De Elfstedentocht van 1929

Olga Kroeders

Deze maand staat FOK!sport in het teken van de Tocht der Tochten, de Elfstedentocht. Vandaag wordt de tocht van 1929 nader bekeken.

De voorbereiding

Na de vierde Elfstedentocht, in 1917, was het twaalf jaar wachten op de volgende. In de winter van 1928 op 1929 zette de vorst in ons land goed door en daarom was het dan ook geen verrassing dat er elfstedenkoorts uitbrak. Het was overigens zo'n strenge winter dat niet alleen de Zuiderzee, maar ook de Waddenzee bevroor. Hierdoor konden mensen per auto de eilanden bereiken. Op 7 februari maakte de Vereniging De Friesche Elf Steden bekend dat de Tocht der Tochten op 12 februari zou worden verreden.

Die 12e februari was het 18 graden onder nul. Met een snijdende noordenwind zou het een van de zwaarste tochten ooit worden. Door die kou kwamen bij de start van de toertocht 65 van de ingeschreven 268 schaatsers niet opdagen. Bij de wedstrijdrijders startten 4 van de 102 niet.

De wedstrijd

Er stonden weinig toeschouwers bij de start in Leeuwarden die om achttien minuten over vijf 's ochtends plaatsvond. Meteen na de start was het Karst Leemburg uit Leeuwarden die de koppositie pakte. Cornelis Jongert en Nico Pronk pakten Leemburg echter terug en namen de leiding. Bij de terugkeer van Dokkum naar Leeuwarden hadden ze een voorsprong van vier minuten op een achtervolgende ploeg.

Leemburg, die inmiddels een achterstand van twintig minuten had op het leidende duo, werd in Harlingen op de koffie gevraagd bij een oom van hem. Omdat hij kansloos leek voor de overwinning, nam hij de uitnodiging aan. Wat daarna gebeurde was zeer opvallend te noemen. In Hindeloopen lag Leemburg opeens eerste. Hij had na zijn rustpauze in een stuk van veertig kilometer een achterstand van twintig minuten om weten te buigen in een voorsprong van achttien minuten. Bij IJlst was die voorsprong op de nummer twee Jongert teruggelopen tot drie minuten.

Bij de finish op de Willemskade in Leeuwarden was het inmiddels erg druk geworden. Leemburg had ondertussen gehoord dat Jonkert dicht achter hem zat en zette opnieuw een sprint in. Wederom slaagde hij er in een voorsprong op te bouwen. Veel Friezen lieten Leeuwarder Leemburg een stuk achter hun rug schaatsen zodat hij een beetje uit de wind bleef. In die tijd was dat vrij normaal om te doen, het werd gerekend tot thuisvoordeel. Leemburg kwam als winnaar in een tijd van 11 uur en 9 minuten over de finish. Toen het bestuur van de Vereniging De Friesche Elf Steden Leemburg wilde feliciteren zei de winnaar echter: "Earst nei myn âlde mem!" (Eerst naar mijn oude moeder!)

Cijfers

Uiteindelijk haalden 103 toerrijders de finish en werden 11 van de 98 wedstrijdrijders geklasseerd. Zij wisten binnen de beoogde twee uur na Leemburg binnen te komen.

Sommigen haalden de finish niet omdat zij niet snel genoeg waren. Een wedstrijdschaatser hielp bij Dokkum met het blussen van een woning zodat een meisje dat uit een brandend kon worden gered. Hierna vond hij zijn achterstand te groot om nog verder te kunnen schaatsen. Voor het eerst deed er ook een buitenlander mee aan de Elfstedentocht. De Amerikaan Sussdorf reed de tocht echter niet uit.

Het weer

Het vroor 18 graden Celsius en er stond een felle noordoostenwind. Het ijs was slecht.