na IJlst maakten Van Beekum, Jongert en een aantal achtervolgers een grote fout door een afslag verkeerd te nemen. Hierdoor maakten ze een kilometerslange omweg. Sikke Dijkstra en Durk van der Duimen maakten die vergissing niet en grepen de koppositie. Vlak voor Hindeloopen was het Ype Smid die zich naar voren wist te werken en hij wist met een voorsprong van vijf minuten zijn woonplaats binnen te rijden. Ook in Bolsward, Harlingen en Franeker lag Smid aan de leiding.

Sipke Castelein en Abe de Vries, die zich oorspronkelijk hadden willen opgeven voor de toertocht, waren de belangrijkste achtervolgers van Smid. Smid raakte uitgeput en Castelen en De Vries haalden tot hun eigen verbazing Smid in. De twee kwamen zonder een eindsprint over de finish. Abe de Vries en Sipke Castelen kregen allebei een gouden plak omdat het verschil volgens de toenmalige voorzitter van De Vereniging Friesche Elf Steden Hepkema nauwelijks waarneembaar was.

Cijfers

Van de toerrijders reden 321 van de 173 de tocht uit. Van de 173 wedstrijdschaatsers waren dat er 160. Er stonden elf vrouwen aan de start en zij voltooiden allemaal de tocht. De Amerikaan Sussdorf, die in 1929 de eerste buitenlander was die meedeed, bereikte ditmaal wel de finish.

Het weer

Het was prima schaatsweer. Het vroor licht, er was geen wind en het ijs was hierdoor goed tot uitstekend.