[Special] La Primavera, maar niet in 1910

Bram (Chiel-Montagne)

Langs de kronkelende wegen van de wielergeschiedenis zijn talrijke euforische momenten, maar ook stille momenten gezaaid. Donkere en heldere beelden wisselen elkaar in het cyclisme regelmatig af. Duistere combines, fatale malheur, maar ook succesvolle triomftochten tegen de elementen passeren de revue. Aan elk wielermonument kleven talrijke anekdotes. Dit is het verhaal van Eugène Christophe, die tijdens de derde editie van Milaan - Sanremo (1910) niet het begin van de lente, maar het onstuimige einde van de winter meemaakte.

De temperatuur kruipt langzaam omhoog en de dagen worden langer. Het sein voor de bloemen om ogenschijnlijk spontaan in bloei te schieten. Bovendien lijkt het de vogeltjes te motiveren om zich weer eens van hun beste kant te laten zien en er lustig op rond te fluiten. De natuur weet het al: de lente is aangebroken. Een spannende periode voor onze flora en fauna. Maar niet enkel de dieren- en plantenwereld hunkert al enkele maanden naar dit jaargetijde, ook de Italianen - vooral de wielerfanatici onder de Laarsbewoners - verlangen naar la Primavera (de lente). Tijdens de lente staat namelijk Milaan - Sanremo (Sanremo is de Italiaanse variant van de foutieve spelling San Remo, die veelal buiten Italië gangbaar is geworden) op het programma. Voor un Italiano vero, een échte Italiaan, is de Classicissima de eerste grote afspraak van het seizoen; la prima vera, de eerste echte!

Hoewel Milaan - Sanremo en de lente een twee-eenheid zijn, willen de weergoden nog wel eens roet in het eten gooien. De overgang van het koude en grauwe winterweer naar het warme(re) en vrolijke lenteweer kan zomaar op zich laten wachten. Zo ook in 1910, tijdens de vierde editie van de Classicissima. Geen stralend zonnetje aan het vertrek, maar stevige regenbuien. Maar wat in Milaan begon als een pittige regenkoers, ontspon zich gedurende de race tot een ware helletocht. Het peloton dat bestond uit 63 coureurs - oorspronkelijk stonden 94 namen op de inschrijflijst - kreeg gedurende de 289,3 kilometer lange koers te maken met onmenselijke weersomstandigheden (sneeuw, ijzige vrieskou en strakke rukwinden) en daaruit volgende onbegaanbare wegen: op sommige paden lag wel twintig centimeter sneeuw. Saillant detail was dat de koers destijds pas in april werd gereden; pas vanaf 1928 kreeg de Italiaanse hoogmis zijn huidige plek op de wielerkalender.

Christophe

De winnaar van de Milaan - Sanremo van 1910: Eugène Christophe

Het weer dat zich op zondag 3 april 1910 ontspon, had weinig met la Primavera te maken. Vooral op de Passo del Turchino, in de beginjaren dé scherprechter van de klassieker, waren de omstandigheden vreselijk slecht. Niet enkel was de weg naar de top bar slecht (modderig en bevroren), deze was ook nog eens bedekt met een dik pak sneeuw (van wel twintig centimeter). Bovendien zorgde de snedige ijskoude wind voor een zéér onprettige gevoelstemperatuur. "Ik zou me angstig hebben gevoeld, ware het niet dat ik in het veldrijden enigszins gewend was aan het slechte weer." Was getekend, de toentertijd 25-jarige Eugène Christophe (bijnaam Cri-Cri), de Franse veldritkampioen en tevens de latere winnaar van deze memorabele editie van Milaan - Sanremo.
 
Hoewel Cri-Cri wel wat gewend was, moest hij zich enkele kilometers voor de top van de Turchino ook overleveren aan de toorn van de weergoden. "Niet ver van de top (van de Turchino, red.) moest ik van mijn fiets, omdat ik me slecht begon te voelen. Mijn vingers waren stijf, mijn benen gevoelloos en ik was constant aan het bibberen. Ik begon te lopen en rennen om weer gevoel in mijn lijf te krijgen", vertelde de Fransman. Zijn actie had succes. "Weldra sprong ik weer op mijn fiets en klom ik naar de top van de col." Vlak daarna passeerde hij Cyrille van Hauwaert, de winnaar van 1908, die met zijn fiets in de hand stond en opgaf.